De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVM. 2001/1665
datum
10-05-2001
onderwerp
BSE in Nederland
TRC 2001/4684 doorkiesnummer
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, informatie toekomen omtrent een nieuw geval van BSE. Dit betreft het achtste geval van BSE in Nederland in 2001. Het totaal aantal gevallen dat sinds 1997 in Nederland is vastgesteld komt daarmee op 16.
Het rund was gehuisvest op een bedrijf in Laag Keppel, provincie Gelderland, alwaar het dier in 1995 was geboren. Op 23 april 2001 heeft de praktiserend dierenarts van het bedrijf de verdenking van BSE gemeld bij de AID. Een specialistenteam (bestaande uit een dierenarts van de RVV, een dierenarts van de Gezondheidsdienst voor Dieren en de practicus) heeft het bedrijf bezocht. Tijdens het onderzoek door het specialistenteam werd vastgesteld dat het rund zenuwverschijnselen, gedragsveranderingen en conditieverlies vertoonde. Het onderzoek van het specialistenteam leidde tot de conclusie dat BSE niet kon worden uitgesloten. Het betrokken bedrijf is daarop geblokkeerd.
up
datum
10-05-2001
kenmerk
VVM. 2001/1665
bijlage
Het rund is op 24 april op het bedrijf gedood en afgevoerd naar
ID-Lelystad. Tevens is het bedrijf door de RVV verdacht verklaard. Het
verdachte rund is op het bedrijf geboren en getogen. Op het moment dat
het bedrijf verdacht werd verklaard waren op het bedrijf naast het
verdachte rund aanwezig: 124 koeien, 63 stuks jongvee, 52 kalveren, 2
stieren, 20 mestkalveren en 2 geiten. Bij geen van deze dieren zijn
verschijnselen van BSE aangetroffen.
Bij ID-Lelystad is een hersenmonster van het verdachte rund
onderzocht. Het onderzoek leidde op 3 mei 2001 tot de bevestiging van
BSE.
Tracering
Direct nadat het bedrijf verdacht is verklaard op 24 april 2001 is het
onderzoek gestart naar de verblijfplaats van nakomelingen van het rund
en naar runderen uit het geboorte- en voedercohort. Na de bevestiging
van de testuitslag is tevens onderzoek gestart naar de mogelijke
oorzaak van de besmetting. Overeenkomstig het BSE-draaiboek zijn alle
nog op het bedrijf aanwezige herkauwers geruimd en worden deze op BSE
onderzocht.
Van het besmette rund zijn 3 nakomelingen geregistreerd. Twee
nakomelingen waren nog aanwezig op het bedrijf en één was reeds eerder
geslacht.
De tracering van de runderen uit het geboorte- en het voedercohort is
gaande. Runderen uit de cohorten, die nog in leven zijn, worden
overgenomen en onderzocht op BSE.
De Algemene Inspectiedienst stelt een onderzoek in naar het op het
bedrijf gebruikte veevoeder.
Zowel de Europese Commissie als de overige lidstaten zullen over dit
BSE-geval worden geïnformeerd.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
mr. L.J. Brinkhorst