Ministerie van Algemene Zaken


1red9508
11-5-2001, NOS, Met het oog op morgen, Radio1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT KOK, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER DE UITSPRAKEN VAN IMAMS OVER HOMOSEKSUALITEIT

CARASSO:
Meneer Kok, vindt u de uitlatingen van de imams discriminerend?

KOK:
Ik ben er erg van geschrokken. De manier waarop men zich uitsprak, eerst één en daarna nog enkele anderen, als uiting van solidarisering met hem , vooral ook dus de manier waarop men zich uit over homoseksualiteit en homoseksuelen, dat is niet goed.

CARASSO:
De vraag is: valt het onder discriminatie, wat niet mag volgens de Grondwet, of valt het onder de vrijheid van godsdienst, wat ook in de Grondwet staat?

KOK:
Er is in elk geval een strafrechtelijke procedure gestart. U weet dat in de rolverdeling de politiek zich ook buiten het geven van oordelen houdt over hoe dan zo'n strafrechtelijke procedure moet uitmonden. Dus dat moet juist met de wet in de hand, het wetboek van strafrecht, worden beoordeeld door degene die daarvoor competent is. Dus ik wil me van die juridische, strafrechtelijke beoordeling onthouden. Maar ik zeg wel dat ik erg geschrokken ben van de manier waarop hierover is gesproken.

CARASSO:
Zou u misschien wel kunnen aangeven hoe ver een moslim of een christen mag gaan in het zich beroepen op vrijheid van godsdienst?

KOK:
Dat is vrij moeilijk. Ik denk dat dat ook een onderwerp van gesprek zou moeten zijn, misschien wel breder dan alleen met de imams. We moeten natuurlijk respect hebben, over en weer, dus we moeten ook respect hebben voor bepaalde opvattingen die men in de levensbeschouwelijke of kerkelijke wereld heeft. Ik heb niet zo lang geleden nog eens wat uitgebreid gesproken, naar aanleiding van een klacht, met kardinaal Simonis. Toen hebben we het niet zo bijzonder over dit onderwerp gehad, maar wel bijvoorbeeld over de homowetgeving. U weet dat men in de katholieke kerk ook niet bepaald gelukkig is met het homohuwelijk, wetgeving terzake. Maar ik zou toch dat soort opvattingen, ook over wat je dan in de wet neerlegt bijvoorbeeld, echt goed willen onderscheiden van de manier waarop men zich bij het beschrijven van homoseksualiteit daarover uit. De uitingen, ik heb er weinig zin in om die hier ook nog een keer te citeren, we weten allemaal wat de imam gezegd heeft, gaan echt over de grens van het toelaatbare uit het oogpunt van respect voor elkaar. Dat is toch in de Nederlandse samenleving wel heel belangrijk, dat we respect hebben en tonen voor elkaar, ook als het gaat om anders denken, anders zijn, anders gericht zijn. Als die norm van respect voor elkaar en tolerantie wordt overschreden, kom je al snel in een gevarenzone, waarbij het ene woord het andere gaat uithalen. Daar komt maar zelden iets goeds uit.

CARASSO:
Bedoelt u dan te zeggen: je kan het moeilijk uit de Bijbel schrappen of moeilijk uit de Koran schrappen, maar je moet het niet zo naar buiten dragen?

KOK:
Nou, niet zó. Niet de opvatting, niemand mag het recht worden ontzegd om op basis van de godsdienst of levensovertuiging die men aanhangt ook een standpunt te hebben, al dan niet onder verwijzing naar de Bijbel of de Koran. Het gaat erom hoe men de formuleringen kiest die men hanteert. Die formuleringen waren echt over de grens.

CARASSO:
De uitspraken waren gedaan op televisie. Wie weet gebeurt het wel elke vrijdagmiddag in elke willekeurige moskee in Nederland. Is daar een beetje zicht op eigenlijk?

KOK:
Laten we ons nu maar houden bij wat in ieder geval door ons allemaal is geregistreerd en wat naar de mening van collega Van Boxtel, en ik deel die opvatting, ook aanleiding is om daarover grondig in gesprek te gaan met de betrokken imam, maar ook met anderen. Ik denk ook dat in diezelfde groeperingen ook weer andere mensen zullen zijn die hier wat genuanceerder over denken, die ook oog zullen hebben voor de proporties waarbinnen die verschillen van inzicht zich behoren te bewegen. Ik kan alleen maar vurig hopen dat we hier de nodige tijd en aandacht aan willen besteden met elkaar. Dat we doen met een oogmerk om te kijken elkaar te kunnen vinden. Want als we elkaar zo scherp verwijten maken dat we elkaar dan op voorhand de deur wijzen, dan hebben we misschien wel een krachtige daad gesteld of een krachtig signaal gewezen, maar dat leidt ook maar weer zelden tot iets goeds.

CARASSO:
Maar wat wordt de inzet van het gesprek van minister Van Boxtel? Hij kan moeilijk zijn geloofsovertuiging gaan veranderen.

KOK:
Hij heeft dat vorige week op de televisie al goed aangegeven: wijzen op de verantwoordelijke rol die imams vervullen, wijzen op de belangrijke rol die men heeft in de begeleiding van het integratieproces, wijzen op de wijze waarop wij in onze Grondwet enerzijds de vrijheid van levensovertuiging, maar ook de gelijkwaardigheid van alle mensen hebben verankerd. Ook de Wet Gelijke Behandeling, die dat ook niet alleen respecteert, maar zelfs uitdrukt. En in dat kader verduidelijken hoe dat in onze samenleving ligt en ook aandringen op het beter betrachten van zorgvuldigheid, om ernstige ontsporingen, zoals we die de afgelopen week hebben gehad, in de toekomst te helpen voorkomen.

CARASSO:
Deze imams zijn opgeleid in de landen waar ze vandaan komen, in dit geval Marokko. Ze staan te boek als zeer conservatief. Wordt het zo langzamerhand niet tijd voor een Nederlandse imam-opleiding?

KOK:
Ik wil het helemaal niet uitsluiten, maar ik denk niet dat we de discussie daarover moeten laten prevaleren boven het nu in gesprek brengen van de thematiek die nu aan de orde is. Want we kunnen wel voor een toekomstige generatie nieuwe opleidingen gaan maken, maar intussen is nu gebeurd wat hier gebeurd is.

CARASSO:
Maar het een hoeft het ander ook niet uit te sluiten. Het kan een startpunt zijn.

KOK:
We kunnen het niet over de kant laten gaan, en ook allerlei andere verdergaande gedachtevorming hierover zullen we niet uit de weg moeten gaan. Dus daar zullen we zeker op voorstel van collega Van Boxtel of andere ministers nader over kunnen komen te praten.

CARASSO:
Maar vindt u het zelf een goed idee?

KOK:
Ik vind (...) kunnen altijd schadeveroorzakend zijn. Juist omdat die risico's aanwezig zijn...

CARASSO:
(...) De discussie komt tenminste op gang, in het openbaar.

KOK:
Ja, mits we dan ook maar bereid zijn niet een dialoog tussen doven te voeren, maar elkaar echt te verstaan en ook elkaar te respecteren. Daarvoor is de beginzet van vorige week niet bemoedigend geweest.
(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, HK)