http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=414927
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie Europese Zaken en de Vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa Algemene Integratie Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 14 mei 2001 Auteur A.D. Uilenreef
Kenmerk DIE-278/01 Telefoon 070-3484209
Blad /1 Fax 070-3484086
Bijlage(n) Geen E-mail arjan.uilenreef@minbuza.nl
Betreft Verordening openbaarheid: advies Raad van State
Zeer geachte Voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg Europese Zaken van 26 april jl. vroegen enkele
leden van de Kamer om een advies van de Raad van State over de verordening
openbaarheid (artikel 255 EG). Ik heb toen aangegeven hierover geen
toezegging te willen doen, maar het verzoek met de betrokken collega's te
zullen bespreken. Ik kan u hierover, mede namens de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van
Buitenlandse Zaken, als volgt informeren.
Overleg met mede-ondertekenaars leidde tot de conclusie dat een advies van
de Raad van State thans niet zinvol is. Alle lidstaten hebben zich in
Coreper akkoord verklaard met de ontwerp-verordening. Op 14/15 mei a.s. zal
dit akkoord op de agenda staan van de Algemene Raad, ter politieke
bevestiging. Het Europees Parlement heeft op 3 mei jl. eveneens voor de
ontwerp-verordening gestemd (het voorstel wordt via de codecisie-procedure
aangenomen). Een advies van de Raad van State zal derhalve geen enkele
invloed meer kunnen uitoefenen op de besluitvorming.
In de op 24 april jl. aan de Kamer gezonden brief (Kamerstukken 2000-2001, 21 501-02 nr.381) heeft u kennis kunnen nemen van de appreciatie van de Regering van de voorliggende openbaarheidsverordening. De Regering geeft hierin te kennen, zoals ik eveneens heb toegelicht in het overleg met uw Kamer van 26 april jl., in te stemmen met het voorstel.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Kenmerk
DIE-278/01
Blad /1
===