Dossier MKZ
Wijziging Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en
klauwzeer 2001
dd. 14-05-2001 10:30 uur
14 mei 2001
Toelichting
Met de onderhavige regeling worden enkele versoepelingen aangebracht
in de Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond en
klauwzeer 2001.
Ingevolge het aan artikel 5 toegevoegde derde lid is het onder
bepaalde voorwaarden toegestaan om vervoermiddelen, bestemd of
kennelijk bestemd voor het vervoer van vee, eenmalig leeg te
verplaatsen vanuit de toezichtsgebieden. Deze vervoermiddelen, die tot
nu toe ongebruikt vaststonden in de toezichtsgebieden, kunnen
vervolgens buiten die gebieden worden ingezet, mits wordt voldaan aan
de Regeling compartimentering Nederland MKZ 2001 III. De
vervoermiddelen mogen niet terugkeren naar de toezichtsgebieden.
Dergelijke vervoermiddelen kunnen slechts uit het toezichtsgebied
worden verplaatst indien de bestuurder ervoor zorg heeft gedragen dat
het vervoermiddel is ontsmet overeenkomstig een door de Minister
goedgekeurd hygiëneprotocol op een op grond van artikel 23 van de
Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000
geregistreerde reinigings- en ontsmettingsplaats. Van de reiniging en
ontsmetting wordt overeenkomstig die regeling aantekening gemaakt in
het daarvoor bestemde geschrift. Tevens dient de bestuurder van het
verplaatsen voorafgaand aan het verplaatsen met een daartoe ter
beschikking gesteld formulier melding te doen aan de Minister en dient
een afschrift van het formulier tijdens het verplaatsen op het
vervoermiddel aanwezig te zijn. Het formulier is, onder andere,
beschikbaar via internet.
Het is om veterinaire redenen voorts niet langer noodzakelijk het
vervoer van diepgevroren rundersperma vanuit de toezichtsgebieden te
verbieden, mits het betreffende sperma voor 20 februari 2001 is
gewonnen. Artikel 7, derde lid, geeft hieraan uitvoering. Voorts wordt
ingevolge artikel 7, vierde lid, het vervoer van sperma naar en binnen
de toezichtsgebieden toegestaan indien het sperma afkomstig is van
buiten de toezichtsgebieden en de aflevering binnen de
toezichtsgebieden geschiedt op de openbare weg, direct grenzend aan
het bedrijf van bestemming.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
BESLUIT:
Gelet op artikel 9 van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van de
Europese Gemeenschappen van 18 november 1985 tot vaststelling van
gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer
(PbEG L 315) en op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG
van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake
veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire
handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het
vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L
224);
Gelet op de artikelen 17, 30, eerste en vierde lid, en 31 van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
Artikel I
De Regeling verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en
klauwzeer 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A.
In artikel 2 van deze regeling wordt 'van toepassing verklaarde
artikelen van deze regeling' vervangen door: van deze regeling van
toepassing verklaarde artikelen of onderdelen daarvan.
B.
Aan artikel 5 wordt het volgende lid toegevoegd:
3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het eenmalig
rechtstreeks verplaatsen van lege vervoermiddelen, bestemd of
kennelijk bestemd voor het vervoer van vee, uit het
toezichtgebied, mits:
a. de bestuurder van het vervoermiddel ervoor zorg draagt dat
het vervoermiddel langs de kortste weg binnen het
toezichtsgebied wordt verplaatst naar een binnen het
toezichtsgebied gelegen, op grond van artikel 23 van de
Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke
dierziekten 2000 geregistreerde, reinigings- en
ontsmettingsplaats waar het vervoermiddel wordt gereinigd en
ontsmet overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd
hygiëneprotocol en het vervoermiddel onmiddellijk na die
reiniging en ontsmetting wordt verplaatst uit het
toezichtsgebied, en
b. van het verplaatsen voorafgaand door de bestuurder met een
daartoe ter beschikking gesteld formulier melding wordt
gedaan aan de Minister en een afschrift van het formulier op
het vervoermiddel aanwezig is.
C.
Aan artikel 7 worden de volgende leden toegevoegd:
4. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op
het rechtstreeks vervoer vanuit het toezichtsgebied van
diepgevroren rundersperma dat is geproduceerd voor 20 februari
2001.
5. Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op
het vervoer van rundersperma, varkenssperma en sperma van schapen
en geiten, als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling handel
levende dieren en levende producten, alsmede sperma van andere
evenhoevigen, mits dat sperma geproduceerd is buiten het
toezichtsgebied en de levering geschiedt op de openbare weg,
direct grenzend aan het bedrijf van bestemmin
Artikel II
Deze regeling wordt op 14 mei 2001 om 10.30 uur bekendgemaakt aan de
media en treedt onmiddellijk daarna in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
Regeling