http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=414836
Persbericht
Nummer: 64
Datum: 11 mei 2001
Duurzame Ontwikkelingsverdragen voortzetten in aangepaste vorm
De ministerraad heeft op voorstel van minister Herfkens voor Ontwikkelingssamenwerking ingestemd met de beleidsreactie evaluatie Duurzame Ontwikkelingsverdragen (DOVs).
De verantwoordelijkheid van de Duurzame Ontwikkelingsverdragen (DOV´s) die
Nederland heeft met Costa Rica, Bhutan en Benin moet niet meer exclusief bij
Ontwikkelingssamenwerking liggen. Er moeten ook andere relevante
ministeries zoals VROM en LNV in participeren en ook niet-Nederlandse
partijen bij worden betrokken. Alleen door verbreding van de relaties, zowel
inhoudelijk als financieel, kan de effectiviteit van de DOV´s worden
vergroot.
Minister Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking) onderschrijft de belangrijkste
conclusies uit de recent uitgekomen evaluatie van de DOV´s. In een reactie
op de evaluatie, waarmee de ministerraad vrijdag 11 mei instemde,
presenteert zij de plannen om betere invulling aan de verdragen te geven.
De verdragen zijn in 1994 getekend als uitvloeisel van de VN-conferentie
over Milieu en Ontwikkeling in Rio de Janeiro. De doelstelling van de
verdragen was een samenwerking op grond van gelijkwaardigheid en
wederkerigheid tussen Nederland en de drie landen op gang te brengen op het
gebied van duurzame ontwikkeling. De verdragen boden de betrokkenen ruimte
om elkaar aan te spreken op het gebied van ´duurzaamheidsbeleid´, zowel op
politiek als maatschappelijk niveau. Met het Nederlandse parlement werd
overeengekomen de verdragen uiterlijk in 2001 op hun effectiviteit te
toetsen.
Een van de hoofdconclusies van de evaluatie is dat het onderbrengen van de
DOV´s bij Ontwikkelingssamenwerking niet bevorderlijk is voor het bereiken
van de doelstelling: de traditionele donor-ontvanger relatie drukt in de
praktijk een te groot stempel op de samenwerking. Overwogen wordt de DOV's
onder te brengen bij een nog op te richten eenheid die zorg moet dragen voor
de implementatie van de Nationale Strategie voor Duurzame Ontwikkeling
(NSDO), die momenteel interdepartementaal wordt opgesteld.
Minister Herfkens en minister Pronk van VROM hebben op 19 april in New York met hun collega´s uit Benin, Bhutan en Costa Rica de plannen besproken om de DOV´s van een nieuw kader te voorzien. Alle betrokken partijen zijn het erover eens dat de DOV´s in aangepaste vorm moeten worden voortgezet. Ze moeten beter gaan aansluiten bij de nationale ontwikkelingsplannen van de betrokken landen. Voor Nederland zal dit onder andere gevolgen hebben voor Ecooperation en de NCDO, die beiden duurzame ontwikkeling stimuleren, de NCDO binnen Nederland en Ecooperation via de DOV's. Ecooperation en de NCDO zouden ervan profiteren als hun rol scherpen zou worden gedefinieerd ten opzichte van elkaar, en als zij op strategische kwesties zouden samenwerken.
Verbreding van de financiële en inhoudelijke basis van de DOV´s moet
geschieden door andere partners aan te trekken, zoals de particuliere
sector, niet-Nederlandse donoren en eventueel andere Nederlandse ministeries
zoals VROM en LNV.
Het huidige kabinetsstandpunt heeft consequenties voor de toekomstige
ontwikkelingsrelatie met de partnerlanden. Minister Herfkens wil Benin
screenen om te zien of het kwalificeert voor de lijst met landen waarmee
Nederland een langdurige structurele ontwikkelingsrelatie onderhoudt. Buthan
zal worden toegevoegd aan de themalijst 'milieu', met dien verstande dat
voor Buthan hierbij de brede verdragsdefinitie definitie van duurzame
ontwikkeling wordt gehanteerd (in plaats van 'milieuactiviteiten'). Omdat
Costa Rica een relatief rijk land is, zal de financiering op termijn uit
andere bronnen moeten gaan komen. Hierbij geldt een exitperiode van vijf
jaar. Na die tijd zouden bijdragen kunnen verlopen via de dan geldende
medefinancieringsconstructie.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling persvoorlichting
van het ministerie van Buitenlandse Zaken 070-3486785
===