|
De groene toekomst van Amsterdam
De groene toekomst van Amsterdam
Een boom voor de deur, groen om de hoek, een park in de buurt, grote aaneengesloten groene gebieden aan de rand van de stad en een landelijk ommeland; dat is het wensbeeld voor de Hoofdgroenstructuur van Amsterdam. Het wensbeeld voor de Hoofdgroenstructuur (HGS) is de inbreng van de wethouder Milieu en Openbare Ruimte in de discussie over de planologische toekomst van Amsterdam, het Structuurplan.
De geplande en verwachte ruimtelijke ontwikkelingen behelzen een
verdichting van de naoorlogse stad en de ontwikkeling van economische
centra. Een volwaardig groenaanbod in en om de stad is juist dan
essentieel voor de kwaliteit van de stad als woon- en werkomgeving. In
dit wensbeeld wordt aangegeven waar behoud, verbetering, uitbreiding
of verandering van de Hoofdgroenstructuur, de groene ruggengraat van
de stad, wenselijk is en welke ruimtelijke investeringen hiervoor
nodig zijn.
Volume, verbindingen en bereikbaarheid
Het wensbeeld HGS legt de nadruk hierbij op het realiseren van meer en
kwalitatief beter groen in en om de stad en het creëren van
verbindingen voor dier en mens tussen groene gebieden. Daarnaast zijn
een Hoofdnet recreatieve wandelroutes en een Hoofdnet recreatieve
fietsroutes ontwikkeld om de groene gebieden beter bereikbaar te
maken.
Wensbeeld in het kort
Op hoofdlijnen ziet het wensbeeld er als volgt uit:
* De kwaliteit van het woonomgevingsgroen wordt verbeterd door
middel van uitgekiend ontwerpen en optimaal beheren. Het creëren
van postzegelparken, groene daken etc.
* In het beheer van de negentiende-eeuwse en begin twintigste-eeuwse
parken (zoals het Vondelpark, Oosterpark en Sarphatipark) wordt
geïnvesteerd. Kleinschalige aanpassingen met behoud van de
cultuurhistorische waarden.
* De kwaliteit van de parken van na de Tweede Wereldoorlog (zoals
het Beatrixpark, het Sloterpark en het Erasmuspark) wordt vergroot
door onder andere grootschalige renovatie.
* Het groen aan de randen van de stad (de scheggen en groene
uitloopgebieden) blijft in stand, maar wordt verbeterd of, soms,
ingrijpend getransformeerd. Elk gebied heeft een eigen karakter en
een daarbij aansluitende aanpak.
* Extra aandacht is hierbij voor de Westrand (Osdorper Binnenpolder,
Osdorper Bovenpolder, Lutkemeerpolder), de Brettenzone, de kop van
de Amstelscheg en de Diemerscheg.
* Op recreatieve knooppunten tussen stad en ommeland komen
schakelparken als entrees naar het landelijk gebied.
* Een aantal gebieden waarvan de groene functie onomstreden is of
essentieel is voor een compleet groenaanbod in Amsterdam moet
worden toegevoegd aan de HGS. Voorbeelden zijn onder andere de
Eendrachtspolder, Huis te Vraag, Volkstuinpark Zonnehoek, de
Kadoelenscheg ten westen van de Nieuwe Gouw, het Bilderdijkpark,
Sportpark Middenmeer/Voorland en het Bijlmerpark.
* Volkstuinparken en sportparken worden toegankelijker voor een
breder publiek.
* Door het ontwikkelen van de Hoofdnetten recreatieve wandelroutes
en fietsroutes wordt het groen in en om de stad beter bereikbaar.
Het wensbeeld HGS wordt in de komende maanden besproken door de
stadsdelen en andere bij het groen betrokken partijen. In september
2001 zal het definitieve wensbeeld worden vastgesteld en afgestemd met
het conceptontwerp Structuurplan.
Esther Lans
Naar boven
-
© gemeente Amsterdam - 16-05-2001