Taken bodemsanering naar gemeente
Op 1 oktober volgend jaar zal de gemeente alle taken en bevoegdheden
op het gebied van bodemsanering in Nijmegen hebben overgenomen van de
provincie Gelderland. De overname zal gefaseerd verlopen. Deze week is
begonnen met de eerste taken. Vanaf 7 mei is de gemeente
verantwoordelijk voor onderzoek en sanering van locaties die om een of
andere reden door de overheid moeten worden aangepakt. Daarbij kan het
gaan om terreinen die eigendom zijn van de gemeente of om
veront-reinigingen waarvan niet duidelijk is wie de vervuiler is en
wie aansprakelijk kan worden gesteld. Bovendien moet en vermoedens van
bodemverontreiniging voortaan gemeld worden bij de gemeente; die
onderneemt dan verdere actie.
Voor particulieren en bedrijven die zelf een bodemsanering uitvoeren
verandert er nog niets. Voor deze saneringen blijft de provincie in
principe nog het bevoegde gezag.
De overname van taken en bevoegdheden is een gevolg van de
beleidsvernieuwing bodemsanering (ook wel BEVER genoemd) en het
Kabinetsstandpunt van juni 1997 waarin werd voorgesteld dat gemeenten
een nadrukkelijke rol moeten krijgen bij het uitvoeren van
bodemsaneringen. Op het verzoek van de minister van VROM om deze taken
en bevoegdheden, die voortvloeien uit de Wet bodembescherming, over te
nemen voor het Nijmeegse grondgebied heeft de Gemeenteraad op 20
september 2000 al "ja" gezegd. Na gedegen voorbereiding gaat nu de
eerste fase in. Met ingang van 1 oktober 2002 moet de overname
helemaal geregeld zijn. Er is met opzet voor een overbruggingsperiode
gekozen opdat de gemeente Nijmegen zich zorgvuldig kan voorbereiden op
de nieuwe taken en verantwoordelijkheden. In deze periode vindt er
iedere twee maanden overleg plaats tussen de provincie en de gemeente.
De provincie houdt bovendien de mogelijkheid om acties van de gemeente
achteraf te toetsen. Die afspraken zijn gemaakt om de overgang soepel
te laten verlopen en om het milieubelang te waarborgen.
Voordelen
De meerwaarde van de overdracht van taken en bevoegdheden is
tweeledig:
1. Kostenbesparing doordat bodemsanering meteen meegenomen kan worden
in ruimtelijke plannen zoals woningbouw, revitalisering van
(bedrijfs)terreinen en stadsvernieuwing;
2. Tijdwinst door betere afstemming van eisen op grond van
verschillende wetten zoals de Wet Bodembescherming, de Woningwet,
de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Wet Milieubeheer en de Wet
Stedelijke Vernieuwing. Deze afstemming vindt vanaf 2002 binnen
één overheidsinstantie plaats: de gemeente. Dit zal leiden tot
efficiënter doorlopen van procedures.
Voor burgers en bedrijven is er nog een ander voordeel: in de toekomst
kunnen zij met bouw- en/of saneringsplannen terecht bij één
gemeentelijk loket.
Fasering en samenwerking
In de periode tot 1 oktober 2002 wordt de organisatiestructuur van de
gemeente waar nodig aangepast, het beleid verder vorm gegeven en
ervaring opgedaan met de nieuwe taken. In principe gebeurt dat in 3
fasen. De eerste is dus nu in werking getreden. De tweede fase gaat in
op 1 april 2002. In deze twee fasen worden er - op basis van artikel
107 van de provinciewet - bevoegdheden van de provincie gedelegeerd
naar de gemeente. De derde fase tenslotte valt samen met het moment
waarop de gemeente Nijmegen alle taken en bevoegdheden krijgt
toegewe-zen van het ministerie van VROM. De fasering vindt plaats in
overleg en samenwerking met de provincie.