De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
VVM/01.1781
datum 14-05-2001
onderwerp MKZ stand van zaken
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u een geactualiseerd overzicht toekomen met betrekking tot de uitbraak van Mond- en klauwzeer in Nederland.
datum
14-05-2001
kenmerk
VVM/01.1781
bijlage
Veterinaire situatie
Er zijn in de afgelopen week geen nieuwe besmettingen of verdenkingen
van MKZ bijgekomen. In totaal zijn nu ca. 200.000 dieren geruimd. Per
gebied is de situatie als volgt:
1. Ee/Anjum: de screening in dit gebied is zo goed als beëindigNaar
verwachting zijn de resultaten van het serologisch onderzoek eind
deze week beschikbaar.
2. Oosterwolde: de screening van de bedrijven rond Oosterwolde is
afgesloteIn de loop van de week zullen de resultaten van het
serologisch onderzoek beschikbaar komeAls de uitslagen negatief
zijn kan het toezichtsgebied voor zover niet samenvallend met het
gebied rond Oene, worden vrijgegeven.
3. Kootwijkerbroek: de ruimingen in Kootwijkerbroek zijn dit weekend
afgeronWel moeten nog een vijftiental hobbydieren worden geruimd;
de eigenaren van deze dieren hebben zich tot nu toe niet erg
coöperatief opgestelDe eindscreening van dit gebied is reeds
gestar
4. Noord-oost Veluwe: de ruimingen vorderen in dit gebied gestaag, er
moeten nog 50.000 dieren worden geruimNaar verwachting zal het
ruimen omstreeks 25 mei zijn beëindigDeze week zal rond Wijhe met
de eindscreening worden gestarDeze screening zal eind juni zijn
afgerond.
Versoepeling regelgeving
Met ingang van dit weekend is opnieuw een versoepeling van regelgeving
van kracht geworden ten aanzien van het vervoer van producten en
bezoek aan bedrijven. Zoals ik al heb aangekondigd tijdens het
Algemeen Overleg van 8 mei jl., is geheel Nederland buiten de
BT-gebieden met ingang van 11 mei Annex II gebied geworden. Dit
betekent dat vanuit deze gebieden de uitvoer van dierlijke producten
(waaronder vlees) nauwelijks meer aan beperkingen onderhevig is.
Vanuit het gebied beneden de Waal is in beginsel ook de export van
slachtvarkens rechtstreeks naar slachterijen in het buitenland
toegestaan.
Mest in beschermings- en toezichtsgebieden
In de beschermingsgebieden (B-gebieden) wordt de mest van besmette
bedrijven afgevoerd en verbrand. Van de overige bedrijven (geruimd al
dan niet na vaccinatie) wordt de mest vrijgegeven tegelijkertijd met
de vrijgave van het gebied.
Voor bedrijven die na de ruiming overvolle mestputten hebben, zodat
reiniging en ontsmetting van het bedrijf niet goed mogelijk is, wordt
een oplossing gezocht waarbij een deel van mest opgeslagen kan worden
in een centrale opslag. Uit onderzoek is gebleken dat aanzuren geen
reële optie is vanwege veiligheids- en kostenaspecten.
In de toezichtsgebieden (T-gebieden) is de aanwending van mest op
eigen percelen, onder voorwaarden, weer toegestaan. Dit geldt eveneens
voor de afvoer van varkensmest naar bedrijven zonder evenhoevigen
binnen het toezichtsgebied. Daarnaast is afvoer van kalvergier naar
centrale bewerkingsinstallaties mogelijk. De aanwending van vaste mest
op grasland is niet toegestaan, omdat vaste mest niet ondergewerkt kan
worden op grasland. Deze restrictie heeft in de praktijk slechts zeer
beperkte gevolgen.
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat aldus binnen de huidige
regels voor mestaanwending en -afvoer in de toezichtsgebieden
voldoende mogelijkheden worden geboden voor de verwerking van de op de
bedrijven aanwezige mest.
Stand van zaken opkoopregelingen
Sinds 14 mei is het slachten van varkens en kalveren in het
toezichtsgebied Kootwijkerbroek weer toegestaan. Dit gebeurt onder de
volgende voorwaarden:
* klinische inspectie van de bedrijven;
* afvoer in speciale wagens;
* planning voor slacht wordt door slachterijen opgesteld en met RVV
afgestemd.
Het toestaan van slachten van varkens en kalveren in het
toezichtsgebied Kootwijkerbroek houdt tegelijkertijd in dat de
opkoopregeling voor dat gebied buiten werking wordt gesteld.
In het toezichtsgebied Kootwijkerbroek is het vervoer van biggen (1 op 1) tussen bedrijven weer mogelijk. Om deze reden wordt ook de opkoopregeling van biggen ingetrokken. Het weer toestaan van het slachten van varkens en kalveren en het 1 op 1-transport is verantwoord omdat de ruimingen in het gebied achter de rug zijn en de laatste uitbraak van MKZ 6 weken geleden heeft plaatsgevonden. In het toezichtsgebied Oene is aan deze voorwaarden nog niet voldaan.
Nu de Europese Unie heel Nederland behoudens de Beschermings en
Toezichtsgebieden met ingang van vrijdag 11 mei de annex 2 status
verleend heeft en de export van vlees en vleesproducten weer mogelijk
is, heb ik besloten de opkoopregelingen om welzijnsredenen buiten
BT-gebieden buiten werking te stellen.
Commissie Wensing
Op 14 mei is een rapportage van de Commissie van Toezicht (commisie
Wensing) ontvangen. De Commissie heeft de volgende bevindingen gemeld:
* Het ruimingsproces op melkveehouderijbedrijven verloopt correct;
* Bij kalverbedrijven die zijn aangemeld voor de opkoopregeling
verloopt het dodingsproces moeizaam. Aanbevolen wordt de kalveren
zoveel mogelijk levend af te voeren. Hieraan zal zo veel mogelijk
gevolg worden gegeven;
* De Commissie constateert een overbezetting van stallen op
varkensen kalvermestbedrijven alsmede schapenen geitenbedrijven.
Geadviseerd wordt de opkoopregeling ook open te stellen voor
schapen en geiten en tevens weidegang mogelijk te maken. Een
opkoopregeling voor schapen en geiten acht ik in EU-verband niet
haalbaar.Weidegang is inmiddels in het toezichtsgebied rond
Kootwijkerbroek toegestaan. In de andere gebieden (Ee/Anjum en
Noordoost Veluwe) is dit om veterinaire redenen nog niet mogelijk.
* Voorts vraagt de Commissie aandacht voor de doding van drachtige
koeien en de niet goed over de dag gespreide aanvoer van dieren
naar de slachterijen. De RVV zal bij haar dagelijkse planning met
deze zaken rekening houden.
Noodfonds
Het kabinet is afgelopen vrijdag akkoord gegaan met de instelling van
een noodfonds MKZ. Het doel van dit fonds is bedrijven die getroffen
zijn door de MKZ-crisis en buiten de tot nu toe getroffen maatregelen
vallen, een ondersteuningsfaciliteit te bieden. Hierbij wordt gedacht
aan rentesubsidie op een overbruggingskrediet (of werkkapitaal) of
voor krediet dat nodig is om investeringen te doen om de gevolgen van
de crisis te boven te komen.
Voor wat betreft de financiering van het fonds wordt gedacht aan een
bijdrage van de rijksoverheid, de provincies en het bedrijfsleven. Bij
de financiering van het fonds wordt gedacht aan het koppelen van
middelen van de rijksoverheid, provincies en bedrijfsleven. De
rijksoverheid wil f 25 miljoen in het fonds stoppen en additioneel f
35 miljoen, doch dit laatste alleen indien daar een even grote
bijdrage van het bedrijfsleven en de provincies tegenover staat. De
maximale omvang van het fonds komt hiermee op f 95 miljoen.
Overwogen wordt om als rechtsvorm een onafhankelijke stichting te
kiezen.
Deze week zal overleg plaatsvinden met organisaties van het
bedrijfsleven en met provincies om te polsen in hoeverre deze bereid
zijn een bijdrage te leveren. Een meer concrete uitwerking zal aan de
ministerraad van vrijdag 18 mei worden voorgelegd.
Follow up Algemeen Overleg 8 mei
Tijdens het Algemeen Overleg van 8 mei heb ik een schriftelijke
rapportage toegezegd over de gehanteerde prijzen in de verschillende
ruimingsgebieden en de juistheid van berichten dat binnen één te
ruimen gebied verschillende taxatieprijzen zijn/worden gehanteerd.
Taxatie van de te ruimen dieren geschiedt op basis van de actuele
marktprijzen van het moment van uitbraak van MKZ in het betreffende
gebied. Voor één ruimingsgebied gelden steeds dezelfde prijzen als
uitgangspunt. Tussen ruimingsgebieden kunnen er verschillen bestaan
omdat er van een ander tijdstip van uitbraak sprake is. Van
onredelijkheid of willekeur is derhalve geen sprake.
Eind april zijn gedurende enkele dagen abusievelijk verkeerde prijzen
gehanteerd voor enkele tientallen taxaties. De gedupeerde agrariërs
zullen door middel van een hertaxatie en een aanvullende beschikking
worden gecompenseerd. Naar verwachting zullen uiterlijk 18 mei alle
aanvullende beschikkingen zijn verstuurd.
Voorts heb ik toegezegd dat ik een meldpunt zal instellen waar
berichten over verdachte verschijnselen bij reeën kunnen worden
gedeponeerd. Dit meldpunt voor verdacht wild is reeds per vrijdag
11-5-2001 ingesteld bij het Regionaal Crisis Centrum (RCC) te
Garderen.
Evaluatie
De relatie tussen LNV en het Crisis Onderzoek Team (COT) is in de
periode 1998 tot heden gebaseerd op twee overeenkomsten.
Ten eerste is tussen het COT en LNV op 01 december 1998 een
overeenkomst afgesloten, waarin sprake is van de volgende diensten,
verdeeld over 5 deelprojecten:
1. Het adviseren en ondersteunen bij het vormgeven van een bestendige
crisisorganisatie, alsmede het adviseren met betrekking tot het
actueel houden van een dergelijke organisatie, inclusief de
bijbehorende draaiboeken en plannen.
Dit heeft geleid tot een deelproject, met een drietal producten:
een beknopt commentaar op een toen voorliggend concept handboek
(oktober 1998), enkele algemene aandachtspunten voor de
ontwikkeling van draaiboeken (mei 1999) en advies en aanbevelingen
naar aanleiding van een desk research van een viertal algemene
handboeken (september 2000). Op geen enkel moment zijn specifieke
crisisdraaiboeken, zoals het draaiboek MKZ, in de oordeelsvorming
betrokken.
2. Het ondersteunen bij het onderzoek naar toekomstige bedreigingen
en crises op het beleidsterrein van LNV, en
3. strategische advisering met betrekking tot toekomstscenario's.
Deze beide deelprojecten hebben nog niet tot producten geleid.
Hierover is geen misvatting tussen COT en mijn departement.
4. Het bieden van brede ondersteuning bij crisisvoorbereiding, het
adviseren en ondersteunen bij oefeningen en simulaties in dit
verband.
Dit deelproject heeft geleid tot een MKZ-simulatie (november
1998), een simulatie Millennium (april 1999) en een simulatie voor
Landbouwattaché's (februari 2000).
Overigens was al eerder een simulatie MKZ (december 1997) door het
COT verzorgd. Voor wat betreft deze MKZ-simulaties merk ik op, dat
zij beide geleid hebben tot aanbevelingen van de kant van het COT,
maar dat het COT niet betrokken is geweest bij de implementatie
van die aanbevelingen. Ook is het COT op andere wijze nooit
betrokken geweest bij beleidsvoorbereidingen in het kader van de
bestrijding van MKZ. Het COT heeft ook niet geadviseerd bij de
huidige MKZ-crisis.
5. Het bieden van ondersteuning en/of het uitvoeren van analyses met
betrekking tot de evaluatie van crises. Tot aan de evaluatie van
de huidige MKZ-crisis is aan dit deelproject geen uitvoering
gegeven.
Ten tweede is in oktober 2000 een afzonderlijke overeenkomst
gesloten met het COT over inbreng vanuit het COT in het
Opleidingsplan Crisismanagement van LNV. Deze overeenkomst is het
gevolg geweest van een procedure, waarbij met 6
opleidingsinstituten gesprekken zijn gevoerd c.q. offertes zijn
aangevraagd. Uiteindelijk is ervoor gekozen een tweetal instituten
90 % van de opleiding te laten uitvoeren. Een van die twee is het
COT. Deze activiteiten zijn lopende de MKZ-crisis opgeschort.
Op grond van het genoemde onder punt 5 is in maart 2001 contact
opgenomen met het COT- Universiteit Leiden en is een voorstel
geaccordeerd inhoudende:
* De rapporten worden uitgebracht onder exclusieve
verantwoordelijkheid van het COT aan de minister van LNV. De
minister zal deze rapporten ter kennis brengen van de Tweede
Kamer.
* Het uitbrengen van seriële rapporten waarin per serieel rapport
gekozen aspecten van de LNV-aanpak worden uitgediept tegen een
achtergrond van een algehele evaluatie van de LNV-aanpak.
Uiteindelijk worden de deelevaluaties afgerond met een
overkoepelend evaluatierapport over de gehele periode.
* Het betrekken van de periode voorafgaand aan de uitbraak in een
afzonderlijk rapport waarbij onderscheid gemaakt zal worden tussen
een meer globale analyse van de context waarin het beleid tot
stand is gekomen en een meer specifieke analyse en beoordeling van
de periode voorafgaand aan de MKZ-uitbraak.
Langs deze weg acht ik een zorgvuldige en onafhankelijke evaluatie
gegarandeerd.
Van de zijde van de SGP is mij gevraagd aan te geven, voor welk
onderdeel van de orderportefeuille het COT afhankelijk is van LNV. Ik
kan terzake slechts aangeven dat in de laatste 3 jaar LNV voor in
totaal f 200.000 aan het COT heeft betaald voor verleende diensten.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst