Gemeente Amsterdam


|
Duidelijker regels voor de HoofdGroenStructuur

Duidelijker regels voor de HoofdGroenStructuur

Het college van B&W heeft ingestemd met aanvullende regels, het aanvullend toetsingskader, voor (bouw)initiatieven in de HoofdGroenStructuur (HGS). De HGS omvat alle grotere groengebieden in en om Amsterdam, uitgezonderd die gebieden waarover bij de instelling in 1996 besloten is dat zij te zijner tijd een andere bestemming krijgen. Om te voorkomen dat er aan de groene ruimte van Amsterdam geknabbeld wordt zijn nu heldere criteria opgesteld.

De HGS is een groot en gedifferentieerd gebied: het Erasmuspark, sportpark Ookmeer, maar ook het Schinkelbos in aanleg of de oeverzone van de ringvaart Haarlemmermeerpolder behoren tot de HGS. Om een duidelijkere en betere afweging te kunnen maken over de wenselijkheid en de inpasbaarheid van (bouw)aanvragen in deze HGS heeft het college op 16 mei 2000 ingestemd met de hoofdlijnen van een aanvullend toetsingskader. Nu zijn drie aanvullende stappen gezet: de indeling van het groen in twaalf typen met bijbehorende toetskaarten, de verplichting om bij elke aanvraag een groenrapport op te stellen en de instelling van een technische adviescommissie Groen en Openbare Ruimte die alle initiatieven op de inpasbaarheid in het gebied beoordeelt.

Allereerst zijn de gebieden in de HGS ingedeeld in twaalf typen verdeeld over vijf clusters. Kenmerkend is dat aangegeven wordt welke soort voorzieningen wel of niet inpasbaar zijn zonder dat de specifieke groenfunctie in het gebied verzwakt wordt. Een voorbeeld hiervan is dat, waar in een traditioneel park als het Florapark ruimte kan zijn voor kleinschalige sport- en spelvoorzieningen, dit in een natuurpark als het Buikslotermeerpark niet gewenst is. Door de indeling in typen ontstaat een helder beeld over de wenselijkheid en inpasbaarheid van functies zoals sporten, wandelen of horeca in een gebied.

De tweede stap is de verplichting voor stadsdelen om bij elke aanvraag voor gebruiksverandering, verandering van groentype of zelfs bebouwing in de HGS, een groenrapport te voegen. In dit rapport moeten de effecten van de plannen op de ecologische, recreatieve en cultuurhistorische waarden van het groengebied worden aangegeven.

Tenslotte wordt een technische adviescommissie Groen en Openbare Ruimte opgericht die alle aanvragen waarover het college zich buigt, op hun inpasbaarheid in de HGS beoordeelt. De adviescommissie zal bestaan uit deskundigen die qua kennis alle invalshoeken van het groenbeleid bestrijken. Een divers gezelschap van een landschapsdeskundige, een cultuurhistoricus, een ecoloog, een recreatiesocioloog, een deskundige op het gebied van landschapsbeleving, een stedenbouwkundige en een groenbeheerder zal zitting hebben in deze commissie.

Als het college niet tot een eensluidend standpunt kan komen over een aanvraag wordt de kwestie voorgelegd aan de leden van de Raadscommissies Milieu en Ruimtelijke Ordening.

Sinds de instelling van de HoofdGroenStructuur in 1996 is circa twintig maal gebouwd in de belangrijke groengebieden van Amsterdam. Daarnaast zijn groentypen soms bijna geruisloos verwisseld voor andere vormen van groen. Met behulp van het aanvullend toetsingskader zal in de toekomst elke keus zichtbaar verantwoord worden en kan het groen in en om de stad worden versterkt. Ook biedt het toetsingskader heldere criteria bij het toekennen van geld uit het Groenfonds voor uitbreiding en verbetering van het groen in en om de stad. De nota Aanvullend toetsingskader wordt besproken in de Raadscommissie MOR (met uitnodiging van de Raadscommissie VSGR) op 31 mei en in de gemeenteraad op 20/21 juni of 4/5 juli. De conceptnota zal vier weken ter visie worden gelegd.

Esther Lans ^


-

© gemeente Amsterdam - 10-05-2001