15-05-2001
Mobiliteit met beleid
Koersbepaling voor het verkeers- en vervoerbeleid Zuid-Holland
Mobiliteit kan niet onbeperkt worden toegestaan, daarvoor is de
provincie Zuid-Holland te vol. Gedeputeerde Staten kiezen daarom in
hun nota Mobiliteit met beleid voor een strategisch mobiliteitsbeleid
met als hoofdlijnen:
* goede bereikbaarheid is noodzakelijk, maar wel selectief. De
Zuidvleugel van de Randstad bijvoorbeeld vergt een andere
benadering dan de landelijke gebieden;
* bij het maken van keuzes in de ruimtelijke ordening wordt
nadrukkelijker gelet op de effecten die zij hebben op de
ontwikkeling van de mobiliteit;
* meer kwaliteit in openbaar vervoer;
* meer aandacht voor fiets en ketenmobiliteit (dat wil zeggen dat
reizigers slim gebruik kunnen maken van op elkaar aansluitende
vervoerwijzen);
* duurzame oplossingen krijgen voorrang.
Hiermee geeft Zuid-Holland uitvoering aan het Nationaal Verkeers-
en Vervoerplan (NVVP), maar wel op een eigen manier; Zuid-Holland
wil de mobiliteitsbehoefte minder voortvarend bedienen dan het
NVVP.
Mobiliteit met beleid is de basis voor het Provinciaal Verkeers- en
Vervoerplan (PVVP). Gedeputeerde Staten hebben het koersdocument
Mobiliteit met beleid op 8 mei vastgesteld als voorstel voor overleg.
De Statencommissie REV bespreekt het plan op 23 mei.
Beheerste groei
De versnippering van het landschap neemt toe door verstedelijking en
infrastructuur. Dit vraagt om zuinig ruimtegebruik en extra aandacht
voor ruimtelijke kwaliteit. Volgens GS is er dan ook weinig ruimte
voor nieuwe wegen of extra verkeersstromen. Hiermee leggen GS een
ander accent dan het Nationaal Verkeers- en Vervoerplan (NVVP). GS
willen niet zonder meer tegemoet komen aan de mobiliteitsbehoeften.
Zij kiezen voor beheerste groei van de mobiliteit en voor een grotere
rol voor openbaar vervoer en de fiets. Bijzondere aandacht zal worden
geschonken aan alternatieven van voldoende kwaliteit voor de mobilist
en aan goede aansluitingen van verschillende reisvormen op elkaar
(ketenmobiliteit).
GS leggen een sterke relatie tussen ruimtelijke ordening en
mobiliteit. Zij kiezen voor verbetering van de bereikbaarheid van
steden en economische centra en voor verkeersluw houden van gebieden
waar verstedelijking ongewenst is. Dit bevordert het behoud van groene
ruimte en landschappelijke kwaliteit.
Duurzame oplossingen krijgen voorrang: het voorkómen van onnodige
(auto)mobiliteit door een goede spreiding en menging van wonen,
werken, voorzieningen en recreatie, het bieden van concurrerend
openbaar vervoer, en het beter benutten van bestaande infrastructuur.
Wat doet de provincie?
De provincie is van oudsher wegbeheerder en toetser van plannen.
Volgens Mobiliteit met beleid richt de provincie zich voortaan ook op
gebiedsgerichte regie en mobiliteitsmanagement.
Met gebiedsgerichte regie wil de provincie per gebied samenhang en
samenwerking tussen overheden en maatschappelijke partijen organiseren
en realiseren. Mobiliteitsmanagement moet reizen van deur tot deur met
verschillende systemen veel makkelijker maken. Dat betekent betere
afstemming tussen fiets, weg en rail en betere aansluiting tussen
nationale, regionale en lokale netwerken.
Samenwerking
Overheden moeten hun samenwerking onderling goed regelen. Vooral de
provincie kan die samenwerking organiseren door gebiedsgericht
verschillende partijen bij elkaar te roepen. De nota "Mobiliteit met
beleid" vormt de basis voor afstemming en afspraken hierover, in het
bijzonder met de Stadsregio Rotterdam en Stadsgewest Haaglanden.
Hoe nu verder?
Het provinciale mobiliteitsbeleid wordt de komende maanden besproken
met maatschappelijke partijen en geïnteresseerde inwoners en
mobilisten. Dit leidt in de nazomer tot een definitief koersdocument.
Het Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan (PVVP) wordt afgerond in
2002. Bij de herziening van streekplannen wordt de samenhang tussen
mobiliteit en ruimtelijke ordening verder vormgegeven.