DIERENBESCHERMING
Dierenbescherming: supermarkten en consument nu aan zet
Supermarkten en consument aan zet voor dierenwelzijn:
Dierenbescherming wil sterfhuisconstructie voor bio-industrie
Den Haag, 16 mei 2001 De opeenvolgende crises in de veehouderij kondigen
al enige tijd het faillissement van de bio-industrie aan. De executie
van dit faillissement moet nu worden ingezet. De Dierenbescherming wil
dat dit snel gebeurt en stelt zich hierbij op als aanjager van de
noodzakelijke veranderingen. De bestrijding van de mond- en klauwzeer
heeft op grote schaal en veel fronten emotie opgeroepen. Deze brede
maatschappelijke verontwaardiging en boosheid moeten de voedingsbodem
zijn om alle partijen scherp te houden en te voorkomen dat de wens om
snel te handelen wegebt. In haar toekomstvisie geeft De
Dierenbescherming aan welke verantwoordelijkheid overheden,
bedrijfsleven, de agrarische sector, maatschappelijke organisaties en
de consument hebben en hoe zij die verantwoordelijkheid zouden moeten
oppakken. De afgelopen 10 jaar is de intensieve veehouderij geen halt
toegeroepen: wet- en regelgeving hebben geleid tot slechts minimale
verbeteringen. De huidige veehouderijsystemen worden niet langer
maatschappelijk aanvaardbaar gevonden. Er zijn drastische
veranderingen nodig, de veehouderij van de toekomst moet nu gebouwd
gaan worden. De crises rondom de bse en de mond- en klauwzeer leidden
inmiddels ook tot ethische vragen over hoe wij met dieren in de
landbouw omgaan. Het toekomstscenario van De Dierenbescherming geeft
aan hoe de organisatie de weg naar een diervriendelijke veehouderij
ziet. In de genoemde concrete doelen sluit De Dierenbescherming aan
bij het rapport van Stichting Natuur en Milieu Op groene gronden.
Basis voor de toekomstige veehouderij zijn de eigenwaarde en
integriteit van dieren. Ook andere actoren dan de overheid en de boer
moeten een rol gaan nemen bij het realiseren van veranderingen. Zeker
de supermarkten en de consument moeten zich hier daadwerkelijk voor
gaan inzetten. De rol van de overheid wijzigt in een stimulerende: ze
denkt en handelt niet langer vanuit wetgeving alleen, maar neemt onder
andere een forse rol in de voorlichting aan de consument. Samen met
het bedrijfsleven. De Dierenbescherming heeft nadrukkelijk ook gekeken
naar wat er verwacht mag worden van slachterijen en de verwerkende
industrie. Verder zijn regionalisering, 1-op-1 relaties tussen boer en
slachterij van essentieel belang. De consument moet kunnen rekenen op
een goede verkrijgbaarheid en herkenbaarheid van diervriendelijke
producten. Hierbij zijn vooral de supermarkten aan zet. Europese
subsidies en andere steunmaatregelen moeten niet langer de
bio-industrie in stand houden, maar nu juist de nieuwe veehouderij
stimuleren. De Dierenbescherming stelt zich de komende tijd vooral op
als aanjager van de veranderingen om de beweging die nu moet ontstaan
niet vroegtijdig te zien verzanden. (einde bericht) Noot voor de
redactie: voor meer informatie Elly von Jessen, 070-3142731 of
06-22109861 Het volledige rapport is via deze telefoonnummers op te
vragen
16 mei 01 14:26