Ministerie van Justitie

09.05.01

Staat in hoger beroep tegen kortgedinguitspraak rechtbank Den Haag De Staat (minister Korthals van Justitie en minister De Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) gaat in hoger beroep tegen de kortgedinguitspraak van de president van de rechtbank in Den Haag die vanmorgen besliste in een door M.K. tegen de Staat der Nederlanden aangespannen procedure.

De bewindslieden zijn het niet eens met de beslissing van de president. De informatieplicht aan de Tweede Kamer, waartoe de ministers op grond van artikel 68 Grondwet zijn gehouden, wordt door deze uitspraak naar hun mening beperkt. Ook verbiedt naar hun oordeel de uitspraak van de president het Openbaar Ministerie nog langer de minister van Justitie te informeren over de zaak M.K.

Daarnaast hebben de bewindslieden bezwaar tegen de uitleg die de president heeft gegeven aan artikel 22 Wet Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten inzake de verplichting informatie te verschaffen aan de BVD.

Voor wat betreft het bevel van de president om een week na betekening van het vonnis de door de Voorzitter van het College van procureurs generaal aan de BVD verstrekte informatie te vernietigen, zullen de bewindslieden het gerechtshof op korte termijn verzoeken dit bevel te schorsen. Dit geldt tevens voor het verbod de Tweede Kamer te informeren.

Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie, telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594

Laatst gewijzigd: 10-05-2001