10 mei 2001
Geluidsnormering vliegveld Laarbruch vastleggen
Jan van Walsem
Jan van Walsem pleit voor de vastlegging van de geluidsnormering van
het Duitse vliegveld Laarbruch in het staatsverdrag, waardoor een
verruiming van deze normen mettertijd niet kan worden toegestaan.
Na het sluiten van het militaire vliegveld Flughafen Niederrhein in
1999 opperde Duitsland om de luchthaven in gebruik te nemen als
burgervliegveld. Het betreffende vliegveld ligt in de Duitse gemeente
Weeze-Laarbruch; de Nederlandse naburige gemeenten Nieuw Bergen en
Vierlingsbeek grenzen pal aan de landingsbaan. Hierin schuilt het
grootste bezwaar van de inwoners aan de Nederlandse zijde van de
grens, immers burgervluchten, bijvoorbeeld chartervluchten, vinden ook
plaats in de vroege of late uren van de nacht. Ook is de zwaarte van
de vliegtuigen nog volstrekt onduidelijk.
Tijdens het plenair debat op 11 april jl. over de regionale en kleine
luchtvaart heeft D66 woordvoerder Jan van Walsem een motie ingediend
met het verzoek de geluidszonering van Laarbruch op te nemen in het
toekomstige Duits-Nederlandse staatsverdrag. De inwoners van Bergen en
omgeving vrezen namelijk dat een klein vliegveld economisch onrendabel
is, waardoor er de komende jaren vanuit Duitsland mogelijk druk
ontstaat om de vergunning te verruimen. Jan van Walsem pleit daarom
voor de vastlegging van de geluidsnormen in het staatsverdrag inzake
vliegvelden in de grensregio's, waardoor een verruiming van deze
normen mettertijd niet kan worden toegestaan. Helaas is de motie door
PVDA, VVD en CDA verworpen, omdat deze fracties de minster niet met
'gebonden handen' de onderhandelingen willen laten voeren.
Nederland en Duitsland zijn nog in onderhandeling over een algemeen
staatsverdrag. In het verdrag dient echter een aparte clausule voor
Laarbruch te worden opgenomen, zo vindt ook de minister van Verkeer en
Waterstaat, waarin het in Nederland geldende nachtverbod op vluchten
tussen 23:00-6:00 is gewaarborgd en waarin garanties met betrekking
tot eventuele overtredingen worden vastgelegd. Alleen op grond hiervan
kan Nederland overgaan tot de verlening van de overvliegrechten vanuit
ons land.