Titel: FINANCIEEL JAARVERSLAG VAN HET RIJK 2000
Persberichtnr.
01/131
Den Haag
16 mei 2001
FINANCIEEL JAARVERSLAG VAN HET RIJK 2000
Mede dankzij een economische groei van 4% en het gevoerde financiële beleid is het jaar 2000 met goede resultaten afgesloten. Het was mogelijk 8 miljard gulden vrij te maken voor nieuw beleid, de inkomsten vielen ruim 18 miljard hoger uit dan verwacht, er werd een overschot gerealiseerd van 1,5% BBP en de EMU-schuld werd verder verlaagd tot 56% van het BBP. Dit zijn de hoofdpunten van het Financieel Jaarverslag van het Rijk over het jaar 2000 dat minister Zalm vandaag, de derde woensdag in mei, aan de voorzitter van de Tweede Kamer heeft aangeboden.
Voor het vierde achtereenvolgende jaar lag in 2000 de economische groei rond de vier procent. De groei is uitgekomen op 4%, dat is 1,5% hoger dan bij het opstellen van de Miljoenennota 2000 door het Centraal Planbureau werd verwacht. Export, investeringen en particulieren consumptie waren de motoren onder de groei. De lonen in de marktsector stegen gemiddeld met 3,3% (0,3% meer dan verwacht), de inflatie was met 2,6% een procent punt hoger dan veracht. Ook de rente was met 5,4% een fractie hoger dan verwacht (5,25%). Het aantal werklozen kwam met 267.000 lager uit dan door het CPB was verwacht (280.000).
Door de gunstige ontwikkeling van de economie en de lagere staatsschuld werd er minder geld uitgegeven aan sociale zekerheid (uitkeringen) en rente. Hierdoor was het mogelijk om in 2000 voor bijna 8 miljard extra in te zetten voor prioriteiten. Samen met de 5,3 miljard die in het Regeerakkoord voor 2000 was gereserveerd, kwamen de intensiveringen in 2000 uit op 13,2 miljard gulden. De totale intensivering zijn verdeeld over de volgende clusters:
* Onderwijs : 3,1 mrd (voor o.a. klassenverkleining, arbeidsmarkt en inventaris);
* Zorg : 2,0 mrd (aanpak wachtlijsten, verlagen werkdruk, organisatie);
* Werk & inkomen : 1,5 mrd (ID-banen, ziekteverzuim, arbeidsomstandigheden);
* Infrastructuur/Natuur & Milieu : 2,7 mrd. (aanpak congestie, aankoop natuur);
* Veiligheid & leefbaarheid : 1,4 mrd: (meer agenten, inburgering, justitiële keten);
* Internat & Defensie : 1,2 mrd (vredesoperaties, EU veiligheids/defensiebeleid);
* Diversen : 1,4 mrd (tegoeden WO II, monumentenzorg, sport).
De totale netto uitgaven van het Rijk bedroegen in 2000 bijna 345 miljard gulden. Bij het afsluiten van het jaar 2000 bleek dat de feitelijke uitgaven 2 miljard lager uitkwamen dan de uitgavenplafonds.
De inkomsten van het rijk bedroegen in 2000 ruim 350 miljard gulden,
en kwamen daarmee 18,5 miljard hoger uit dan geraamd in de
Miljoenennota 2000. Zowel bij belastingen (11,6 mrd.), premies (5,9
mrd.), als bij de gasbaten (0,9 mrd.) waren de inkomsten hoger dan
verwacht. Bij de belastingen zijn de grootste stijgingen te zien bij
de vennootschapsbelasting (3,7 mrd.), de omzetbelasting (2,6 mrd.) en
de loon- en inkomstenbelastingen (1,7 mrd.). De hogere inkomsten
worden met name verklaard door de hogere economische groei dan
verwacht. Hierdoor zijn er meer mensen aan het werk (meer premies en
inkomstenbelasting), zijn de bedrijfsresultaten beter (meer
vennootschapsbelasting) en wordt er meer besteed (meer
omzetbelasting). De hoger gasbaten zijn een gevolg van de hogere
olieprijs en hogere dollarkoers.
In september 1999 werd in de Miljoenennota 2000 verwacht dat het jaar
2000 met een negatief EMU-saldo ofwel een tekort van 0,5% BBP zou
worden afgesloten. Door de meevallende ontwikkelingen van de inkomsten
was het mogelijk om het jaar met een positief saldo, een overschot van
1,5% BBP af te sluiten. De EMU-schuld daalde in 2000 verder tot 56,3%
BBP, hetgeen overeenkomt met 497 miljard gulden. De schuld kwam
hiermee voor het eerst onder de referentiewaarde van 60% zoals
geformuleerd in het Verdrag van Maastricht. Eind 1999 bedroeg de
schuld nog 63% of 521 miljard.
Minister Zalm heeft dit jaar voor de tweede keer op de derde woensdag
in mei het Financieel Jaarverslag van het Rijk aan de voorzitter van
de Tweede Kamer aangeboden. Vorig jaar was er nog sprake van een
proeve, dit jaar is er sprake van een echt jaarverslag van het Rijk.
De versnelling van het jaarverslag, van september naar mei, is hiermee
voltooid. De volgende stap is een betere aansluiting van het
Jaarverslag bij de Miljoenennota, Van Beleidsbegroting Tot
Beleidsverantwoording. In september van dit jaar wordt de eerste
begroting in de nieuwe opzet gepresenteerd. Bij de begroting 2002
staan de vragen centraal: Wat willen we bereiken?, Wat gaan we
daarvoor doen?, Wat mag het kosten?. Daarmee is naast het geld ook het
beleid uitgangspunt voor de begroting. In mei 2003 worden de eerste
departementale Jaarverslagen in de nieuwe opzet ingediend. Dan worden
over het jaar 2002 de vragen beantwoord Wat hebben we bereikt?, Wat
hebben we daarvoor gedaan?, Wat heeft dat gekost?. Binnenkort wordt
een voortgangsrapportage over VBTB aan de Tweede Kamer aangeboden.
Het Financieel Jaarverslag van het Rijk alsmede de departementale
jaarverslagen staan op Internet: www.minfin.nl (vanaf woensdag 16 mei
a.s. circa 16.30 uur). Vragen over de departementale jaarverslagen
kunnen rechtstreeks bij de directie voorlichting van het betreffende
departement worden voorgelegd.
Woordvoerder: Ir. N.M. Zoon