Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
http://www.minlnv.nl
MIN LNV: deel 2 Compartimentering Nederland MKZ 2001 III
Paragraaf 7: Gespecificeerd hoog-risico-materiaal
Artikel 7.1
1. Het vervoer van gespecificeerd hoog-risico-materiaal is verboden.
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien:
a. de vervoerders van het gespecificeerd hoog-risico-materiaal zijn
aangewezen door de Minister;
b. het vervoer naar het bedrijf waar zich het betrokken gespecificeerd
hoog-risico-materiaal bevindt alsmede het vervoer naar een
verwerkingsbedrijf geschiedt langs een door de Minister aangewezen
route;
c. de voor het vervoer van gespecificeerd hoog-risico-materiaal
gebruikte vervoermiddelen tijdens het vervoer op zodanige wijze zijn
afgedekt dat verspreiding van smetstof niet kan plaatsvinden;
d. het betrokken vervoermiddel alsmede andere voorwerpen bij aankomst
op en voor vertrek vanaf het bedrijf worden gereinigd en ontsmet
overeenkomstig een door de Minister goedgekeurd hygiëneprotocol, en
e. de inzittenden van het vervoermiddel bij het verlaten en het
opnieuw betreden van het betrokken vervoermiddel op het bedrijf waar
het gespecificeerd hoog-risico-materiaal wordt opgehaald, een afdoende
reinigings- en ontsmettingsbehandeling ter voorkoming van
smetstofverspreiding ondergaan.
3. In aanvulling op het tweede lid mag het vervoer van gespecificeerd
hoog-risico-materiaal van een bedrijf naar een verwerkingsbedrijf
geschieden via overlaadstations als bedoeld in artikel 13 van het
Destructiebesluit, mits het vervoer geschiedt langs hoofdwegen en
snelwegen. Het tweede lid, onderdeel d, is van overeenkomstige
toepassing bij de aankomst op en bij het vertrek van een
overlaadstation.
Paragraaf 8: Slotbepalingen
Artikel 8.1
Deze regeling is, met uitzondering van artikel 5.1, niet van
toepassing op in de bijlage bij de Regeling verbodsbepalingen
aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer 2001 bedoelde
gebieden.
Artikel 8.2
Deze regeling laat de Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke
producten mond- en klauwzeer 2001 II onverlet.
Artikel 8.3
1. Een hygiëneprotocol dat op grond van de artikelen 8.1, derde lid,
onderdeel a, onderscheidenlijk 8.1, derde lid, onderdeel c,
onderscheidenlijk 8.1, vierde lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 7.1,
vierde lid, onderdeel e, van de Regeling compartimentering Nederland
mond- en klauwzeer 2001 II door of namens de Minister is goedgekeurd,
geldt als een door de Minister op grond van de artikelen 4.2, eerste
lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 4.2, eerste lid, onderdeel b,
onderscheidenlijk 4.2, tweede lid, onderdeel a, onderscheidenlijk 7.1,
tweede lid, onderdeel e, goedgekeurd hygiëneprotocol.
2. Een aanwijzing van een vervoerder op grond van artikel 7.1, eerste
lid, onderdeel a, van de Regeling compartimentering Nederland mond- en
klauwzeer 2001 II geldt als een aanwijzing op grond van artikel 7.1,
tweede lid, onderdeel a.
3. Een aangewezen route op grond van artikel 7.1, vierde lid,
onderdeel b, van de Regeling compartimentering Nederland mond- en
klauwzeer 2001 II geldt als een aangewezen route op grond van artikel
7.1, tweede lid, onderdeel b.
Artikel 8.4
De Regeling compartimentering Nederland mond- en klauwzeer 2001 II, de
Tijdelijke regeling vervoersverbod mond- en klauwzeer 2001, de
Tijdelijke regeling verzamelverbod mond- en klauwzeer 2001 en de
Tijdelijke regeling evenementenverbod vee en pluimvee mond- en
klauwzeer 2001 worden ingetrokken.
Artikel 8.5
In artikel 9, derde, vijfde en zevende lid, van de Regeling
verbodsbepalingen aangewezen toezichtsgebieden mond- en klauwzeer
2001, wordt 'Regeling compartimentering Nederland mond- en klauwzeer
2001 II' telkens vervangen door: Regeling compartimentering Nederland
mond- en klauwzeer 2001 III.
Artikel 8.6
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling compartimentering
Nederland mond- en klauwzeer 2001 III.
Artikel 8.7
Deze regeling wordt op 11 mei 2001 om 12:30 uur bekendgemaakt aan de
media en treedt onmiddellijk daarna in werking, met uitzondering van
artikel 2.3, dat op 14 mei 2001 om 18.00 uur in werking treedt.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
Bijlage I bij de Regeling compartimentering Nederland mond- en
klauwzeer 2001 III
Gebied Noord 1
1. Vanaf de Noordzee ter hoogte van het Eierlandse Gat de
provinciegrens Noord-Holland volgend in zuid-oostelijke richting tot
de A27.
2. De A27 volgend in zuidelijke richting tot het Boven-Merwede.
3. Het Boven-Merwede volgend in westelijke richting overgaand in
Hollandsch Diep, overgaand in het Haringvliet tot de Noordzee.
4. Vanaf de Noordzee de kustlijn volgend in noordelijke richting tot
het Eierlandse Gat.
Gebied Noord 2
1. De provinciegrens Friesland-Flevoland bij het drie-provinciepunt
(provinciegrenzen Noord Holland, Friesland en Flevoland) vanaf het
IJsselmeer volgend in oostelijke richting tot de kruising met de
provinciegrens Overijssel.
2. De provinciegrens Friesland-Overijssel volgend in noordoostelijke
richting tot de kruising met de provinciegrens Drenthe.
3. De provinciegrens Drenthe-Overijssel volgend in zuidoostelijke
richting tot de landsgrens Nederland-Duitsland.
4. De landsgrens volgend in zuidelijke richting tot de Waal.
5. De Waal volgend in westelijke richting overgaand in het
Boven-Merwede tot de A27.
6. De A27 volgend in noordelijke richting tot de provinciegrens
Utrecht-Flevoland.
7. De provinciegrens Utrecht-Flevoland volgend in noordwestelijke
richting overgaand in de provinciegrens Noord Holland-Flevoland tot de
provinciegrens Friesland.
Gebied Noord 3
1. De landsgrens Nederland-Duitsland vanaf de Noordzee volgend in
zuidelijke richting via de Waddenzee overgaand in de Eems overgaand in
de Dollard tot de landsgrens.
2. De landsgrens volgend in zuidelijke richting tot provinciegrens
Drenthe-Overijssel.
3. De provinciegrens Drenthe-Overijssel volgend in westelijke
richting tot de provinciegrens Friesland.
4. De provinciegrens Friesland-Overijssel volgend in zuidwestelijke
richting tot de provinciegrens Flevoland.
5. De provinciegrens Flevoland-Friesland volgend in westelijke
richting tot de provinciegrens Noord Holland.
6. De provinciegrens Noord Holland .Friesland volgend in
n00rdwestelijke richting tot de landsgrens.
7. De landsgrens volgend in noordoostelijke richting tot de
landsgrens Nederland-Duitsland.
Gebied Zuid 1
1. Vanaf het Haringvliet de rivier volgend in oostelijke richting,
overgaand in noord-oostelijke richting in het Hollandsch Diep,
overgaand in de Nieuwe Merwede, overgaand in de Boven-Merwede tot de
snelweg A27/E11.
2. De snelweg A27/E11 volgend in zuidelijke richting tot de snelweg
A16/E19.
3. De A16/E19 volgend in zuidelijke richting tot de grensovergang
Hazeldonk.
4. Vanaf grensovergang Hazeldonk de landsgrens volgend in
zuid-westelijke richting tot de Noordzee.
5. De Noordzee volgend in noord-oostelijke richting tot de rivier het
Haringvliet.
Gebied Zuid 2
1. Vanaf de A27 de rivier de Boven-Merwede (Sleeuwijk) volgend in
oostelijke richting overgaand in de Waal.
2. De Waal volgend in oostelijke richting tot de A50.
3. De A50 volgend in zuidelijke richting tot de A73.
4. De A73 volgend in oostelijke richting overgaand in zuidoostelijke
richting tot afslag 6 (Boxmeer).
5. Vanaf de A73 afslag 6 de N272 volgend in zuidwestelijke richting
tot de N266 (Beek en Donk).
6. De N266 volgend in zuidelijke richting tot aan de Heekweg
(Helmond).
7. De Heekweg volgend in zuidwestelijke richting tot de N614
(Geldropseweg).
8. De N614 (Geldropseweg) volgend in zuidwestelijke richting
overgaand in de Mierloseweg (Geldrop) tot de J. Peijnenburgweg.
9. De J. Peijnenburgweg volgend in zuidelijke richting overgaand in
de Dommeldalseweg tot de Laan Der Vier Heemskinderen.
10. De Laan Der Vier Heemskinderen volgend in westelijke richting tot
de Bogardeind.
11. De Bogardeind volgend in zuidelijke richting tot de A67.
12. De A67 volgend in westelijke richting tot knooppunt De Hogt.
13. Vanaf knooppunt De Hogt de A2/E25 volgend in noordelijke richting
tot de A58.
14. De A58 volgend in westelijke richting tot de A27.
15. De A27 volgend in noordelijke richting tot de rivier de
Boven-Merwede (Sleeuwijk).
Gebied Zuid 3
1. Vanaf de kruising van de A50 met de Waal de rivier de Waal volgend
in oostelijke richting tot de landsgrens.
2. De landsgrens volgend in zuidelijke richting overgaand in
westelijke richting tot de A16/E19 (Hazeldonk).
3. De A16/E19 volgend in noordelijke richting tot de snelweg A27.
4. De A27 volgend in oostelijke richting overgaand in de A58 tot de
A2 (knooppunt Batadorp).
5. De A2 volgend in zuidelijke richting tot de A67 (knooppunt de
Hogt).
6. De A67 volgend in oostelijke richting tot de Bogardeind
(Geldrop).
7. De Bogardeind volgend in noordelijke richting tot de Laan Der Vier
Heemskinderen.
8. De Laan Der Vier Heemskinderen volgend in oostelijke richting tot
de Dommeldalseweg overgaand in de J. Peijnenburgweg tot de
Mierloseweg.
9. De Mierloseweg volgend in noordoostelijke richting overgaand in de
N614 (Geldropseweg).
10. De N614 (Geldropseweg) volgend tot de Heeklaan (Helmond).
11. De Heeklaan volgend in oostelijke richting tot de N266.
12. De N266 volgend in noordelijke richting tot de N272.
13. De N272 volgend in noordoostelijke richting tot de kruising met
de A73.
14. De A73 volgend in noordelijke richting tot de A50.
15. De A50 volgend in noordelijke richting tot de kruising met de
Waal.
Bijlage II behorende bij de Regeling compartimentering Nederland mond-
en klauwzeer 2001 III
Kenteken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, en 2.2, eerste lid,
behorende bij gebied Noord 2. Dit kenteken heeft een gele
achtergrond.
Kenteken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, en 2.2, eerste lid,
behorende bij gebied Noord 3. Dit kenteken heeft een donkerblauwe
achtergrond.
Kenteken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, en 2.2, eerste lid,
behorende bij gebied Noord 1. Dit kenteken heeft een rode
achtergrond.
Kenteken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, en 2.2, eerste lid,
behorende bij gebied Zuid 1. Dit kenteken heeft een groene
achtergrond.
Kenteken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, en 2.2, eerste lid,
behorende bij gebied Zuid 2. Dit kenteken heeft een paarse
achtergrond.
Kenteken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, en 2.2, eerste lid,
behorende bij gebied Zuid 3. Dit kenteken heeft een lichtblauwe
achtergrond.
Toelichting voor de Staatscourant
Algemeen
Deze regeling strekt tot vervanging van de Regeling compartimentering
Nederland mond- en klauwzeer 2001 II. Uit oogpunt van duidelijkheid en
kenbaarheid is ervoor gekozen een nieuwe, integrale tekst van de
regeling vast te stellen: de Regeling compartimentering Nederland
mond- en klauwzeer 2001 III. In deze regeling wordt een gewijzigde
systematiek gehanteerd ten aanzien van de opdeling van Nederland in
compartimenten. De nadruk wordt gelegd op de stickering van de
vervoermiddelen voor evenhoevigen, mest van evenhoevigen, rauwe melk,
diervoeders en gespecificeerd hoog-risico-materiaal (SRM). Daarnaast
gelden inhoudelijke eisen ten aanzien van het vervoer van voornoemde
dieren en producten. Hieronder zal achtereenvolgens uiteengezet worden
wat de systematiek is van de nieuwe regeling, de achtergrond van de
versoepeling van de compartimentering zelf en vervolgens zal per
onderwerp (dieren en producten) ingegaan worden op de inhoud van de
bepalingen ten aanzien van onder meer het vervoer.
Systematiek
Ten algemene is in artikel 2.1, eerste lid, bepaald dat
vervoermiddelen voor mest van evenhoevigen, diervoeders, rauwe melk en
SRM voorzien moeten zijn van een kenteken (sticker). De stickering van
de vervoermiddelen voor evenhoevigen is geregeld in artikel 2.2,
eerste lid. De verplichting geldt uitsluitend voor vervoermiddelen en
vervoerseenheden die op grond van de Wegenverkeerswet 1994 voorzien
zijn van een kenteken. Ongekentekende vervoermiddelen (bijvoorbeeld
landbouwtrekkers) mogen niet tussen de compartimenten Noord 1, Noord 2
en Noord 3 enerzijds en Zuid 1, Zuid 2 en Zuid 3 anderzijds vervoerd
worden. Deze vervoermiddelen mogen met andere woorden niet vanuit de
zuidelijke compartimenten naar de noordelijke en vise versa gereden
worden.
Bij ieder afzonderlijk compartiment (Noord 1, Noord 2, Noord 3, Zuid
1, Zuid 2 en Zuid 3) hoort een kleurensticker en deze stickers zijn
opgenomen in bijlage II bij de regeling. Alle vervoerseenheden van een
vervoermiddel moeten in beginsel voorzien zijn van de kleurensticker
die hoort bij het compartiment waarbinnen het vervoermiddelen op
plaatsen wordt gebracht waar evenhoevigen worden gehouden. Ter
illustratie: de vervoerseenheden van een melkwagen die binnen het
compartiment Noord 1 melk ophaalt van bedrijven (en derhalve plaatsen
bezoekt waar evenhoevigen verblijven) zijn voorzien van rode stickers.
De stickers worden na legitimatie door middel van een rijbewijs,
kentekenbewijs en/of registratiebewijs afgegeven door de Dienst
Wegverkeer. Per vervoermiddel wordt één set kleurenstickers afgegeven.
Het is niet mogelijk om voor één vervoermiddel in kleur verschillende
stickers te ontvangen.
De kern van de systematiek wordt gevormd door de artikelen 2.1, tweede
lid, en 2.2, tweede lid. Voor de producten mest, diervoeders, rauwe
melk en SRM geldt dat de gestickerde vervoermiddelen niet in een ander
compartiment op plaatsen waar evenhoevigen worden gehouden gebracht
mogen worden. Concreet betekent dit dat het is toegestaan binnen één
compartiment bijvoorbeeld mest op te halen van een bedrijf en de mest
naar een ander compartiment te brengen, mits op de plaats van
bestemming (bijvoorbeeld een mestsilo of een akkerbouwbedrijf) geen
evenhoevigen worden gehouden. Voor rauwe melk verandert er ten
opzichte van de Regeling compartimentering Nederland MKZ 2001 II
niets: De melk mag uitsluitend binnen één compartiment worden
opgehaald van verschillende bedrijven, waarna vervoer mag plaatsvinden
naar een melkfabriek in een ander compartiment. Diervoeders (waaronder
ruwvoer) mogen compartimentsgrensoverschrijdend worden vervoerd mits
het vervoer niet plaatsvindt tussen plaatsen waar evenhoevigen
verblijven. In deze regeling is nieuw dat binnen één compartiment
vervoer van diervoeders (waaronder ruwvoer) mag plaatsvinden tussen
plaatsen waar evenhoevigen worden gehouden. Ten aanzien van het
ophalen van destructiemateriaal is een versoepeling aangebracht:
Alleen het vervoer van SRM wordt in deze regeling gereguleerd. Het
vervoer van laag-risico-materiaal is . met inachtneming van de
reguliere voorschriften terzake . vrij. Deze categorie vormt een laag
risico op het verspreiden van het mond- en klauwzeervirus. SRM
ontstaat onder meer op bedrijven waar evenhoevigen worden gehouden.
Mede om die reden is het noodzakelijk om de regel dat SRM uitsluitend
binnen één compartiment mag worden opgehaald in stand te houden.
Vervoer mag vervolgens plaatsvinden naar één van de destructoren,
aangezien daar geen evenhoevigen gehouden worden. Van belang is om te
melden dat de compartimenten Zuid 1, Zuid 2 en Zuid 3 als één
compartiment worden beschouwd. De achtergrond hiervan zal verderop in
de toelichting uiteengezet worden.
Voor het vervoer van levende evenhoevigen geldt ten algemene dat het
verboden is om vervoermiddelen, die in één compartiment evenhoevigen
ophalen, te brengen naar een ander compartiment. Deze bepaling
(artikel 2.2, tweede lid) is qua uitgangspunt dus stringenter dan de
bepaling die ziet op het vervoer van de bovengenoemde producten
(artikel 2.1, tweede lid)! Ook hier gelden de compartimenten Zuid 1,
Zuid 2 en Zuid 3 als één compartiment en voor het vervoer van runderen
en varkens gelden de compartimenten Noord 1, Noord 2 en Noord 3
eveneens als één compartiment. Concreet betekent dit dat het vervoer
van varkens en runderen mag plaatsvinden binnen de zuidelijke
compartimenten en binnen de noordelijke compartimenten. Er geldt hier
een fysieke grens vanaf de Noordzee tot aan de grens met Duitsland
(ter hoogte van de Waal). Het vervoer van schapen is aan meer
beperkingen onderhevig. Ten aanzien van het vervoer van paardachtigen
en pluimvee treedt ten opzichte van het regime van de Regeling
compartimentering Nederland MKZ 2001 II geen verandering op. Wel
worden de gebieden Zuid 1, Zuid 2 en Zuid 3 als één compartiment
beschouwd.
In artikel 2.3 is de mogelijkheid opgenomen om vervoermiddelen te
laten omstickeren, zodat de vervoermiddelen in verschillende
compartimenten kunnen worden ingezet. Deze mogelijkheid treedt in
werking met ingang van 14 mei 2001. Voor dit omstickeren gelden
strenge voorwaarden. Zo dienen de vervoermiddelen gereinigd en ontsmet
te worden en dient dit aangetoond te worden aan de Dienst Wegverkeer.
Het vervoermiddel al dan niet met bijbehorende vervoerseenheden dienen
tenminste 72 uur voor aanvraag van een nieuwe stickerset niet op
bedrijven waar evenhoevigen verblijven geweest te zijn. De .oude.
stickerset dient te worden geretourneerd.
Compartimentsgrenzen
De Europese Commissie heeft op 10 mei 2001 Beschikking 2001/223/EG van
de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot
vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en
klauwzeer in Nederland (PbEG L 82) aangepast in die zin dat de
bestaande toezichtsgebieden rond Oene, Kootwijkerbroek en Ee worden
beschouwd als Annex I-gebied, waarop beperkingen voor het
handelsverkeer van evenhoevigen en producten van evenhoevigen van
toepassing zijn. Verder is het overig gedeelte van Nederland (dus
uitgezonderd de toezichtsgebieden) . kortgezegd . boven de Waal
verklaard tot Annex II-gebied, waarvoor geen restricties gelden ten
aanzien van de export van producten van evenhoevigen. Voor het
gedeelte van Nederland onder de Waal (de huidige compartimenten Zuid
1, Zuid 2 en Zuid 3) zal vanaf 15 mei 2001 een soepeler regime van
kracht worden. Op het verbod op het vervoer van levende evenhoevigen
zal een uitzondering gelden: Het vervoer van levende varkens naar een
buitenlands slachthuis zal zijn toegestaan onder de voorwaarde dat de
lidstaat van bestemming hiervoor zijn toestemming heeft gegeven.
Gelet op bovenstaande aanpassing van de beschikking door de Europese
Commissie ligt het in de rede om de compartimenten Zuid 1, Zuid 2 en
Zuid 3 te beschouwen als één compartiment voorzover het het vervoer
van levende evenhoevigen, mest van evenhoevigen, rauwe melk,
diervoeders en SRM betreft. Dit laat onverlet dat de voorschriften
voor de stickering onverkort gelden. Met andere woorden,
vervoermiddelen die reeds voorzien zijn van een kleurensticker,
behorende bij één van de zuidelijke compartimenten, dienen de sticker
op de vervoermiddelen te behouden. Voor nog niet gestickerde
vervoermiddelen zal door de vervoerder een keuze moeten maken voor een
bepaalde kleurensticker. De opdeling van Nederland in zes
compartimenten en de bijbehorende vervoersregimes vormt een afdoende
kader om acuut te reageren op eventuele, onvoorziene veterinaire
omstandigheden.
Vervoersbeperkingen
Naast de hierboven beschreven systematiek ten aanzien van de
stickering en de verplaatsingen van vervoermiddelen gelden nog steeds
een aantal strenge bepalingen voor het vervoer van levende
evenhoevigen en bepaalde producten. Hieronder zal per onderdeel
uiteengezet worden welke bepalingen nog steeds van kracht zijn.
Volledigheidshalve zij erop gewezen dat voorzover er beperkingen
voortvloeien uit beschikking 2001/223/EG deze laatstgenoemde
beperkingen prevaleren.
. Varkens
Voor het vervoer van varkens is de Regeling varkensleveringen van
toepassing. Wel gelden er daarnaast nog extra voorschriften. Zo is
vervoer van varkens vanuit de noordelijke compartimenten naar de
zuidelijke compartimenten en andersom verboden. De leveringen en de
contacten dienen dus plaats te vinden binnen de compartimenten Zuid 1,
Zuid 2 en Zuid 3, die tezamen als één compartiment worden beschouwd,
enerzijds en de compartimenten Noord 1, Noord 2 en Noord 3, die
eveneens tezamen als één compartiment worden beschouwd, anderzijds.
Daarnaast geldt de verplichting voor de varkenshouder om aan- en
afvoer van varkens niet op één en dezelfde dag te doen plaatsvinden.
. Runderen
Ook voor runderen geldt dat de noordelijke compartimenten enerzijds en
de zuidelijke compartimenten anderzijds ieder als één compartiment
worden beschouwd. Binnen .kortgezegd . Noord-Nederland en
Zuid-Nederland mogen runderen onder voorwaarden afgevoerd worden naar
de slacht. Aan het regime verandert ten opzicht van de Regeling
compartimentering Nederland MKZ 2001 II verder niets. Voor de kalveren
wordt een uitzondering opgenomen in de opdeling van Nederland in Noord
en Zuid: het vervoer van kalveren uit de zuidelijke compartimenten
naar het compartiment Noord 1 is toegestaan. Dit houdt verband met de
slachtcapaciteit voor de kalversector.
. Schapen, geiten en overige evenhoevigen
Voor het vervoer van schapen, geiten en andere evenhoevigen dan
bovengenoemde (bijv. herten) geldt dat de zuidelijke compartimenten
als één compartiment worden beschouwd. Voor de noordelijke
compartimenten blijft de systematiek ongewijzigd; men dient zich te
houden aan de afzonderlijke compartimenten Noord 1, Noord 2 en Noord
3. Ook voor het vervoer van schapen, geiten en andere evenhoevigen dan
bovengenoemde verandert er qua vervoersregime niets ten opzichte van
de Regeling compartimentering Nederland MKZ 2001 II.
. Mest
Het vervoer van mest van evenhoevigen is in geheel Nederland vrij. Het
vervoer van mest van een plaats waar evenhoevigen verblijven naar een
andere plaats waar evenhoevigen verblijven is verboden. Voor
rundermest geldt een extra restrictie: het vervoer van de zuidelijke
compartimenten naar de noordelijke compartimenten en andersom is
verboden. De voorschriften voor het uitrijden van mest (ook van
paardachtigen en pluimvee) blijven ongewijzigd ten opzichte van de
Regeling compartimentering Nederland MKZ 2001 II.
. Rauwe melk
De voorschriften voor het vervoer van rauwe melk blijven ongewijzigd
ten opzichte van de Regeling compartimentering Nederland MKZ 2001
II.
. Diervoeders
Het vervoer van diervoeders wordt enigszins versoepeld. Was het tot op
heden verboden om diervoeders te vervoeren van plaatsen waar
evenhoevigen worden gehouden naar andere plaatsen waar evenhoevigen
worden gehouden, vanaf inwerkingtreding van deze regeling is dergelijk
vervoer weer toegestaan, mits het plaatsvindt binnen hetzelfde
compartiment. Hiervoor wordt geen onderscheid gemaakt tussen
mengvoeders en ruwvoer. Voor het overige blijft het regime
ongewijzigd.
. Gespecificeerd hoog-risico-materiaal
Het regime ten aanzien van het vervoer van destructiemateriaal wordt
versoepeld in die zin dat uitsluitend het vervoer van gespecificeerd
hoog-risico-materiaal wordt geregeld. Deze vervoersbewegingen leveren
een groot veterinair risico op, aangezien het hier voor een groot deel
de afvoer van kadavers van boerderijen betreft. Het vervoer van
laag-risico-materiaal is niet langer aan restricties op grond van de
compartimenteringsregelgeving onderhevig. Voor het vervoer van SRM
gelden dezelfde voorschriften als neergelegd in de Regeling
compartimentering Nederland MKZ 2001 II; het ophalen van SRM geschiedt
binnen één compartiment waarna afvoer mag plaatsvinden naar een
destructor al dan niet met gebruikmaking van overlaadstations.
. Bezoekersbepaling
De bezoekersbepaling (artikel 3.1) wordt ten opzichte van de Regeling
compartimentering Nederland MKZ 2001 II iets aangepast. Het is naast
de inseminatoren van rundersperma ook mogelijk om inseminatoren voor
ander sperma in contact te laten brengen met evenhoevigen.
. Reiniging en ontsmetting
In artikel 4.1 is de algemene reiniging en ontsmettingsplicht
opgenomen voor vervoermiddelen die op bedrijven gebracht worden waar
evenhoevigen verblijven alsmede voor bezoekers aan bedrijfsgebouwen
waar evenhoevigen verblijven.
Overige bepalingen
Voor het overige zijn de Tijdelijke regeling verzamelverbod mond- en
klauwzeer 2001 en de Tijdelijke regeling evenementenverbod vee en
pluimvee mond- en klauwzeer 2001 in de onderhavige regeling opgenomen.
Om die reden kunnen voornoemde regelingen vervallen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
11 mei 01 12:30