Titel: Fiscale behandeling van inkomsten verkregen uit deelname aan
Fiscale behandeling van inkomsten verkregen uit deelname aan een lokaal geldstelsel; Letseenheden
Belastingdienst/Centrum voor proces en productontwikkeling, domein belastingen op arbeid en vermogen
Besluit van 8 mei 2001, nr. CPP2001/85M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.
Dit besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet IB2001 en de Invoeringswet inkomstenbelasting 2001. Hiermee is het onder de Wet op de loonbelasting 1964 geldende besluit van 8 februari 1996, nr. DON96/13 aangepast aan het sedert 1 januari 2001 geldende wettelijke regime.
Een lokaal geldstelsel, veelal Letssysteem genoemd (Lets staat voor Local Exchange and Trade System), is een systeem waarbinnen de erbij aangesloten leden - meestal particulieren - onderling allerlei prestaties verrichten tegen betaling van, voor het desbetreffende geldstelsel, aangewezen betalingseenheden. De leden bieden hun prestaties aan in een door het Letssysteem uitgegeven advertentieblad. De prestaties kunnen worden betaald met Letseenheden (bijvoorbeeld in Arnhem en Groningen Eco's genoemd en in Amsterdam Noppes). In sommige gevallen moet voor een prestatie naast een aantal Letseenheden ook een bedrag in geld worden betaald. De leden kunnen afspreken dat hun Letseenheid in waarde gelijk is aan een gulden. Echter, Letseenheden zijn nooit omwisselbaar in geld.
Letseenheden bestaan alleen boekhoudkundig. Betaling voor een prestatie vindt plaats door middel van cheques. Het aantal op een cheque vermelde Letseenheden wordt door de bij het systeem behorende centrale administratie op het rekeningnummer van de bij de transactie betrokken leden bij- en afgeschreven.
Op verzoek van en na overleg met de overkoepelende organisatie van Letssystemen, de Vereniging het Noppes-systeem, heeft de Belastingdienst voor de beoordeling van inkomsten verkregen uit deelname aan een Letssysteem onderstaande standpunten ingenomen.
Administratie
De centrale administratie zal zodanig zijn ingericht dat daaruit de
saldi en de omzetten in Lets van de individuele leden blijken.
De centrale administratie renseigneert de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van leden die in een jaar een omzet van 3.000 of meer Lets hebben behaald aan de voor de centrale administratie bevoegde eenheid Belastingdienst/(Particulieren)/Ondernemingen.
Op basis van de renseignementen verzendt deze eenheid een
Lets-vragenformulier aan de leden. De eenheid die bevoegd is ten
aanzien van een lid ontvangt een kopie van het ingevulde
vragenformulier ter beoordeling.
De door de leden uitgeschreven cheques vermelden naast de datum en het
aantal Letseenheden tevens de aard van de onderliggende prestatie. De
ontvangen cheques worden door de leden bewaard.
Beoordeling belastingplicht
Inkomstenbelasting en Omzetbelasting
Niet (bekende) ondernemers
Mede aan de hand van het ingevulde vragenformulier dient te worden
beoordeeld of een lid als gevolg van zijn deelname aan het systeem
prestaties in het economische verkeer heeft verricht waarvan de
opbrengst voor hem belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden
vormt (art. 3.90 Wet IB 2001) danwel of deze activiteiten leiden tot
ondernemerschap voor de inkomstenbelasting en/of omzetbelasting. Een
Letseenheid vormt in dit verband een niet in geld genoten inkomst op
het moment dat het lid de beschikkingsmacht over de Letseenheid heeft
gekregen. Mede uit praktisch oogpunt geldt hier het moment waarop de
Letseenheid door de centrale administratie op rekening van het lid
wordt bijgeschreven.
Bekende ondernemers
Voor leden die reeds uit andere hoofde bij de Belastingdienst als
ondernemer bekend zijn geldt in beginsel dat elke Letseenheid tot
heffing van omzet- en/of inkomstenbelasting leidt. Dit is slechts
anders als de prestaties niet in verband kunnen worden gebracht met de
bestaande ondernemersactiviteiten. In dat geval dienen de activiteiten
afzonderlijk getoetst te worden op de hierboven omschreven wijze.
Loonbelasting
Om een Letssysteem te kunnen laten functioneren maakt de organisatie
kosten in Lets. Een wisselend aantal medewerkers (leden) verzorgt de
administratie, maakt het advertentieblad en maakt nieuwe leden
wegwijs. De uitbetaling in Lets is veelal gering.
Daarnaast kunnen binnen een Letssysteem tussen de leden onderling
arbeidsrelaties voorkomen die als (fictieve) dienstbetrekking zijn aan
te merken. Het opdracht gevende Letslid is in dat geval
inhoudingsplichtig. Het feit dat de beloning voor de werkzaamheden
niet in geld maar in Lets wordt uitbetaald brengt hierin geen
verandering. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan werkzaamheden
binnen de onderneming van een Letslid, of het verrichten van
persoonlijke diensten in het huishouden van een Letslid op doorgaans
meer dan twee dagen per week.
Om praktische redenen zal de eerste beoordeling van eventuele
inhoudingsplicht binnen een Letssysteem pas plaatsvinden een jaar na
aanvang van de renseignering, waarbij, in daartoe aanleiding gevende
gevallen, tot naheffing van loonbelasting en premie volksverzekeringen
zal worden overgegaan.
Beschikking arbeidsrelatie
In artikel 3.156 Wet IB 2001 is de mogelijkheid gegeven dat een
belastingplichtige vooraf zekerheid kan krijgen over de vraag of de
voordelen die hij geniet of zal gaan genieten uit een arbeidsrelatie
worden aangemerkt als winst uit onderneming, als loon of als resultaat
uit overige werkzaamheden. Deze regeling is ook van toepassing op
arbeidsrelaties waarin de betaling geschiedt in Lets.
Waardebepaling van Letseenheden
De waarde in guldens die binnen een Letssysteem aan een Letseenheid
kan worden toegekend is de koers. In beginsel kan de door de
Letsorganisatie zelf gestelde koers worden aangehouden. Marginale
toetsing kan plaatsvinden door deze koers te vergelijken met de door
de leden onderling gehanteerde koers. Transacties waarbij prestaties
zowel tegen geld als tegen Letseenheden worden aangeboden zijn daarbij
maatgevend.
Invorderingsaspecten
De ontvanger kan zich in beginsel verhalen op alle
vermogensbestanddelen van een belastingschuldige. Als een deel van het
bezit van een belastingschuldige bestaat uit Letseenheden leidt
derdenbeslag op de rekening-courant bij de centrale administratie
slechts tot een verklaring over de omvang van het door dat lid
aangehouden tegoed. Afdracht in guldens kan niet worden gevorderd
omdat de ontvanger in de plaats treedt van het lid dat, in verband met
de door het Letssysteem gestelde beperkingen, ook geen geld kan
vorderen.
Afhankelijk van de opzet en voorwaarden van een systeem zou sprake
kunnen zijn van benadeling van schuldeisers, wat er wellicht toe zou
kunnen leiden dat het samenstel van handelingen zich leent voor
vernietiging op grond van de actie pauliana. Zie in dit verband HR,
8 november 1993, Vakstudie Nieuws 1993, 1993, blz. 3817.