ip/01/698
Brussel, 15 mei 2001
Concurrentiebeleid nam hoge vlucht in 2000
De activiteiten inzake het concurrentiebeleid namen een hoge vlucht in
2000. De Europese Commissie heeft namelijk verder werk gemaakt van de
aanpassing en de modernisering van haar voorschriften en praktijk in
kartel- en concentratiezaken terwijl zij gelijke tred heeft gehouden
met het toenemende aantal concentraties en acquisities die steeds
complexer geworden zijn. Uit het 30ste Verslag over het
mededingingsbeleid(1) blijkt dat er in 2000 1 206 nieuwe zaken waren.
564 ervan hadden betrekking op het toezicht op staatssteun. Er waren
345 aanmelingen van concentraties en 297 kartelzaken. Het totale
cijfer blijft in het algemeen stabiel (1 249 zaken in 1999) maar laat
een drastische vermindering zien van het aantal aanmeldingen van
antitrustzaken ingevolge de goedkeuring van een aantal zogenaamde
groepsvrijstellingsverordeningen. Het cijfer verhult een toename van
het aantal concentratiezaken met 18%.
«Het jaar 2000 was een zeer druk jaar en een ware uitdaging aangezien
de Commissie haar grondig onderzoek van de antitrustprocedures heeft
voortgezet terwijl zij het hoofd moest bieden aan een nieuwe verhoging
van het aantal aanmeldingen van concentraties en aan belangrijke
technologische ontwikkelingen die nieuwe markten en praktijken, zoals
B2B-verkeer (business-to-business), binnen het toepassingsgebied van
onze concurrentievoorschriften hebben gebracht» zei de voor
concurrentie bevoegde commissaris, Mario Monti.
Hij voegde eraan toe «dat er nog heel wat werk moet worden verricht,
niet in het minst in de energiemarkten waar slechts van concurrentie
sprake kan zijn wanneer de aanbieders elkaar vrijelijk kunnen
beconcurreren en de afnemers vrijelijk een leverancier kunnen kiezen.
Alleen dan zal de consument de voordelen zien in termen van een
grotere keuze en concurrerende prijzen.»
Dit jaar wordt in het Mededingingsverslag een grotere nadruk gelegd op
de voordelen voor de consument van dit cruciale beleidsdomein. De
geldboete van 43 miljoen euro die is opgelegd aan Opel Nederland in
september, is aanzienlijk omdat zij erop gericht is de particulieren
het recht te garanderen een auto te kopen waar die het goedkoopst is.
De beschikking die TotalFina ertoe dwingt 70 benzinestations op de
Franse autowegen af te stoten om een goedkeuring te krijgen voor de
acquisitie van Elf, heeft ertoe geleid dat Carrefour, een agressieve
supermarktketen, de markt heeft betreden hetgeen heeft geleid tot
prijsdalingen.
Nadruk op modernisering
Het jaar 2000 werd gekenmerkt door een intense activiteit die erop
gericht was de voorschriften en de praktijk van het concurrentiebeleid
aan te passen aan een omgeving die gekenmerkt wordt door
technologische ontwikkeling, verder integratie van de interne markt en
de nakende uitbreiding van de Europese Unie naar het Oosten.
Deze activiteit heeft geleid tot de goedkeuring van nieuwe groepsvrijstellingsverordeningen op het gebied van de horizontale overeenkomsten die een «veilige haven» bieden voor overeenkomsten tussen ondernemingen inzake onderzoek en ontwikkeling en bepaalde vormen van productieovereenkomsten zoals outsourcing en gezamenlijke productie, voor zover de betrokken ondernemingen geen significante marktmacht hebben en zich niet schuldig maken aan flagrante schendingen van het mededingingsrecht. De groepsvrijstellingen werden aangevuld met richtsnoeren waarin de algemene aanpak wordt beschreven die dient te worden gevolgd bij de beoordeling van horizontale overeenkomsten. Verdere vooruitgang werd eveneens geboekt bij de fundamentele hervorming van de procedure voor het behandelen van kartels en misbruiken van machtspositie, de zogenaamde hervorming van Verordening nr. 17/62 waarvan de modernisering werd aangevat in 1999 en waarvan wordt aangenomen dat zij in werking zal treden in 2003.
Er werden nieuwe richtsnoeren inzake «verticale beperkingen» vastgesteld, meer bepaald inzake distributieovereenkomsten, leveringsovereenkomsten en andere verticale overeenkomsten, ter aanvulling bij de groepsvrijstellingsverordening verticale overeenkomsten die in december 1999 werd goedgekeurd.
De Commissie heeft inzonderheid een lang verwacht uitvoerig beoordelingsverslag goedgekeurd inzake de voorschriften betreffende de autodistributie in Europa waarmee het debat op gang gebracht werd over de toekomstige autodistributieregeling die zal worden ingevoerd na het verstrijken van de huidige verordening in september 2002.
Grondige doorlichting van de fusiecontrole
Wat de fusiecontrole betreft, heeft de Commissie de basis gelegd voor
een mogelijke herziening van de concentratieverordening door bij de
Raad in juni een verslag in te dienen. In het verslag wordt
gesuggereerd dat ondanks de invoering van nieuwe omzetdrempels in 1997
- aan de hand waarvan wordt bepaald of een concentratie van
communautaire dimensie is -, nog steeds veel concentraties en
acquisities worden aangemeld bij verschillende nationale
mededingingsautoriteiten terwijl gebruik zou kunnen worden gemaakt van
het «one-stop-shop»-onderzoek bij de Commissie.
In december keurde de Commissie een verklarende mededeling goed inzake
«corrigerende maatregelen» bij concentraties, waarin wordt aangegeven
op welke wijze de totstandkoming van machtsposities of andere
concurrentieproblemen het best kunnen worden vermeden. De mededeling
verschaft grotere doorzichtigheid op het gebied van het beleid en de
procedures inzake fusiecontrole alsook een betere voorlichting van de
bedrijven en de juridische kringen.
Bij een ander belangrijke maatregel heeft de Commissie eveneens een
vereenvoudigde procedure goedgekeurd voor het onderzoek van
concentraties die geen aanleiding geven tot problemen, meer bepaald
concentraties waarbij er geen of slechts minimale overlappingen zijn.
Naarmate de consolidatie in het bedrijfsleven werd voortgezet, nam het
aantal en de complexiteit van de fusies en acquisities toe, waardoor
de fusiecontrole van de Commissie nooit geziene aandacht kreeg en
kritisch werd bekeken door juristen en de media. Dit was inzonderheid
het geval bij de WorldCom/Sprint-overeenkomst die werd verboden, de
fusie tussen AOL en Time Warner en de overeenkomst van Time Warner met
EMI in de muzieksector, een overeenkomst die uiteindelijk niet
doorging. Bij de andere beschikkingen die veel aandacht trokken,
kunnen Vodafone/Mannesmann; Volvo/Scania, Vivendi/Canal Plus/Seagram
en TotalFina/Elf worden genoemd.
Grotere doorzichtigheid inzake overheidssteun
Met betrekking tot het toezicht op de staatssteun, een gebied waarop
de Europese Commissie een exclusieve bevoegdheid heeft, is vooruitgang
geboekt bij de modernisering van het toezicht op de steunverlening en
het verbeteren van de doorzichtigheid, een kwestie die reeds lang aan
de orde was.
Daartoe heeft de Commissie een openbaar register van steunzaken en een
scorebord ingevoerd waarvan wordt verwacht dat zij het volume openbare
middelen zullen helpen verminderen die door nationale en regionale
autoriteiten naar bedrijven worden gekanaliseerd hetgeen de
mededinging op de Europese interne markt verstoort.
Terzelfdertijd heeft de Commissie nadruk gelegd op de correcte
toepassing van haar beschikkingen door de nationale autoriteiten, meer
bepaald wat betreft de daadwerkelijke en snelle terugvordering van
onrechtmatig verleende steun.
De Commissie heeft eveneens verordeningen ingevoerd waarin de
voorwaarden zijn uiteengezet op grond waarvan kleine steunbedragen, de
zogenaamde de minimis-steun, alsook steun voor kleine en middelgrote
ondernemingen en opleiding kunnen worden vrijgesteld.
Recordhoge geldboeten in kartelzaken
De strijd tegen kartels en misbruiken van machtpositie werd met
vastberadenheid voortgezet in 2000. Daarbij werden in totaal voor een
bedrag van 199,5 miljoen euro geldboeten opgelegd, een verhoging met
77,6% ten aanzien van 1999. De belangrijkste kartelbeschikking werd
gegeven tegen vijf producenten van lysine, een product dat gebruikt
wordt in veevoer. In die zaak werd een geldboete van in totaal 110
miljoen euro opgelegd.
Nieuwe technologieën, nieuwe uitdagingen
Bij de handhaving van de mededingingsvoorschriften in 2000 moest
eveneens het hoofd worden geboden aan de toenemende mondialisering van
de economie en de nieuwe technologische ontwikkelingen waarbij nieuwe
markten en bedrijfspraktijken in het leven werden geroepen. De opkomst
van elektronische marktplaatsen onder bedrijven (business-to-business,
B2B) en het gebruik dat in bepaalde bedrijfstakken werd gemaakt van
vrijwillige overeenkomsten met milieudoelstellingen zijn slechts twee
voorbeelden van nieuwe praktijken die hebben geleid tot beschikkingen
van de Commissie zoals in de zaak MyAircraft.com en CECED (zie
blz.29).
In tegendeel tot hetgeen sommigen dachten en vreesden, bleken de
bestaande mededingingsvoorschriften evenzeer bruikbaar te zijn in de
nieuwe economie als in de traditionele economie.
Veel werk voor de boeg in de nutssectoren
In 2000 bleef een groot deel van de handhavingsactiviteiten van de
Commissie toegespitst op de recentelijk geliberaliseerde markten zoals
de telecommunicatie en de energie waar nog geen volledig
concurrentiële omgeving is verwezenlijkt.
Vorig jaar was het tweede jaar van de liberalisering op de
elektriciteitsmarkt, maar afgezien van het feit dat niet alle
EU-landen aan het eind van 2000 de liberaliseringsrichtlijn volledig
tot uitvoering hadden gebracht, verhinderden andere obstakels de
integratie van de Europese markten en de vrije mededinging. De
handhaving van het mededingingsrecht was toegespitst op de toegang tot
verzadigde interconnectoren alsook op de verbindingen tussen
elektriciteitsproducenten.
De gasmarkt werd in augustus van vorig jaar voor concurrentie
opengesteld. Naarmate de monopolierechten werden afgeschaft en het
voor sommige afnemers mogelijk werd om vrijelijk hun leverancier te
kiezen, werd het ook duidelijk dat de structuur van de markten zelf de
concurrentie niet begunstigde.
De internationale dimensie
Tenslotte heeft de Commissie ook bijzondere nadruk gelegd op de
internationale dimensie van het concurrentiebeleid. Het feit dat de
geografische reikwijdte van concurrentiezaken breder wordt betekent
dat meer commerciële transacties binnen de jurisdictie vallen van het
toenemende aantal landen dat mededingingsvoorschriften heeft
ingevoerd. Met het oog op een behoorlijk onderzoek van die zaken en
teneinde conflicten te vermijden, heeft de Commissie haar samenwerking
met de mededingingsautoriteiten van de Verenigde Staten en andere
landen versterkt. Tevens heeft zij besprekingen aangeknoopt met Japan
teneinde een bilaterale samenwerkingsovereenkomst inzake
antitrustkwesties te sluiten in 2001. Bovendien is de Commissie veel
aandacht blijven besteden aan de concurrentieaspecten van de
uitbreiding teneinde te garanderen dat dezelfde regels gelijkelijk
worden toegepast in de uitgebreide Unie.
(1)Beschikbaar op internet
http://europa.eu.int/comm/competition/index_en.html
Statistieken
2000
1999
AANTAL NIEUWE ZAKEN 1,206 1,249
- ANTITRUST 297 388
- CONCENTRATIES 345 292
- STAATSSTEUN 564 569
AANTAL AFGESLOTEN ZAKEN 1,209 1,321
- ANTITRUST 379 582
- CONCENTRATIES 355 279
- STAATSSTEUN 475 460
De opmerkelijke vermindering van het aantal nieuwe antitrustzaken kan
worden toegeschreven aan de nieuwe groepsvrijstelling inzake verticale
beperkingen die de aanmeldingsverplichting voor dit soort
overeenkomsten drastisch heeft afgebouwd. Een tweede factor bij de
vermindering van het aantal nieuwe zaken is de vermindering van het
aantal klachten. Er valt op te merken dat bijna 30% van de nieuwe
zaken ex officio werden ingeleid. In absolute termen nam het aantal ex
officio-procedures het vorige jaar toe. Deze ontwikkeling spoort met
de doelstelling van het beleid die erin bestaat
standaardovereenkomsten via wetgeving te behandelen terwijl de
beschikbare middelen worden ingezet om een pro-actiever beleid te
voeren en zich toe te spitsen op de gevaarlijkste
concurrentieverstorende praktijken.
2000
1999
ANTITRUST
NIEUWE ZAKEN
- Ex officio 84 77
- Klachten 112 149
- Aanmeldingen 101 162
AFGESLOTEN ZAKEN
- Formele beschikkingen 36 68
- Informele procedures 343 514
CONCENTRATIES
- Aanmeldingen 345 292
- Beschikkingen 345 270
- Goedkeuringen in de eerste fase 321 254
- Beschikkingen in de tweede fase 17 10
- Verbodsbeschikkingen 2 1
STAATSSTEUN
- Niet-aangemelde steun 86 98
- Aangemelde steun 469 469