Persbericht
Uitkomsten NS-evaluatie Koninginnedag Amsterdam
15 mei 2001
De directie van NS heeft gisteren de interne evaluatie besproken van
het dramatisch verlopen vervoer van treinreizigers naar en van
Amsterdam Centraal op 30 april 2001. De evaluatie maakt duidelijk dat
NS Reizigers was voorbereid op een Koninginnedag als in voorgaande
jaren, met beheersbare drukte. Op een opeenstapeling van elkaar
versterkende extreme incidenten zoals dit keer plaatsvond, was de
NS-organisatie niet ingesteld.
Bij het trekken van conclusies moet het onderscheid tussen de oorzaak
van de ontregelingen en alles wat daaruit voortvloeide niet uit het
oog verloren worden. Oorzaak zijn de opgetreden wanordelijkheden
waartegen de huidige opzet van dienstregeling en organisatie
onvoldoende bestand gebleken is. Ook met aangepaste
treindienstmodellen en aanvullende maatregelen is de uitvoering van
dit soort massavervoeren kritisch, als discipline en begrip niet door
iedereen opgebracht worden. Garanties voor een goed verloop zijn niet
zonder meer te geven. Overleg met en medewerking van gemeenten waar
grootschalige evenementen georganiseerd worden is zonder meer
noodzakelijk. Het zoeken naar oplossingen bij het vervoer van zulke
grote concentraties mensen zal dan ook verder moeten reiken dan met
bestaande, resp. bekende modellen mogelijk is.
Daarnaast had in de bijsturing van het ontregelde treinverkeer op 30
april een aantal dingen anders kunnen verlopen, maar dat had aan de
essentie van de problemen die zijn opgetreden niets wezenlijks kunnen
veranderen.
De evaluatie is toegezonden aan de minister van Verkeer & Waterstaat
en aan de Driehoek in Amsterdam. NS zal binnenkort met diverse
betrokkenen buiten het bedrijf spreken over uitkomsten van de
evaluatie.
Het geduld en incasseringsvermogen van veel goedwillende reizigers is
zwaar op de proef gesteld. Claims naar aanleiding van de
gebeurtenissen op 30 april zullen door NS coulant worden behandeld.
Het verloop van 30 april
NS voerde op 30 april 2001, net als voorgaande jaren, een versterkte
zaterdag-dienstregeling uit. Dat betekent dat de meeste treinen in een
grotere samenstelling reden dan op een gewone zaterdag. Daarnaast
reden ieder uur twee extra Intercitys tussen Utrecht en Amsterdam.
Hiermee werd een vervoercapaciteit van zeker 30.000 reizigers per uur
geboden. De totale ontregeling van het treinverkeer in Amsterdam en
wijde omgeving blijkt primair veroorzaakt door het tussen ongeveer 9
en 12 uur veelvuldig aan de noodrem trekken in treinen in Amsterdam en
omgeving. In combinatie met de grote drukte leidden deze verstoringen
tot het steeds meer vertraagd raken van de treinenloop, waarin 42
treinen per uur in Amsterdam Centraal moesten aankomen en ook 42 weer
moesten vertrekken. Nadat grote groepen reizigers over de sporen waren
gaan lopen, werd rond het middaguur het treinverkeer naar en van
Amsterdam noodgedwongen stilgelegd. Besloten werd vanaf 16 uur het
treinverkeer te hervatten volgens een noodplan.
Elkaar versterkende technische en organisatorische problemen (storing
op het mobiele telefoonnet van machinisten en conducteurs; personeel
dat niet op tijd in dienst kon komen doordat het treinverkeer was
verstoord; knelpunten in de bijsturingsorganisatie; overbelasting van
communicatielijnen) en steeds weer optredend wangedrag
(noodremtrekken, vernielingen in treinen, over de sporen lopen,
agressie tegen personeel) hadden tot gevolg dat het treinverkeer van
de middag tot in de avond onvoldoende op gang kon komen.
Het was, in de voortdurend onverwacht wijzigende omstandigheden,
vrijwel onmogelijk voldoende overzicht over en grip op de situatie te
krijgen en te houden, informatie uit te wisselen met anderen binnen en
buiten NS en de enorme massa al uren wachtende reizigers voldoende
vervoer te bieden en adequaat te informeren. Daarbij duurde het lang
voordat bij het management duidelijk werd (en aan reizigers, personeel
en bestuurlijke instanties gemeld werd) dat de situatie niet meer
beheersbaar was. Na 21 uur begon het treinverkeer beter op gang te
komen. Tot diep in de nacht hebben treinen en bussen gezorgd voor
vervoer naar vele delen van het land.
Belangrijkste acties
- Mede in het licht van de volgend jaar startende verbouwing van
Amsterdam Centraal t.b.v. de Noord-Zuid-lijn zal gewerkt gaan worden
aan mogelijkheden om het vervoer op Koninginnedag 2002 in goede banen
te leiden. Conform de conclusies over het gebeurde op 30 april 2001
zullen oplossingen verder moeten reiken dan bestaande modellen. Bij de
voorbereiding zal de samenwerking met Gemeente, regiopolitie en GVB
geĂŻntensiveerd te worden.
- De crisisorganisatie van NS Reizigers zal anders gestructureerd
worden om aan extreme verstoringen als op 30 april 2001 beter het
hoofd te kunnen bieden. In dit licht is het ook nodig dat leden van de
crisisorganisatie hierop getraind worden, dat de communicatiemiddelen
worden uitgebreid en dat bij voorbaat hogere niveaus van management
betrokken worden. Met Railverkeersleiding zal een verbeterde structuur
voor de aanpak van calamiteiten worden opgezet.
- Er zullen maatregelen genomen worden om, ook bij grote drukte en bij
het niet kunnen rijden van treinen, reizigers te voorzien van adequate
informatie. De stationsomroep moet aangepast worden om ook in
rumoerige situaties verstaanbaar te zijn.
- NS ondersteunt het voornemen van de Driehoek om overleg te voeren
over een adequate inzet en uitbreiding van de Spoorwegpolitie.
Met Railned zal overlegd worden over mogelijkheden om de gevolgen van
misbruik van de noodrem te beperken.