Gemeente Enkhuizen

RAADSNOTULEN

Enkhuizen, 8 mei 2001.

Zakelijk verslag van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Enkhuizen, gehouden op dinsdag 8 mei 2001 te 20.00 uur, in het stadhuis, Breedstraat 53,
1601 KA Enkhuizen.

Voorzitter: de heer drs. S.P.M. de Vreeze, burgemeester.

Secretaris: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris.

Aanwezig 15 leden, namelijk: de dames

E.F. Dangermond-Hilderink (vvd) en

mevrouw Th. Dekker (pvda, wethouder) alsmede

de heren

H.F.P. Bode (pvda),

N.P. Dol (vl/gl, wethouder),

H. van Doornik (cda, wethouder),

Th. de Geus (rpf/sgp),

W. Hæntjens (vvd),

J.W. Hekkert (vvd),

J. Hart (eb),

J. Lok (vl/gl),

D. van Pijkeren (rpf/sgp),

W. Rieuwerts (vl/gl),

drs. J.S. Tesselaar (eb),

K.P. van der Veen (pvda) en

D. Wiersma (cda).

Met kennisgeving afwezig

2 leden, te weten: de heren

C.H. Boland (d66) en

F.C. Jans (eb).

Agenda
Voorstel


1. Opening. -



2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen. -


3. Verslagen van de vergaderingen gehouden op 13 maart en 3 april 2001. -


4. Ingekomen stukken en mededelingen. 077


5. Referendumverzoek J. Buis. 032


6. Verzelfstandiging campings. 064


7. Grondruil nabij rioolgemaal Enkhuizen-Noord. 038

8. Beleidsplan abw 2001. 039


9. Verkoop Kade 25. 046


10. Intrekking Verordening studietoelageregeling gemeente Enkhuizen 1989. 048


11. Financiële bijdrage inrichting gemeenschappelijke ruimte Kwakershof. 049


12. Definitieve standpuntbepaling open overleg gemeentelijke herindeling. 053


13. Wijziging Verordening woonlastenfonds gemeente Enkhuizen 1999. 054

14. Internationaal Jaar van de Vrijwilliger. 059

15. Intrekking diverse deelsubsidieverordeningen. 060

16. Intrekking 061

Verordening regelende de subsidiëring van onderwijs aan zieke kinderen.


17. Aanpassing Verordening op de warenmarkt Enkhuizen. 063

18. Delegatie bevoegdheden tot het aangaan van overeenkomsten in het kader van 065

uitvoering van de wvg.


19. Nieuwbouw/uitbreiding rsg. 066

19a. vvd-motie betreffende mogelijke meeropbrengst ozb 2001. -


20. Rondvraag. -


21. Sluiting. -


1. Opening.


De voorzitter
opent de vergadering en heet eenieder van harte welkom bij deze raadsvergadering. Hij meldt vervolgens dat de heren Boland en Jans bericht van verhindering hebben gestuurd.

De heer Hekkert
(vvd) verzoekt een tweetal moties aan de raadsagenda toe te voegen, te weten

a. bestemming eventueel ozb-surplus;

b. grondverkopen van substantiële omvang, meer dan enkele honderden vierkante meters.

De voorzitter
wil weten waarom beide onderwerpen vanavond moeten worden behandeld, want hij kan zich voorstellen dat de motie over de ozb bij de behandeling van de jaarrekening aan de orde komt. De motie over de grondverkopen, die kennelijk mede naar aanleiding van het voorstel inzake De Oksel is geschreven, kan samen met dat voorstel worden besproken.

De heer Hekkert
(vvd) refereert aan het reglement van orde waarin de behandeling van dit soort algemene zaken is geregeld. Weliswaar is in motie b de voorgenomen grondverkoop aan De Oksel als voorbeeld genoemd, maar de kern van het stuk is de intentie een einde te maken aan het vaak genante gesteggel in de commissie over de juiste prijs van een te verkopen stuk grond.

De voorzitter
lijkt het voor de hand liggend zo'n onderwerp de normale procedurele route te laten volgen, zodat iedereen, inclusief het college, zich een gedegen oordeel kan vormen en vervolgens een afgewogen voorstel aan de raad kan worden voorgelegd. Als de motie vanavond wordt besproken, is, met uitzondering van de vvd-fractie, niemand daarop behoorlijk voorbereid.

De heer Hekkert
(vvd) merkt op dat beide onderwerpen reeds uitvoerig zijn bediscussieerd, zowel in commissies als raad. Bij grondverkopen blijkt steeds opnieuw dat het bestaande tabelletje te weinig houvast biedt, iedereen kent dat probleem. Ook de ozb is een aangelegenheid die bij iedereen in de botten zit. De vvd-fractie is van mening dat vooraf duidelijk moet zijn wat het gemeentebestuur doet wanneer straks de ozb meer inkomsten oplevert dan is begroot, dus meer dan 9 % ten opzichte van vorig jaar.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) acht het, gelet op het voorstel inzake De Oksel, onzorgvuldig vanavond motie b te behandelen. Het desbetreffende raadsvoorstel is abusievelijk niet in de raadscommissie wev behandeld, terwijl de raadscommissie rof uitsluitend naar de begrote inkomsten heeft gekeken en niet op de achtergronden daarvan is ingegaan. Vandaar dat is besloten raadsvoorstel nummer 6 niet voor deze vergadering te agenderen en eerst alsnog in de commissie wev te bespreken. In dat kader kan de vvd-motie aan de orde komen.

Spreekster heeft geen bezwaar tegen het vanavond behandelen van motie a inzake het ozb-surplus.

De heer Hekkert
(vvd) heeft vrede met het voorstel van de wethouder motie b min of meer te koppelen aan de verkoop van grond gelegen aan De Oksel. Nogmaals, De Oksel is slechts als één van de véle voorbeelden ten tonele gevoerd.

De heer Wiersma
(cda) staat op het standpunt dat béíde moties bestudering behoeven alvorens die behoorlijk kunnen worden besproken. Wat van de kant van het college over motie b is gezegd, geldt eigenlijk ook voor een eventueel ozb-surplus; overigens is dat een weinig gelukkige woordkeus. In feite is dan sprake van een rekeningoverschot ten aanzien waarvan burgemeester en wethouders een gedachte kunnen formuleren die vervolgens in commissie(s) en raad wordt besproken. Ad hoc over dit soort kwesties discussiëren leidt tot niets.

De heer De Geus
(rpf/sgp) onderschrijft kortheidshalve de woorden van de heer Wiersma. Nu een gedachtewisseling over de bestemming van een mogelijk ozb-surplus starten, zal in een Babylonische spraakverwarring ontaarden. De rpf/sgp-fractie wil daarom veel liever op een collegevoorstel terzake wachten en dan een standpunt innemen. Desgewenst kan op dat moment ook de vvd-motie ter tafel komen. Kortom: een behoorlijke voorbereiding is noodzakelijk.

De heer Hart
(eb) laat weten dat de moties van de vvd-fractie hem wat koud op het dak vallen. Overigens kan zonder meer conform motie a worden besloten, want in Enkhuizen werd luid en duidelijk rondgekraaid dat de ozb met niet meer dan 9 % zou worden verhoogd en derhalve is het logisch dat alles wat méér binnenkomt aan de burgers wordt teruggegeven.

Ten aanzien van grondverkopen heeft de fractie van Enkhuizer Belang eerder gevraagd voor grondtransacties van enige omvang - de precieze oppervlakte wil spreker nu in het midden laten - een taxatierapport te laten maken.

Desgevraagd zegt spreker dat beide moties vanavond kunnen worden behandeld.

De heer Lok
(vl/gl) betwijfelt of de vvd-moties een spoedeisend karakter hebben; de inhoud van beide stukken spreekt hem echter wel aan. Zijns inziens is het verstandig te doen wat mevrouw Dekker heeft gesuggereerd, te weten vanavond de ozb-motie behandelen en het onderwerp `grondprijzen', voorzien van een ambtelijk advies, in de eerstvolgende commissiebijeenkomst aan de orde stellen.

De heer Bode
(pvda) betoogt dat in dit soort situaties de raadsagenda het uitgangspunt dient te zijn. Alleen wanneer daarop punten staan waaraan moties enzovoort kunnen worden gerelateerd of indien sprake is van een spoedeisend karakter kunnen die aan de agenda worden toegevoegd. Welnu, dat alles is niet het geval. Bovendien vermag spreker niet in te zien dat behandeling vanavond een kwalitatief beter oordeel zal opleveren dan wanneer de moties via het normale, gestructureerde overleg worden besproken.

De voorzitter
behoort tot degenen die niet inzien dat de moties per se in deze bijeenkomst moeten worden besproken. Verder wijst hij erop dat de raad hedenavond een vrij omvangrijke agenda moet afwerken en het ook uit dien hoofde niet wenselijk is daaraan punten toe te voegen.

Hierna wordt het voorstel van de heer Hekkert cum suis motie a, bestemming mogelijke meeropbrengst ozb 2001, aan de agenda toe te voegen bij handopsteken in stemming gebracht en met 8 tegen 7 stemmen aanvaard.

De voorzitter
: De motie wordt onder nummer 19a aan de raadsagenda toegevoegd.

Vervolgens wordt het voorstel van de heer Hekkert cum suis motie b, grondverkopen van substantiële omvang, aan de agenda toe te voegen bij handopsteken in stemming gebracht en met 10 tegen 5 stemmen verworpen.

De voorzitter
: Motie b zal via de normale procedure worden behandeld.

De heer De Geus
(rpf/sgp) herinnert aan de toezegging die met betrekking tot de sav in de op 6 maart jongstleden gehouden openbare raadsvergadering is gedaan. Kan de desbetreffende uitnodiging aan de ingekomen stukken worden toegevoegd?

De voorzitter
: Ja.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.

De heer Lok
(vl/gl) neemt aan dat de voorzitter nog ingaat op de oorlogsmonumentaffaire.

De voorzitter
kan niet meer zeggen dan reeds in de krant is gepubliceerd. Het gehele college heeft met walging kennis genomen van het incident dat zich bij het monument heeft voorgedaan. Na de herdenking zijn in de nacht van zaterdag op zondag de kransen bij het monument vernield, in het water gegooid of in stukken in de stad verspreid. De politie doet nog pogingen de daders te achterhalen, maar de kans is klein dat die met succes zullen worden bekroond.

Het gemeentebestuur leeft mee met degenen die zich door deze affaire gekwetst voelen. Hopelijk is sprake van een eenmalig incident en waren de mensen die de vernielingen aanrichtten door drankgebruik of anderszins niet bij hun volle verstand. Hiermee zij echter niet gezegd dat dan dit hoogst betreurenswaardige voorval als `minder ernstig' mag worden bestempeld.


2. Bepaling volgorde bij hoofdelijke stemmingen.

De voorzitter
trekt penning nummer 10 uit het mandje, waarna de secretaris meedeelt dat volgens de presentielijst eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij mevrouw Dangermond.


3. Verslagen van de vergaderingen gehouden op 13 maart en 3 april 2001.

Raadsvergadering gehouden op 13 maart 2001.

De voorzitter
attendeert erop dat op bladzijde 1 de regel:

`Secretaris: de heer F. Chattellon, loco-gemeentesecretaris.'

moet worden vervangen door:

`Secretaris: de heer J.J.J. van Huffelen, gemeentesecretaris'.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de aangebrachte correctie, vervolgens het verslag vastgesteld.

Raadsvergadering gehouden op 3 april 2001.

De heer Hart
(eb) verwijst naar bladzijde 8. In de discussie naar aanleiding van ingekomen stuk nummer 9, brief de dato 27 februari 2001, van mevrouw N. Reder te Enkhuizen met betrekking tot de behandeling van opmerkingen omtrent de situatie bij de havendienst, heeft de voorzitter gezegd:

`De voorzitter repliceert dat hij zich niet tegen een discussie over het beleid zal verzetten, integendeel, maar zodra die de personele aangelegenheid raakt die momenteel onder de rechter is, zal spreker niet meer aan de gedachtewisseling deelnemen.'

De fractie van Enkhuizer Belang heeft helaas moeten constateren dat de genoemde aangelegenheid níét onder de rechter is. Een ernstige zaak, want de raad blijkt te zijn misleid. De fractie zal zich beraden op de vraag wat haar in dezen te doen staat.

De voorzitter
steekt niet onder stoelen of banken dat hij moeite heeft met het woord `misleid'. Dat impliceert dat hij de raad doelbewùst of met voorbedachten rade op een verkeerd idee heeft gebracht. In de raadscommissie aboz heeft spreker zijn op 3 april gedane uitspraak betreurd, omdat de zaak strikt formeel inderdaad nog niet onder de rechter is. In de betreffende commissievergadering is echter ook uitgelegd dat de twee mensen die in het geding zijn zes weken de tijd hebben om bezwaar of beroep aan te tekenen en het dus niet gepast is dat de raad zich binnen die termijn met deze zaak inlaat. Gelet daarop heeft de commissie in dezen om een terughoudende opstelling verzocht.

De heer Hart
(eb) had andere woorden kunnen gebruiken, maar dat zou de duidelijkheid niet hebben bevorderd. Hij heeft dan ook geen behoefte alsnog een andere terminologie te kiezen.

In de commissie heeft de voorzitter met het mes op de keel toegegeven dat de onderhavige kwestie nog niet onder de rechter is. Voorhoedegevechten van advocaten kunnen volgens de fractie van Enkhuizer Belang niet worden aangeduid met de term `onder de rechter'.

De voorzitter
beaamt dat. De advocaat van de twee betrokken personeelsleden heeft gevraagd nog niet in het openbaar over de zaak te spreken en dat is door spreker ten onrechte als `onder de rechter' betiteld. Vervolgens is in de raadscommissie aboz een corrigerende toelichting gegeven. Mocht de heer Hart desondanks diens woordkeus handhaven, dan is dat zeer betreurenswaardig.

De heer Hart
(eb): De eb-fractie zal zich beraden en het resultaat daarvan kenbaar maken.

De heer Hekkert
(vvd) ziet de voorzitter van de raad als `de professional' wanneer reglementen, woordkeuzes enzovoort in het geding zijn. De historie leert dat hier nogal gemakkelijk de term `onder de rechter' wordt gebruikt en niet altijd terecht. De fractie dringt er met de meeste klem op aan die woorden voortaan alleen uit te spreken wanneer een zaak daadwerkelijk onder de rechter is. In dit geval kan ten minste onzorgvuldigheid worden verweten.

De heer Wiersma
(cda) krijgt sterk de indruk dat nu van een muis een olifant wordt gemaakt! Wel moet worden erkend dat de constatering van de heer Hart juist is; de zaak was niet onder de rechter. Later gaf de voorzitter dat toe en legde uit dat het diens bedoeling was de kwestie in de luwte te houden, omdat partijen nog met elkaar in overleg waren. De cda-fractie kan zich in deze uitleg vinden.

De heer De Geus
(rpf/sgp) vermeldt dat zijn fractie met de in de commissie aboz gegeven explicatie akkoord is gegaan. De rpf/sgp-fractie heeft absoluut geen waardering voor de kwalificatie die de heer Hart aan de voorzitter toedicht. Misleiding is een ernstige benaming; wie die gebruikt moet van goeden huize komen. Deze zaak is dat niet waard.

De heer Lok
(vl/gl) veronderstelt dat de gemiddelde volksvertegenwoordiger ook op de géést van bepaalde uitdrukkingen let. Met de uitdrukking `onder de rechter' werd bedoeld dat de zaak in procedure was, zoals ten overvloede in de commissie aboz werd verwoord. Wat nu gebeurt, is geneuzel en spijkers op laag water zoeken.

Op uitdrukkelijk verzoek van de advocaat van de betrokken personeelsleden heeft de raad zich terughoudend opgesteld. Wanneer dat verzoek niet langer van kracht is, mag dat als een vrijbrief worden beschouwd om in alle openheid over deze kwestie te spreken. Daarvan is echter nog geen sprake.

De voorzitter
sluit de discussie over dit punt.

De heer Hæntjens
(vvd) gaat in op hetgeen hij tijdens de vorige vergadering over ingekomen stuk nummer 9 heeft gezegd. Uit zijn op bladzijde 8 weergegeven spreekbeurt blijkt dat hij met redenen omkleed heeft gevraagd de desbetreffende brief niet voor de raadscommissie hos te agenderen, maar naar de commissie aboz te verwijzen. Op dezelfde pagina staat ook dat de raad dienovereenkomstig heeft besloten. Aan dat besluit is evenwel geen gevolg gegeven. Waarom niet?

De voorzitter
weet zeker dat het genoemde schrijven in de commissie aboz is besproken.

De heer Hæntjens
(vvd) repliceert dat de voorzitter zich vergist. De brief over de veiligheid rond de Gependam - nautische problemen -, werd wèl voor de commissie aboz maar verbazingwekkend genoeg niet voor de commissie hos geagendeerd. Het gaat echter om een eerdere brief die zou kunnen leiden tot een welles-nietesspel over de vraag of oud-wethouder Knukkel al dan niet met mevrouw Reder had gesproken. Dat stuk hoort niet in de commissie hos maar in de commissie aboz thuis.

De voorzitter
zegt toe dat het bewuste stuk uit het archief zal worden gehaald en alsnog op de agenda van de raadscommissie aboz wordt geplaatst, alhoewel dat inmiddels volkomen is achterhaald.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens het verslag van de op 3 april 2001 gehouden raadsvergadering vastgesteld.


4. Ingekomen stukken en mededelingen.

(Voorstel nummer 077, 2001.)

De heer De Geus
(rpf/sgp) trekt een shirtje van de sav aan. Die vereniging bestaat 50 jaar en heeft ter gelegenheid daarvan een wedstrijd georganiseerd die op 6 oktober aanstaande zal plaatsvinden. De gemeenten in De Streek zijn uitgenodigd elk een afvaardiging te sturen bestaande uit drie raadsleden en de voorzitter. De gemeenten is gevraagd vóór 1 mei 2001 te reageren, maar Enkhuizen heeft dat niet gedaan. Graag alsnog een positieve reactie aan de sav sturen en zeer snel een trainingsschema opstellen!

De voorzitter
zal graag meedoen, mits ten minste drie raadsleden zich nu aanmelden. Mocht de gehéle raad zich opgeven, dan zal spreker de taak van `coach' op zich nemen!

De heer Lok
(vl/gl) doet de suggestie `de jonge honden in de raad' de Enkhuizer equipe te laten vormen. Hij zal dan als een soort Karel Lotsy fungeren.

De voorzitter
constateert dat zich achtereenvolgens voor deelname aanmelden de heren De Geus, Dol, Van der Veen en Bode. De sav zal dus worden bericht dat de gemeenteraad van Enkhuizen de uitnodiging graag aanneemt.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.

De voorzitter
meldt dat van de vvd-fractie een brief over het raadsuitje is ontvangen. Het college betreurt in hoge mate hoe één en ander is verlopen. Burgemeester en wethouders stellen voor het desbetreffende ingekomen stuk voor het fractievoorzittersoverleg te agenderen. Uit de daar te voeren discussie moeten wijze lessen worden geleerd die een herhaling van de begane misser zullen uitsluiten.

De heer Hekkert
(vvd) wijst het collegevoorstel van de hand. Deze zaak is veel meer geworden dan een raadsuitje en een door het college verondersteld bezoek aan een dierentuin dat is misgegaan. Het imago van Enkhuizen is geschaad en heeft het college aan het adres van Kamerleden een antwoord gegeven waarover inhoudelijk wel iets valt op te merken. De vvd-fractie wil deze aangelegenheid in het openbaar in de commissie aboz bespreken.

De heer Bode
(pvda) poneert de stelling dat het raadsuitje geen onderwerp is dat per se in het openbaar moet worden besproken, integendeel, want het gaat niet om een officieel werkbezoek of iets dergelijks. Deze keer is de bedoeling niet helemaal gelukt; daarover moet maar eens in huishoudelijke kring worden gesproken, in casu het fractievoorzittersoverleg.

De heer Hæntjens
(vvd): Het college heeft, gelezen het krantenbericht, de zaak al in de openbaarheid gebracht!

De voorzitter
: O nee! Sommige fracties hebben hierover met elkaar gesproken -daar is op zich niets mis mee -, en via die weg is het bedoelde artikel in de krant verschenen, niet vanuit het college.

De heer Bode
(pvda): Het is wel degelijk `mis' als een huishoudelijke zaak die niets met het openbaar bestuur heeft te maken in de richting van de krant wordt geventileerd!

De heer Lok
(vl/gl) meent dat het elke fractie vrij staat contact op te nemen met de media. Wel kan men een groot vraagteken zetten bij het belang van dit onderwerp voor de burgerij van Enkhuizen. Spreker is uit een oogpunt van saamhorigheid bereid een korte discussie aan één en ander te wijden en daarvoor is het fractievoorzittersoverleg van meer dan voldoende gewicht.

De heer Hart
(eb) schaart zich achter de opvatting van de vvd-fractie. Het raadsuitje werd bekend gemaakt, maar vond niet plaats. De handelwijze van het college is daarvan de oorzaak en dat mag best naar buiten worden gebracht.

De voorzitter
: Daarover zal later nog eens worden gesproken!

De heer De Geus
(rpf/sgp) betreurt de gang van zaken die zich heeft voorgedaan en de berichtgeving daarover in de lokale pers. Bij zowel raadsleden als de vvd-fractie is kennelijk iets misgegaan en het is dan ook verstandig een lijstje te maken van punten die voortaan in acht dienen te worden genomen. Het gaat echter te ver alles in de commissie aboz nog eens dunnetjes over te doen. Een gesprek in het fractievoorzittersoverleg volstaat, daar kan eventueel alsnog worden besloten deze materie in de commissie aboz aan de orde te stellen.

De heer Wiersma
(cda) is in het algemeen geen voorstander van het openbaar maken van zaken die de gemeente Enkhuizen in een ongunstig daglicht plaatsen. Helaas is dat wel gebeurd en dat valt te betreuren. Overigens was het minder geslaagd te zeggen: `We zullen wel naar de dierentuin gaan.' Dat vervolgens werd afgehaakt, was begrijpelijk.

De voorzitter
handhaaft het collegevoorstel de brief van de vvd-fractie voor het fractievoorzittersoverleg te agenderen.

Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders bij handopsteken in stemming gebracht en met 10 tegen 5 stemmen aanvaard.


1. Brief, de dato 18 april 2001, van de Kraakbeweging Enkhuizen met betrekking tot het kraken van het pand Westerstraat 85.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk voor kennisgeving aan te nemen.

De heer Wiersma
(cda) beschouwt de genoemde kraakactie als een helder signaal aan het gemeentebestuur dat in Enkhuizen op het gebied van jongerenhuisvesting blijkbaar een probleem bestaat. De fractie van het cda vraagt naar aanleiding van de kraakactie dan ook deze problematiek in de eerstvolgende vergadering van de commissie rof aan de orde te stellen. Daar moeten antwoorden worden gegeven op vragen als:
* Hoeveel woningzoekenden behoren in deze gemeente tot de categorie `jongeren?

* Hoeveel woningen zijn voor jongerenhuisvesting beschikbaar?
* Hoeveel mensen staan op de wachtlijst?

* Hoe verhouden die cijfers zich tot de landelijke gemiddelden?
De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) onderstreept de woorden van de vorige spreker. De kraakactie heeft het één en ander wakker geroepen en het is zeker niet verkeerd naar aanleiding daarvan de politiek te informeren over de stand van zaken.

De rpf/sgp-fractie waardeert de brief die de heer Fijma namens de gemeente Enkhuizen aan de krakers heeft geschreven. Daarin wordt vriendelijk gevraagd op een juiste wijze met het betreffende monumentale pand om te gaan. Hopelijk wordt uiteindelijk een vreedzame oplossing bereikt.

De heer Hart
(eb) geeft allereerst een reactie op de zojuist door de heer Van Pijkeren aangehaalde brief. De aanhef daarvan, te weten: `Geachte bewoners,' wekt verwondering op. `Aan de krakers,' zou logischer zijn geweest.

De heer De Geus
(rpf/sgp): Ik heb veel familie die De Kraker heet!

De heer Lok
(vl/gl): Wat is volgens de heer Hart onjuist aan de gebruikte adressering?

De heer Hart
(eb): De brief van de krakers is getekend door een bij mij onbekend persoon. Ook in de krant hebben de krakers zich niet bekend gemaakt. De aanhef `Geachte bewoners' wordt alleen gebruikt wanneer men de geadresseerde waardig acht als zodanig aan te duiden.

Inhoudelijk moet het volgende worden opgemerkt. De laatste tijd is veel te doen geweest over de kraakactie in het pand Westerstraat 85. De fractie van Enkhuizer Belang hecht eraan te verklaren dat het zich zonder toestemming toe-eigenen en gebruiken van andermans eigendommen ten zeerste moet worden afgekeurd. In het onderhavige geval is dit, gelet op de uitspraak van de rechter, zeker van toepassing. De fractie is niet van zins in deze kwestie een variabele meetlat te hanteren en acht de door de krakers gebruikte argumenten volstrekt oneigenlijk. Andere middelen dan het in bezit nemen van particulier eigendom staan open om de aandacht te vestigen op woningtekort en achterstallig onderhoud. De eb-fractie huldigt de opvatting dat men te allen tijde andermans eigendom dient te respecteren. Zij hoopt en verwacht dat de gemeenteraad van Enkhuizen haar mening deelt, te meer daar ook de rechter deze daad als `onrechtmatig' heeft beoordeeld.

De heer Van der Veen
(pvda): Een fractiegenoot van de heer Hart is bij de actie aanwezig geweest. Toch zegt de heer Hart namens de gehele de eb-fractie te spreken.

De heer Hart
(eb): Blijkbaar doelt de heer Van der Veen op een commissielid.

De heer Tesselaar
(eb) conformeert zich aan vrijwel het gehele standpunt van diens fractievoorzitter, maar maakt daarbij de volgende aantekening. Hij loopt elke dag langs het gekraakte pand en ergert zich dan groen en geel aan de al jaren durende leegstand. Op grond hiervan kan hij voor déze kraakactie enige sympathie opbrengen. Deze sympathie zal onmiddellijk omslaan in antipathie wanneer de krakers geweld gebruiken of wederom een kraakactie plaatsvindt.

De heer Van der Veen
(pvda): De heer Hart heeft daarstraks blijkbaar níét namens de gehele eb-fractie gesproken en dus de raad misleid!

De heer Lok
(vl/gl) juicht de genuanceerde geluiden van de fracties van het cda en de rpf/sgp toe. Beide fracties hebben immers op de signaalfunctie van de actie gewezen.

De verdeeldheid binnen de eb-fractie is het minste probleem en daaraan wil spreker geen woorden vuil maken.

In de gehele fractie van Verenigd Links/groenlinks leeft om ten minste twee redenen sympathie voor de kraakactie.

* Via die weg is nadrukkelijk gewezen op de huisvestingsproblematiek waarmee jongeren in Enkhuizen worden geconfronteerd.
* Het blijkt mogelijk te zijn dat monumentale panden langdurig niet worden gebruikt. Eigenlijk zou er wetgeving moeten komen die dat onmogelijk maakt.

Duidelijk is dat iets aan de problematiek moet worden gedaan.

De heer Tesselaar
(eb): Op de televisie was te zien dat de oud-wethouder van vl/gl optrad als een soort onbezoldigd adviseur van de krakers. Waarom heeft de betrokken persoon, die tien jaar wethouder is geweest, gedurende diens ambtsperiode helemaal niets aan het probleem van de jongerenhuisvesting gedaan?

De heer Lok
(vl/gl): In die vraag ligt een bewering besloten die ten zeerste mag worden betwijfeld.

De heer Tesselaar
(eb): Op de wachtlijst staan de namen van 103 jongeren, terwijl in de Fruittuinen woningen aan mensen van de Enkhuizer Zeevaartschool worden verhuurd!

De heer Lok
(vl/gl): Ik verkeer niet in de positie om het beleid van een oud-wethouder te moeten verklaren of toe te lichten. Als de heer Tesselaar iemand op dat beleid wil aanspreken, zal hij zich tot het nu zittende college dienen te richten.

Tot slot. Het valt toe te juichen dat sprake is van een typisch Enkhuizer actie, heel lucide, ontspannen en geen onvertogen woord. Hopelijk zal ook de effectuering van de rechterlijke uitspraak in deze sfeer gestalte krijgen.

De heer Bode
(pvda) legt de volgende verklaring af. Voor de pvda-fractie staat het eigendomsrecht vanzelfsprekend voorop. De rechter heeft echter bepaald dat dit recht in een beperkt aantal situaties worden overruled wanneer andere rechten in het geding komen. In het geval van de aan de Westerstraat gelegen panden van de familie Swier heeft de rechter geoordeeld dat een dergelijke afweging niet kan worden gemaakt. Uitvoering van het vonnis zal dan ook plaatsvinden. Dit laat echter onverlet het signaal dat door deze kraakactie is afgegeven; volgens de fractie van de pvda is dat tweeledig.

a. Als gevolg van de sterk opgedreven huizenprijzen is de intrede op de woningmarkt via kopen voor velen niet langer weggelegd. Hierdoor is in de afgelopen twee jaar de druk op de huurmarkt aanzienlijk toegenomen. Het aanbod van huurwoningen is momenteel echter te klein om aan de vraag te kunnen voldoen. De verantwoordelijken voor de woningmarkt, namelijk de woningbouwverenigingen en de gemeente, zijn door de snel groeiende schaarste overvallen. Hoewel het percentage intreders op de woningmarkt bij woningzoekende jongeren het grootste is, blijft de schaarste niet tot jongerenhuisvesting beperkt, integendeel. De schaarste strekt zich over alle leeftijdscategorieën uit. Deze problematiek is door de kraakactie hardhandig op de agenda gezet.
b. Bezit brengt niet alleen rechten met zich, maar ook verantwoordelijkheden. De wijze waarop de betreffende panden in de afgelopen jaren meer en meer zijn verkrot, in een omgeving waar gemeente, inwoners en ondernemers veel energie en middelen hebben geïnvesteerd, heeft de pvda-fractie sterk gestoord. De eigenaars van de panden hebben hiervoor geen oog gehad en dat is onmaatschappelijk. Helaas staan het gemeentebestuur geen instrumenten ter beschikking om een dergelijke verwaarlozing te kunnen beëindigen. Een onderzoek naar mogelijke instrumenten zoals de zuiderburen kennen, kan wellicht tot landelijke wet- en regelgeving op dit gebied leiden.

De krakers hebben de kat de bel aangebonden. Het is nu aan politici, woningbouwcorporaties en woningzoekenden die bel duidelijk te laten rinkelen. De pvda-fractie hoopt dat de krakers de regie over hun actie hernemen. Wachten op een ontruiming die in de uitvoering kan escaleren, moet niemand willen. Gehoopt moet worden dat de krakers hun actie op een zodanige wijze beëindigen dat de afgegeven signalen worden verstèrkt in plaats van verzwakt.

De fractie wil graag op korte termijn een inzicht in het huidige aantal woningzoekenden per categorie, de gemiddelde inschrijfduur, de doorstroomcijfers van de afgelopen twee jaar, de prognoses voor dit en volgend jaar alsmede de instroom van woningzoekende vanuit de regio. Aan de hand daarvan zal op korte termijn het huisvestingsbeleid in de commissie moeten worden besproken.

De heer Hæntjens
(vvd) verwoordt het standpunt van de vvd-fractie als volgt.
* Het vraagstuk van de jongerenhuisvesting verdient een hogere prioriteit dan het tot nu heeft gekregen.

* De fractie kan zich niet vinden in de aan de krakers gerichte brief waarin onder meer staat:

`Naar ons voorlopig oordeel is sprake van een reguliere kraakactie.'

De vraag of daarvan al dan niet sprake is, moet door een rechter worden beantwoord, hetgeen inmiddels is gebeurd.

De voorzitter
nam met belangstelling kennis van afgelegde politieke verklaringen en standpunten. Het dagelijks bestuur heeft zich tot nu toe terughoudend opgesteld, omdat het in deze kwestie geen partij is, met uitzondering van de volgende punten.

1. Door middel van de kraakactie is aandacht gevraagd voor jongerenhuisvesting in deze stad.

2. Op grond van de Monumentenwet is het gemeentebestuur verantwoordelijk voor (rijks)monumenten. Tegen deze achtergrond heeft de heer Fijma namens het college van burgemeester en wethouders een brief aan de krakers gezonden. Daarover heeft goed overleg met hen plaatsgevonden. De term `reguliere kraakactie' is geen waardeoordeel noch een juridische kwalificatie, maar geeft slechts weer hoe het college tegen deze zaak aankijkt.
3. De verantwoordelijkheid voor openbare orde en veiligheid. Met het oog hierop werd met de politie contact opgenomen over de vraag hoe zij het rechterlijke vonnis zou uitvoeren. Volgens de politie was met de krakers afgesproken dat zij het pand na lijdzaam verzet zouden verlaten. Helaas kwamen de betrokkenen die afspraak niet na; zij verschansten zich op de zolder. Mede gelet op het in groten getale aanwezige publieke was het toen onverantwoord een einde aan de kraakactie te maken. In overleg met politie en justitie wordt nu bekeken hoe het vonnis alsnog kan worden geëffectueerd. Na afloop zal over het gevoerde beleid verantwoording worden afgelegd.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) voegt aan het antwoord van de voorzitter toe dat het haars inziens mogelijk moet zijn in overleg met de swd aan de commissie rof een inventarisatie te verstrekken waaruit datgene blijkt wat de heer Wiersma heeft gevraagd. Zij kan niet beloven dat dan tevens een ambtelijk advies wordt aangeboden. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan zal dat een vervolgstap zijn.

De heer Wiersma
(cda) wacht de cijfers met belangstelling af.

Met betrekking tot de jarenlange leegstand van het onderhavige pand verzoekt hij na te gaan hoe het gemeentebestuur kan bewerkstelligen dat daaraan iets wordt gedaan. Overigens zijn er in de stad meer monumenten die dreigen in te storten. Misschien zijn er geen adequate rechtsmiddelen voorhanden om daartegen op te treden, maar de gemeente kan in ieder geval wel trachten haar invloed aan te wenden om toch datgene te bereiken wat van rechtswege niet kan worden afgedwongen.

De heer De Geus
(rpf/sgp) roept in herinnering dat is afgesproken op 26 september aanstaande een bezoek aan de swd te brengen. Een goed moment om de problematiek in den brede te bespreken. Het is verstandig voordien in dit huis de specifieke jongerenproblematiek aan de orde te stellen.

De heer Bode
(pvda) verwacht dat in de commissie ook antwoorden op de vragen van de pvda-fractie zullen worden gegeven. Hij bepleit nogmaals te onderzoeken of op termijn tot een soort `leegstandspenalty' kan worden gekomen.

De voorzitter
: De baatbelasting leek verkoop te bespoedigen, maar dat effect is met de afschaffing van die belasting verdwenen. Hoe dan ook, het college zal de bedoelde mogelijkheden nagaan.

De heer Bode
(pvda): De baatbelasting was niet alleen een leegstandspenalty maar ook een `volstandspenalty'!

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen en gedane toezeggingen, vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.


2. Brief, de dato april 2001, van de Fietsersbond te Utrecht met betrekking tot 25 jaar Fietsersbond.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk voor kennisgeving aan te nemen.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) las in de brief van de Fietsersbond dat een cd was bijgevoegd voor het raadslid dat zich in het afgelopen jaar het meeste voor de fietsers had ingezet. Hij stelt voor de cd aan de heer Van der Veen toe te kennen voor het feit dat deze elk jaar het initiatief neemt een tocht rond het IJsselmeer te organiseren.

De voorzitter
stelt vast dat instemmend wordt geknikt, zodat de heer Van der Veen de cd zal krijgen.

De heer Lok
(vl/gl): King of the road!

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.


3. Brief, de dato 26 maart 2001, van mevrouw M. Kuijpers te Enkhuizen met betrekking tot de vestiging van een basisschool aan Toereppel 21a.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk voor kennisgeving aan te nemen.

De heer De Geus
(rpf/sgp) voert aan dat reclamante zich op het bestemmingsplan beroept, waarin het onderhavige stukje grond als `openbaar groen' is aangegeven. Het college schrijft daarover:

`Inmiddels is er overleg geweest met mevrouw Kuijper. Aan haar voorwaarden hebben wij kunnen voldoen waarmee deze brief als afgedaan kan worden beschouwd.'

De fractie wil in een commissie, bijvoorbeeld wev, graag horen hoe het bezwaar is weggenomen.

De heer Wiersma
(cda) toont zich ingenomen met het feit dat mevrouw Kuijpers en de gemeente kennelijk tot een vergelijk zijn gekomen. Ook hij verneemt graag hoe dat is geformuleerd. De cda-fractie zal het op prijs stellen als één en ander schriftelijk wordt bevestigd.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) antwoordt dat mevrouw Kuijpers op grond van de vigerende bestemming bezwaar maakte tegen het voornemen het gebouwtje van de peuterspeelzaal door een ander gebouw te vervangen. Vervolgens is via een hoorzitting met het schoolbestuur een oplossing gevonden waarmee zowel de school als mevrouw Kuijpers kan leven. Afgesproken is dat de situatie maximaal vijf jaar zal duren, waarna het bezwaar is ingetrokken. De gemaakte afspraak zal schriftelijk worden vastgelegd.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen, vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.


4. Brief, de dato 3 april 2001, van de gemeente Leeuweradeel met betrekking tot ondersteuning van haar motie met als strekking het geluidsniveau op het platteland in de avonduren niet te beperken.

Burgemeester en wethouders stellen, gelet op het advies van de raadscommissie voor havens, openbare werken en sociale voorzieningen, voor deze motie te ondersteunen.

De voorzitter
benadrukt dat in de omschrijving op de lijst van ingekomen stukken abusievelijk het woordje `niet' is weggelaten.

De heer Tesselaar
(eb) komt uit een tuindersfamilie en weet uit dien hoofde dat in de agrarische sector nu eenmaal pieken in de bedrijfsvoering voorkomen. Blijkbaar wenst men daarmee geen rekening te houden. Mensen die vanuit de stad in een dorp gaan wonen en vervolgens klagen over de stank van mest en het geluid van tractoren moeten terug naar de stad! De fractie van Enkhuizer Belang steunt de motie van harte.

Wethouder Dol
(vl/gl) rapporteert dat het niet om klagers gaat, maar een voornemen van een ministerie. De gemeente Leeuweradeel ageert daartegen en vraagt ondersteuning van andere gemeenten. Gelet op het commissieadvies wordt voorgesteld dat te doen.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.


5. Brief, de dato 17 april 2001, van Z. Iles te Enkhuizen met betrekking tot de parkeergelegenheid rond het Poortland.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor welzijn, economische zaken en verkeer.


6. Brief, de dato 29 maart 2001, van de Milieufederatie Noord-Holland te Zaandam met betrekking tot biologisch geteelde bloembollen.

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt, overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, besloten dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor havens, openbare werken en sociale voorzieningen.


7. Brief, de dato 25 april 2001, van de Stichting sbo-nh te Haarlem met betrekking tot de rapportage inzake de enquête ov Taxi nhn.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor havens, openbare werken en sociale voorzieningen.

De heer Hart
(eb) miste bij de stukken de aangeduide rapportage. Hij verzoekt die voor de commissievergadering alsnog ter inzage te leggen.

Wethouder Dol
(vl/gl) verklaart dat de gebruikelijke gang van zaken daarin voorziet; anders zou een behandeling in de commissie immers geen zin hebben.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.


8. Brief, de dato 9 april 2001, van de gemeente Beemster met betrekking tot de ondersteuning van haar motie met als strekking de gehele veestapel tegen mond- en klauwzeer te vaccineren.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor algemeen bestuurlijke en organisatorische zaken.

De heer Wiersma
(cda) verbaast zich over het collegevoorstel, want in de vorige raadsvergadering is een soortgelijke motie van de gemeente Alkemade afgewezen.

De heer Hart
(eb) ondersteunt de woorden van de heer Wiersma.

De heer Lok
(vl/gl) verheelt niet dat hij een tegengestelde opvatting heeft. Hij stelt een behandeling in de raadscommissie aboz op prijs.

De voorzitter
concludeert dat een raadsmeerderheid die behoefte niet heeft.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig, onder aantekening dat de heer Lok geacht wil worden te hebben tegengestemd.


9. Brief, de dato 10 april 2001, van de meldkamer Noord-Holland Noord met betrekking tot diverse financiële onderwerpen.

Burgemeester en wethouders stellen voor dit ingekomen stuk te behandelen in de raadscommissie voor algemeen bestuurlijke en organisatorische zaken.

De heer Hart
(eb) ontdekte dat blad 2 ontbrak. Kan de verantwoordelijke portefeuillehouder daar iets over zeggen?

De voorzitter
deelt mee dat de genoemde materie eind juni aan de orde zal komen, en wel naar aanleiding van twee met elkaar samenhangende problemen.
* De begroting is overschreden en met het oog daarop zijn voorstellen gedaan die dit probleem moeten oplossen. De daaraan verbonden financiële consequenties lopen echter nogal fors in de papieren.

* Het functioneren van de meldkamer is inmiddels geëvalueerd. Daaruit komen grote zorgen over het kwaliteitsniveau naar voren.

Beide onderwerpen zullen worden besproken, zodat spreker in de eind juni te houden vergadering namens de gemeenteraad van Enkhuizen een standpunt kan innemen.


5. Referendumverzoek J. Buis.

(Voorstel nummer 032, 2001.)

De heer Bode
(pvda) begint zijn betoog met de mededeling dat zijn fractie met het onder I vermelde ontwerpbesluit - wegens het ontbreken van een raadsbesluit het verzoek niet in behandeling nemen - instemt. Dat geldt echter niet voor deel II. In punt II a) spreekt de raad uit dat eenzelfde referendumverzoek wèl zal worden gehonoreerd op het moment dat daarvoor formeel een rechtsgrond aanwezig is, in dit geval een positief besluit over een vrijstellingsverzoek ex artikel 19a, 1e lid, wro.

In het volgende punt, te weten II b) spreekt de raad uit dat de Referendumverordening zodanig zal worden aangepast dat in de toekomst geen ruimte meer zal zijn voor datgene wat in a) is omschreven. Hiermee is de fractie van de pvda het van harte eens.

Waarom stemt de fractie niet met punt II a) in? Het gemeentebestuur zegt voornemens te zijn de Referendumverordening aan te passen, omdat die thans ruimte laat voor het organiseren van onnodige referenda, bijvoorbeeld omdat al een artikel 19-procedure loopt. In zo'n procedure kan de burger diens rechten immers voldoende uitoefenen en is een referendum dus overbodig. Overigens zal de Tweede Kamer de wetgeving in die zin wijzigen.

Kortom: de raad kan op dit moment volstaan met uit te spreken dat het referendumverzoek op grond van formele redenen niet kan worden gehonoreerd en dat de Referendumverordening aan de te wijzigen wetgeving zal worden aangepast.

De heer Lok
(vl/gl): De bijdrage van de heer Bode wekt verbazing. Over deze materie is tot vervelens toe gediscussieerd en de resultante daarvan ligt nu op tafel. Tijdens de meerdere gedachtewisselingen bleek niet dat de pvda-fractie enig voorbehoud maakte. Nu blijkt dat de discussie kennelijk weer van voren af aan moet worden gevoerd.

De heer Bode
(pvda): Een aardig voorzetje voor het volgende onderdeel van mijn betoog!

Het was verrassend te lezen dat de commissie aboz een advies had gegeven op basis waarvan dit raadsvoorstel tot stand kwam. Deze aangelegenheid is twee maal in die commissie besproken. De eerste keer heeft de heer Lok nogal `hard' ingezet en daardoor kan de indruk zijn gewekt dat deze de enige is geweest die iets naar voren heeft gebracht, maar op zich vergroot dat de waarde van diens standpunt vanzelfsprekend niet. Hoe het ook zij, tijdens de discussie zijn ook wel degelijk andere meningen verwoord.

De heer Lok
(vl/gl): Ik kan mij niet herinneren dat ik mij op dat moment met mijn stellingname in een geïsoleerde positie bevond!

De heer Bode
(pvda): In beide commissievergaderingen heeft de pvda-fractie betoogd dat de Referendumverordening de ruimte biedt níét op een referendumverzoek in te gaan, ook niet wanneer een formele grondslag voor een referendum aanwezig is. De overwegingen voor zo'n besluit kunnen gelegen zijn in de veranderde wetgeving en de mogelijkheid voor burgers via andere wegen zienswijzen en meningen kenbaar te maken.

De heer Lok
(vl/gl) erkent het recht van elke fractie een mening te verkondigen. Het zou hem echter wat waard zijn geweest indien hij in commissieverband over het pvda standpunt was geïnformeerd.

De heer Bode
(pvda): Dat is bij herhaling gebeurd.

De heer Lok
(vl/gl): Dit ontaardt in een welles-nietesspelletje.

De voorzitter
: Ik zal straks meedelen wat volgens mij in de raadscommissie aboz is gezegd.

De heer Lok
(vl/gl): Goed.

Wat heeft zich voorgedaan? In het oorspronkelijke voorstel stelden burgemeester en wethouders dat dit onderwerp `niet-referendabel' zou zijn. Naar aanleiding van de eerste discussie in de commissie aboz werd een gewijzigd voorstel gemaakt - het stuk dat nu op tafel ligt -, en dat werd in de laatste vergadering van die commissie behandeld. Welnu, zeker in die laatste bijeenkomst zijn van de zijde van de pvda-fractie geen fundamentele bezwaren tegen het collegevoorstel ingebracht, noch is een voorbehoud gemaakt.

De heer Bode
(pvda): Er werd geen voorbehoud gemaakt, omdat het pvda-standpunt helder was, te weten vóór het ontwerpbesluit, maar tégen de overwegingen. In beide commissievergaderingen is één en ander te berde gebracht.

De heer Lok
(vl/gl): Ik heb dat ànders beleefd.

De fractie van Verenigd Links/groenlinks onderschrijft de jongste versie van het raadsvoorstel zoals het college dat heeft aangeboden. In het stuk staat dat momenteel geen redenen kunnen worden gevonden om het verzoek van de heer Buis te honoreren, maar diens verzoek zal zeker worden ingewilligd zodra daartoe wèl aanleiding bestaat. Deze zienswijze stoelt op de húídige gemeentelijke Referendumverordening en het is ongepast tijdens een wedstrijd de spelregels te veranderen.

Het voorgaande neemt niet weg dat, gelet op de Tijdelijke Referendumwet, in de toekomst nadrukkelijk kan worden aangegeven dat een zogeheten artikel 19-procedure niet door middel van een referendum behoeft te worden gedoubleerd, maar zover is het nog niet. Het verzoek van de heer Buis, dat aan de voorwaarden in de Referendumverordening voldoet, is ontvangen vóórdat tot wijziging van de verordening is besloten en dus moet aan diens verzoek tegemoet worden gekomen. Dat is in overeenstemming met sprekers democratisch rechtsgevoel.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): De heer Lok weet mij vaak met zijn democratisch rechtsgevoel, dat ik in hoge mate waardeer, te overtuigen, maar in dit geval blijven hij en ik het over één punt fundamenteel oneens. In artikel 4, sub g, van de Referendumverordening staat dat de gemeenteraad op grond van bepaalde dringende redenen kan besluiten geen referendum te houden. Dat artikel kan heel goed worden toegepast wanneer al sprake is van een artikel 19-procedure, want die kent een geheel eigen rechtsgang die zeer ingrijpend kan zijn en voldoende inspraakmogelijkheden kent. Toepassing van die spelregel kan dus níét worden gekenschetst als `het veranderen van de regels tijdens het spel', integendeel, het desbetreffende artikel is juist met het oog op dergelijke situaties in de verordening opgenomen.

De heer Hart
(eb): Het stoort mij dat volgens mevrouw Dekker de artikel 19-procedure verstrekkende mogelijkheden kent. Die mogelijkheden zijn zéér beperkt!

De heer Lok
(vl/gl): Ook over dat interpretatieverschil kan lang worden gedebatteerd!

De raadscommissie is uiteindelijk tot een nieuw oordeel gekomen en heeft voor een andere interpretatie van het genoemde artikel in de Referendumverordening gekozen. Het college heeft aan die zienswijze zo veel waarde gehecht dat het met een in die zin aangepast raadsvoorstel is gekomen.

De heer Hart
(eb) stipt de volgende punten aan.

* De fractie van Enkhuizer Belang is nog steeds blij dat zij indertijd met de Referendumverordening heeft ingestemd.
* Gaande de wedstrijd mogen de regels niet worden veranderd.
* Onbegrijpelijk dat het college dìt raadsvoorstel heeft aangeboden, want de ook bij burgemeester en wethouders bekende plannen voor de Fruittuinen zijn reeds `gaar gekookt'.

De heer Bode
(pvda): Mag daaruit worden afgeleid dat de eb-fractie tegen het besluit en de daarbij behorende overwegingen is?

De heer Hart
(eb): Dat is goed begrepen.

De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) leidt uit de woorden van de heer Hart af dat de eb-fractie misschien meer weet dan de overige raadsleden.

De heer Tesselaar
(eb): Als het goed is krijgt ieder raadslid, dus ook de heer Van Pijkeren, de verslagen van de collegevergaderingen.

De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp): Hopelijk zal straks nadere informatie worden gegeven.

Alhoewel dit onderwerp in de achterliggende commissievergaderingen meermaals is besproken, is zo langzamerhand toch een verwarrende situatie ontstaan. De rpf/sgp-fractie heeft er tijdens die gelegenheden op gewezen dat deze gemeenteraad een referendumverordening heeft vastgesteld waaraan het gemeentebestuur zich dient te conformeren. Daarnaast moet het gemeentebestuur de wet in het oog houden. De fractie van de rpf/sgp gaat daarom akkoord met de onderdelen I en II b) van het ontwerpbesluit; in dezen schaart zij zich achter de woorden van de heer Bode.

Ten slotte. Gelet op het lange traject dat het verzoek van de heer Buis is gegaan, meent spreker te mogen stellen dat de gang van zaken zoals die zich heeft voorgedaan beslist geen schoonheidsprijs verdient.

De heer Wiersma
(cda) leest in het raadsvoorstel dat de commissie aboz zich met het collegevoorstel kan verenigen. Van de cda-vertegenwoordiging in die commissie begreep hij dat het algemene gevoelen was: `Er is nu eenmaal een verordening en wie daarop een beroep wil doen, moet dat maar bekijken.' Het is bekend dat de cda-fractie van meet af aan tegen de Referendumverordening is geweest en zich zeker tegen een referendum over een bestemmingsplan zal verzetten, zoals in het geval van de Fruittuinen.

De fractie van het cda stemt in met de punten I en II b) van het aangeboden ontwerpbesluit. Met betrekking tot punt II a) biedt de artikel 19-procedure aan iedere burger voldoende inspraakmogelijkheden. In die procedure telt de kracht van argumenten in plaats van het aantal handtekeningen.

De heer Hart liet doorschemeren dat al plannen gereed zouden liggen. Spreker weet niet beter dan dat slechts volumeschetsen zijn gemaakt; hij verwacht dat die binnenkort in de openbaarheid zullen komen, zodat iedereen daarnaar kan kijken. In dit verband mag eraan worden herinnerd dat eerst een uitspraak over het te bouwen volume moet worden gedaan, voordat tot verkoop, afbraak dan wel nieuwbouw wordt besloten. Tegen een dergelijk besluit kan in het kader van de artikel 19-procedure trouwens bezwaar worden gemaakt.

Vanavond lag een brief van de heer Buis op de raadstafel. Los van de inhoud is het goed dat brieven worden beantwoord, hetgeen in dit geval blijkbaar niet is gebeurd.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): Gisteren gebeurd!

De heer Hekkert
(vvd) beluisterde dat het meeste al werd gezegd; hij kan dan ook kort zijn.

Evenals het cda is de fractie van de vvd minder ingenomen met het fenomeen `referendum', zoals iedereen kan weten.

Tijdens de discussies in de raadscommissie aboz heeft sprekers fractie een helder standpunt ingenomen. Zij herkent de argumentatie van de heer Lok dan ook volledig. Ook de fractie van de vvd onderschrijft dus het gehéle raadsvoorstel.

De voorzitter
reageert als volgt. In eerste instantie presenteerde burgemeester en wethouders het voorstel het referendumverzoek niet te honoreren, en wel om twee redenen.

* Er is geen enkele grond voor een referendum, want met betrekking tot de Fruittuinen wordt slechts gesproken over voornemens, ideeën et cetera.

* Landelijk wordt gediscussieerd over het voornemen dit soort verordeningen aan te passen; artikel 4, sub g, loopt daarop min of meer vooruit. In bepaalde wetten of wettelijke regelingen, zoals de wro, zijn al zo veel waarborgen voor de burgers ingebouwd dat het onnodig is ook nog eens een referendum te houden.

De zienswijze van het college werd in de commissie door met name de heer Boland aangevochten. Deze verwees naar de vastgestelde Referendumverordening op basis waarvan dit soort onderwerpen referendabel zou zijn. Artikel 4, sub g, zou niet van toepassing zijn en het college moest maar naar een geschikte mogelijkheid zoeken, bijvoorbeeld de voorgenomen grondverkoop of afgifte van de bouwvergunning, om het referendum te doen plaatsvinden. De heer Koeman was van mening dat de wro al voldoende waarborgen bood voor inspraak, consultatie van burgers enzovoort, maar deze kreeg weinig steun. De meerderheid stond echter op het standpunt dat niet tijdens de wedstrijd de spelregels mochten worden veranderd en sloot zich bij de opvatting van de heer Boland aan. Welnu, tegen deze achtergrond heeft het college diens voorstel aangepast en nu op tafel gelegd.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) kondigt aan een ultieme poging te zullen doen de raad ervan te weerhouden in te stemmen met punt II a) van het ontwerpbesluit. Artikel 19 van de wro biedt al de waarborg dat burgers hun mening, standpunt of zienswijze kunnen geven over of bezwaren kunnen maken tegen plannen die de ruimtelijke ordening betreffen. In dit geval is het dus niet nodig de Referendumverordening toe te passen. Overigens geeft artikel 4, sub g, van die verordening deze raad de ruimte dienovereenkomstig te besluiten.

De heer Lok
(vl/gl): Ter bevordering van de kwaliteit van de discussie zou het uiterst handig zijn geweest als de raad vooraf in kennis was gesteld van de meerderheids- en minderheidsstandpunten die kennelijk in de boezem van dit college leven! Nu heeft niemand zich op deze situatie kunnen voorbereiden en dat is een bijzonder slechte zaak.

Wethouder Dol
(vl/gl): Ik ben net zo verrast als de heer Lok!

De voorzitter
schorst hierna de beraadslagingen voor tien minuten.

(Schorsing.)

De voorzitter
heropent de beraadslagingen en legt namens het college de volgende verklaring af. Daarstraks werd al geschetst dat het college in diens eerste voorstel de stelling verkondigde dat, gelet op de wro en artikel 4, sub g, van de Referendumverordening, een mogelijk bouwplan voor de Fruittuinen zich niet voor een referendum zou lenen. Vervolgens sprak de meerderheid van de commissie aboz uit dat die redenering van burgemeester en wethouders weliswaar begrijpelijk was, maar dat op grond van de géést van de verordening het initiatief van de heer Buis - een referendum organiseren - toch moest worden gehonoreerd. Het college zou een daartoe geschikt moment moeten uitzoeken. Met die boodschap ging spreker naar het college terug, waarna het raadsvoorstel in die zin werd aangepast, ondanks de opnieuw naar voren gebrachte bezwaren van de wethouders Dekker en Van Doornik. In de bewuste collegevergadering werden de historische woorden gesproken: `De raad zal moeten bepalen wat er dient te gebeuren.' Achteraf gezien ware het zorgvuldig geweest agendapunt 5 met deze informatie in te leiden.

Hierna nodigt spreker de raadsfracties uit in een soort stemverklaring aan te geven voor welke mogelijkheid in dit geval wordt gekozen.
* De `lijn Boland' volgen, hetgeen inhoudt dat in de geest van de Referendumverordening een geschikt aanknopingspunt voor het houden van een referendum wordt gezocht.

* Op grond van de ophanden zijnde wetswijziging en artikel 4, sub g, van de Referendumverordening afzien van het houden van een referendum, omdat de wro reeds in een zorgvuldige procedure voorziet.

De heer Hart
(eb) brengt naar voren dat volgens de fractie van Enkhuizer Belang in de geest van de Referendumverordening moet worden gehandeld en derhalve het verzoek van de heer Buis dient te worden gehonoreerd.

Wethouder Dol
(vl/gl): De fractie van de heer Hart zal dus vóór het collegevoorstel stemmen.

De voorzitter
: Ja.

De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) herhaalt dat de rpf/sgp-fractie zich alleen in de punten I en II b) van het ontwerpbesluit kan vinden.

Desgevraagd zegt hij dat zijn fractie voor het volgen van de artikel 19-procedure kiest.

De voorzitter
: Dus tegen het houden van een referendum.

De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp): Ja.

De heer Wiersma
(cda) volstaat met de mededeling dat ook de fractie van het cda tegen een referendum is.

De heer Lok
(vl/gl) aanvaardt namens de fractie van Verenigd Links/groenlinks onverkort het gehéle raadsvoorstel, inhoudende dat de heer Buis op een daartoe gepast moment de gelegenheid krijgt een hernieuwd verzoek in te dienen dat dan zal worden gehonoreerd.

De heer Hart
(eb): Deelt de vl/gl-wethouder dat standpunt?

De heer Lok
(vl/gl): Ja.

De heer Hekkert
(vvd) tekent aan dat zijn fractie in de door de voorzitter beschreven `lijn Boland' met het voorstel meegaat.

De heer Bode
(pvda) verduidelijkt dat de pvda-fractie gedeeltelijk met het voorliggende raadsstuk akkoord kan gaan. Het referendumverzoek van de heer Buis moet op dit moment inderdaad niet ontvankelijk worden verklaard. De fractie is het niet eens met het voorstel nú reeds te verklaren dat een hernieuwd initiatief in die richting - in dit geval opnieuw vragen een referendum te houden - wèl zal worden ingewilligd.

Desgevraagd zegt spreker dat de fractie van de pvda tégen het houden van een referendum is.

Hierna wordt het voorstel van burgemeester en wethouders, inclusief het uit de punten I, II a) en II b) bestaande ontwerpbesluit, bij handopsteken in stemming gebracht en met 8 tegen 7 stemmen aanvaard.


6. Verzelfstandiging campings.

(Voorstel nummer 064, 2001.)

De heer Rieuwerts
(vl/gl) stemt met het voorstel in. Van deze gelegenheid maakt hij gebruik aandacht te vragen voor de zorgen die de huidige campinggebruikers hebben uitgesproken. Wellicht is het mogelijk in het toekomstige verkoopcontract een sociale paragraaf op te nemen die rekening houdt met de belangen van de gebruikers.

De heer Tesselaar
(eb) verenigt zich met de verzelfstandiging van Camping Enkhuizer Zand, maar Camping De Vest zou als trekkerscamping - dus geen semi-permanente caravans - in beheer van de gemeente moeten blijven.

De heer Wiersma
(cda) citeert punt 1 van het ontwerpbesluit.

`1. in te stemmen met het definitieve collegebesluit om tot verzelfstandiging van de beide campings over te gaan;'

Deze tekst impliceert dat de gemeente de campings coûte que coûte zal verkopen en die gedachte kan spreker niet bekoren.

Wethouder Van Doornik
(cda) beantwoordt allereerst de opmerking van de heer Wiersma. Het is zeker niet de bedoeling de verzelfstandiging tot elke prijs te doen plaatsvinden; de verzelfstandiging zal voor de gemeente in financieel opzicht aantrekkelijk moeten zijn. Bovendien zullen de onderhandelingsresultaten ter beoordeling aan de commissies worden voorgelegd.

De eb-fractie mag eraan worden herinnerd dat in het verleden is uitgesproken dat de kleine Camping De Vest een bijzondere positie heeft. Dit behoeft echter niet te betekenen dat de gemeente de camping in eigen beheer moet houden, integendeel, overdracht met behoud van het specifieke karakter moet mogelijk zijn.

De heer Rieuwerts verzoekt met het oog op de huidige campinggebruikers om een sociale paragraaf. Dat lijkt niet verstandig, want de eventuele financiële schade als gevolg van verplaatsing van caravans is niet te overzien. De vertegenwoordiging van de belangenvereniging waarmee is gesproken, is doordrongen van de mogelijkheid dat na afloop van een contract een gedwongen verplaatsing kosten met zich kan brengen.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) beklemtoont dat hij heeft gevraagd of het mógelijk is een sociale paragraaf op te nemen.

Wethouder Van Doornik
(cda): Oké, dat zal worden bekeken.

De heer Tesselaar
(eb) wenst aangetekend te hebben dat Camping De Vest volgens de fractie van Enkhuizer Belang een trekkerscamping moet worden en in beheer van de gemeente dient te blijven.

De voorzitter
: Het college is het volkomen eens met de wens Camping De Vest het karakter te laten behouden of te geven dat de eb-fractie heeft omschreven, maar dat behoeft de voorgenomen verzelfstandiging niet in de weg te staan.

De heer Hart
(eb): Dan gaat de fractie van Enkhuizer Belang met dit voorstel akkoord.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


7. Grondruil nabij rioolgemaal Enkhuizen-Noord.
(Voorstel nummer 038, 2001.)


8. Beleidsplan abw 2001.

(Voorstel nummer 039, 2001.)

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen van burgemeester en wethouders onder de nummers 7 en 8 overeenkomstig de aangeboden ontwerpbesluiten aanvaard.


9. Verkoop Kade 25.

(Voorstel nummer 046, 2001.)

De heer Hekkert
(vvd) dient namens de fractie van de vvd de navolgende motie in.

`De gemeenteraad van Enkhuizen,

in vergadering bijeen op dinsdag 8 mei 2001,
overwegende:
dat het college van burgemeester en wethouders aan zijn voorstel nummer 46, inhoudende verkoop Kade 25, wenst vast te houden; constaterende:
dat het object namens het college te koop is aangeboden aan de Stichting Compagnieshaven;
voorts overwegende:


1. dat de intentie van het college om samen met de Stichting Jachthaven Enkhuizen, waaraan koopster is verbonden, onderzoek te doen naar verzelfstandiging van de gemeentelijke havens door de gemeenteraad om hem moverende redenen is geblokkeerd;
2. dat het voorzien in een toiletvoorziening voor gebruikers van de Oosterhaven een gemeentelijke taak is, waarvan de kosten reeds zijn verdisconteerd in de (te) ontvangen havengelden;
3. dat verkoop van het pand Kade 25, voorafgaande aan een mogelijke verzelfstandiging van de gemeentelijke havens, een grote beperking bij die verzelfstandiging kan opleveren;

spreekt als zijn oordeel uit:

* dat verkoop van het pand Kade 25 dient te worden uitgesteld, totdat meer zicht is verkregen op de resultaten van het onderzoek naar een mogelijke verzelfstandiging van de gemeentelijke havens;
* dat de noodzakelijke toilet- en fietsvoorzieningen voor de gebruikers van de Oosterhaven van gemeentewege moeten worden ingericht;

* dat bij een eventuele verkoop, wellicht in combinatie met verzelfstandiging van de gemeentelijke havens, de belangen van mogelijke, door de gemeente gewenste gebruikers dienen te worden gewaarborgd;

verzoekt het college:
zijn voorstel met betrekking tot de verkoop van het pand Kade 25 terug te nemen tot het moment waarop zicht is verkregen op de uitslag van het lopende onderzoek naar verzelfstandiging van de gemeentelijke havens;
en gaat over tot de orde van de dag.'

De heer De Geus
(rpf/sgp) belicht dat het onderhavige gebouw, Kade 25, aanvankelijk aan de Stichting Compagnieshaven zou worden verkocht, maar vanwege enige oneffenheden die verband hielden met de Enkhuizer Zeevaartschool werd het desbetreffende raadsvoorstel een maand aangehouden. Nu ligt het raadsstuk opnieuw voor.

De rpf/sgp-fractie gaat met dit voorstel akkoord, maar merkt op dat sinds de vorige keer blijkbaar iets is veranderd. De steeg, die oorspronkelijk aan de Stichting Compagnieshaven zou worden verkocht maar door de zeevaartschool zou mogen worden gebruikt, wordt nu aan de Enkhuizer Zeevaartschool in erfpacht uitgegeven. Verwonderlijk, maar de fractie wil hiervan geen breekpunt maken.

De heer Hart
(eb) voelt zich geroepen om erop te wijzen dat de fractie van Enkhuizer Belang al maandenlang verkondigt dat de zwarte loods niet mag worden verkocht. De fractie kan zich dan ook geheel in de vvd-motie vinden en bedankt de heer Hekkert voor de verrichte arbeid!

De heer Rieuwerts
(vl/gl) memoreert dat de fractie van Verenigd Links/groenlinks de vorige keer vooral de toegankelijkheid van de toiletvoorziening heeft benadrukt. In het bij de stukken ter inzage gelegde memo wordt gerept van `afstandstabellen naar goed geoutilleerde accommodaties'. Spreker daagt de schrijver van dat memo uit met hem een rondgang langs die `goed geoutilleerde voorzieningen' te maken.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): Mèt een volle blaas!

De heer Rieuwerts
(vl/gl): Tijdens die rondgang zal een rolstoel worden meegenomen, zodat tevens kan worden aangetoond hoe het met de toegankelijkheid voor rolstoelgebruikers is gesteld!

Overigens gaat de vl/gl-fractie akkoord met het onderhavige collegevoorstel

De heer Bode
(pvda) geeft zijn fiat aan het raadsvoorstel. De problemen die de vorige keer zijn gesignaleerd, zijn inmiddels opgelost.

Wethouder Van Doornik
(cda) schildert dat de heer Van der Schans op 10 april een brief aan de raad heeft gestuurd. Daarin is de stand van zaken weergegeven en ook vermeld dat de Stichting Compagnieshaven en de Enkhuizer Zeevaartschool het eens zijn geworden. Voor het gebruik door de zeevaartschool van de steeg, die eigendom van de gemeente blijft, naast de zwarte loods zal een contract worden gesloten. Het college heeft dan ook geen behoefte aan de vvd-motie met als strekking de zaak opnieuw uit te stellen. De heer Dol zal vanuit diens portefeuille kunnen beamen dat de geplande voorziening een bittere noodzaak is. Bovendien is één en ander in het verleden aan de gebruikers van de Oosterhaven beloofd.

Tot slot zegt spreker dat hij graag de uitdaging van de heer Rieuwerts aanneemt.

De heer Hæntjens
(vvd) plaatst de opmerking dat hij bij herhaling heeft gevraagd het onderhavige raadsvoorstel voor de commissie hos te agenderen, maar tot op heden is daaraan geen gevolg gegeven. Die commissie heeft zich dus géén oordeel kunnen vormen.

De heer Hekkert
(vvd) vestigt er de aandacht op dat zijn fractie niet principieel tegen verkoop van het pand is. Momenteel kan echter niemand voorzien of en, zo ja, in hoeverre deze transactie een eventuele (externe) verzelfstandiging bemoeilijkt. Wat is er op tegen het in 1999 aangekochte gebouw voorlopig nog in eigendom te houden? Dat de gemeente zodoende een aantal voorzieningen, waarvoor zij wel verantwoordelijk is, achterwege kan laten, is geen doorslaggevend argument. Mocht in het kader van verzelfstandiging blijken dat de loods niet nodig is, dan kan die alsnog worden verkocht.

In de laatste alinea van de toelichting op de vvd-motie staat onder het kopje `Zorgvuldig?' de volgende passage.

`Pikant detail t.a.v. het voorliggende voorstel lijkt nog dat de raad wordt voorgesteld iets te verkopen aan een niet bestaande partij. Het voorstel behelst verkoop aan een "Stichting Compagnieshaven". Navraag onzerzijds bij de Kamer van Koophandel te Alkmaar levert op dat deze stichting niet is geregistreerd en derhalve niet zou bestaan. Ook een b.v. van deze naam is onbekend.'

Kan het college van burgemeester en wethouders de fractie uit de droom helpen?

De heer Hæntjens
(vvd) vult de woorden van de heer Hekkert aan met de opmerking dat de loods aan de Stichting Jachthaven Enkhuizen wordt verkocht. Die heeft per 1 december jongstleden met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000 de exploitatie in handen gelegd van de Compagnieshaven bv.

De heer De Geus
(rpf/sgp) betitelt de motie als `sympathiek', maar het is te laat om die te aanvaarden; de gemeente zou zich dan immers een onbetrouwbare onderhandelingspartner tonen. Bovendien is de geplande toiletvoorziening dringend nodig. De raad moet nu spijkers met koppen slaan.

De heer Hekkert
(vvd): Een motie van dezelfde strekking heeft ook de vorige keer, toen het raadsvoorstel nummer `137, 2000' had, op tafel gelegen. Toentertijd werd het voorstel van de agenda afgevoerd en dit impliceerde dat de motie werd aangehouden.

De heer De Geus
(rpf/sgp): Dat is juist, maar aan de andere kant kan niet worden ontkend dat de gemeente al heel lang over de verkoop van de loods onderhandelt. Het zou dan ook onverstandig zijn het raadsvoorstel opnieuw te verdagen, te meer daar de verzelfstandiging van de havens nog geruime tijd op zich zal laten wachten.

De heer Hart
(eb): Een onjuist standpunt! In onwetendheid een bepaald besluit nemen kan voorkomen, maar dat ook doen als men voor mogelijke consequenties is gewaarschuwd, is totaal verkeerd.

De heer Wiersma
(cda): Ook de heer De Geus moet weten dat elke transactie waarbij de gemeente is betrokken wordt voorzien van de voetnoot `Onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad.' Een laat stadium is op zich dus geen reden om van uitstel af te zien.

De heer De Geus
(rpf/sgp): Dat is één kant van de medaille. Een ander belangrijk punt is dat de beloofde toiletvoorziening nu eindelijk moet worden gerealiseerd. Verder mogen de langdurige onderhandelingen met de zeevaartschool over de gerenoveerde woningen niet worden gefrustreerd.

De heer Hart
(eb): Die woningen hebben niets met deze zaak te maken!

De heer De Geus
(rpf/sgp): Doordat tussen de Stichting Compagnieshaven en de Enkhuizer Zeevaartschool geen goede regeling was getroffen voor het gebruik van de steeg als fietsenstalling voor de mensen in de woningen van de zeevaartschool, drongen de fracties van d66 en de rpf/sgp er de vorige keer op aan dit raadsvoorstel een maand aan te houden. Nu is alles netjes geregeld en kan dus conform het collegevoorstel worden besloten.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) verheugt het dat de wethouder de uitdaging aanneemt. Voor een rolstoel wordt gezorgd!

Wethouder Van Doornik
(cda) illustreert naar aanleiding van de opmerking van de heer Hekkert dat deze verkoop met de nodige waarborgen is omgeven. De notaris stelt de verkoopakte op en trekt in, bijvoorbeeld, het stichtingenregister na wie bij de contractpartijen bevoegd is om een handtekening te plaatsen et cetera.

De heer Hart
(eb): Wordt bij de notaris ook vastgelegd waarop de heer Hæntjens heeft geattendeerd?

De voorzitter
: Morgenochtend zal dat worden nagegaan.

Wethouder Dol
(vl/gl) ontraadt de motie op grond van de volgende overwegingen.
* Reeds bij de herinrichting van de Oosterhaven werd vastgesteld dat voor de havengebruikers een toiletaccommodatie hoogst noodzakelijk zou zijn. Die herinrichting heeft twee jaar geleden plaatsgevonden, zodat het hoog tijd wordt de toiletvoorzieningen te verwezenlijken.

* In de motie wordt ervan uitgegaan dat de havens extern zullen worden verzelfstandigd, maar dat is nog lang niet aan de orde. Afgesproken is dat dit jaar de interne verzelfstandiging onder de loep wordt genomen. Na een paar jaar zal worden bezien of de opgedane ervaringen aanleiding geven om in 2004 tot een externe verzelfstandiging over te gaan.

De heer Hekkert
(vvd): De heer Dol suggereert ten onrechte dat in de motie van een externe verzelfstandiging wordt uitgegaan. In de motie staat letterlijk `onderzoek naar mogelijke verzelfstandiging' en `een eventuele verkoop'. Kortom: in de motie is heel bewust vermeden op de uitslag van het onderzoek naar verzelfstandiging vooruit te lopen.

Wethouder Dol
(vl/gl): U hebt gelijk. Blijft over dat de realisering van de aan de gebruikers van de Oosterhaven gedane belofte niet langer kan worden uitgesteld.

Aan het adres van de vvd-fractievoorzitter kan verder nog worden gezegd dat op Koninginnedag met een bestuurslid van de Compagnieshaven is afgesproken dat brede vertegenwoordigingen van de gemeente en de Compagnieshaven binnenkort de lopende zaken met elkaar zullen bespreken en dan ook naar de toekomst zullen kijken.

De heer Hekkert
(vvd): In deze raad is duidelijk afgesproken dat het door de heer Dol aangeduide overleg in het kader van het onderzoek naar verzelfstandiging van de havens wordt afgebroken. Het college wilde dat onderzoek in samenwerking met de Compagnieshaven doen, maar de raad blokkeerde dat; men vraagt niet aan een kalkoen waaruit het kerstdiner bestaat!

Wethouder Dol
(vl/gl): Daarover bestaat geen enkel meningsverschil. Tijdens het geplande bestuurlijke overleg zal niet over een gezamenlijk onderzoek naar verzelfstandiging worden gesproken, want dat heeft de raad inderdaad van de hand gewezen.

De heer Hekkert
(vvd): Kan de wethouder toezeggen dat de Compagnieshaven evenmin via een achterdeurtje wordt betrokken bij of ingelicht over de resultaten van een onderzoek naar verzelfstandiging van de havens?

Wethouder Dol
(vl/gl): Ik houd niet van achterdeurtjes politiek. De onderzoeksresultaten zullen niet naar buiten worden gebracht zolang die niet in commissie en/of raad zijn besproken.

Hierna wordt de motie van de heer Hekkert cum suis bij handopsteken in stemming gebracht en met 10 tegen 5 stemmen verworpen.

Vervolgens wordt het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming gebracht en met 10 tegen 5 stemmen aanvaard.

Vóórgestemd hebben de heer Rieuwerts, mevrouw Dekker en de heren De Geus, Wiersma, Van der Veen, Van Pijkeren, Lok, Dol, Van Doornik en Bode.

Tégengestemd hebben mevrouw Dangermond-Hilderink en de heren Hæntjens, Hekkert, Hart en Tesselaar.


10. Intrekking Verordening studietoelageregeling gemeente Enkhuizen 1989.

(Voorstel nummer 048, 2001.)

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


11. Financiële bijdrage inrichting gemeenschappelijke ruimte Kwakershof.

(Voorstel nummer 049, 2001.)

De heer Tesselaar
(eb) beperkt zich tot de mededeling dat de eb-fractie er niet van overtuigd is dat hetgeen wordt voorgesteld een kerntaak van de gemeente is. Desondanks zal de fractie niet dwarsliggen, zoals reeds in de raadscommissie is gemeld.

De heer Bode
(pvda) becommentarieert het raadsstuk als volgt. In de commissie is namens de pvda-fractie gesteld dat onduidelijk is waarom de gemeente moet bijdragen in de inrichtingskosten van gemeenschappelijke ruimten. Die besloten ruimten horen gewoon bij de gekozen woonsituatie. De fractie wil nu niet dwarsliggen, maar vraagt wel voor dit soort subsidieaanvragen criteria te ontwikkelen aan de hand waarvan kan worden getoetst of een gemeentelijke bijdrage al dan niet redelijk is.

De heer Rieuwerts
(vl/gl): Fijn dat de heer Bode mijn in de raadscommissie uitgesproken woorden letterlijk heeft herhaald!

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


12. Definitieve standpuntbepaling open overleg gemeentelijke herindeling.

(Voorstel nummer 053, 2001.)

De heer Van Pijkeren
(rpf/sgp) schetst waarom zijn fractie behoefte heeft om een aantal opmerkingen over de gemeentelijke herindeling te maken.

Het gevolgde proces.
Medio 1996 oriënteert een aantal West-Friese plaatsen zich op een mogelijke schaalvergroting. Halverwege 1998 wordt onder leiding van kpmg een onderzoek gestart naar de gewenste casu quo vereiste schaalgrootte van de gemeenten in West-Friesland Oost. Het onderzoeksresultaat verschijnt in het rapport `De toekomst gewogen'. Daarin wordt aan de hand van een drietal opties, te weten
* versterkt zelfstandig blijven,

* intensief samenwerken en

* herindelen/samengaan,

voor de plaatsen in West-Friesland Midden en Oost alsmede de Wieringermeer een beeld geschetst. In dezen is de gemeente Hoorn de initiator die tevens sturend optreedt. Hoorn loopt tegen haar gemeentelijke grenzen aan en wil grond voor woningbouw, bedrijven en industrie. Het ideaalbeeld dat wordt geschetst, laat samengaan/herindelen tot vier plaatsen zien. Hoorn blijft buiten schot en is zeer tevreden met die conclusie. Velen achten het onderzoek evenwel eenzijdig of menen dat de conclusie nauwelijks is gemotiveerd. De Wieringermeer trekt zich terug.

In opdracht van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Bram Peper, doet in die zelfde periode de commissie De Zeeuw eveneens onderzoek naar gemeentelijke herindeling. Elk gebied waar de afgelopen 25 jaar geen herindeling heeft plaatsgevonden, komt in principe aan de beurt. Minister Peper wil onder andere robuuste gemeenten die ook in de toekomst in staat zullen zijn hun taken naar behoren uit te voeren. Het begrip `robuust' wordt echter niet concreet gemaakt. Bovendien wordt noch het vereiste inwonertal noch de verwachte taakverzwaring ingevuld. Een feit is wel dat steeds meer landelijke overheidstaken na een zogenoemde `efficiencykorting' aan de gemeenten worden gedelegeerd. Ook de provincie speelt in veel zaken een wat terughoudende rol. Of dat alles een reden is om tot een herindeling over te gaan, is zeer de vraag. Het politieke ideaal `een maakbare samenleving' lijkt in dit geval een grote rol te spelen.

Omstreeks medio 1999 gaan als vervolg op het kpmg-onderzoek enige gemeenten in deze regio met elkaar praten om te zien of samengaan haalbaar is. Andere plaatsen, waaronder Enkhuizen, nemen niet aan die gesprekken deel in de overtuiging nog veel jaren versterkt zelfstandig verder te kunnen. De gemeente Hoorn ventileert haar ruimteclaims op luidruchtige wijze. Het probleem van Hoorn moet het probleem van West-Friesland Midden en Oost worden; de provincie gaat zich hiermee bemoeien. De problemen van Hoorn moeten worden opgelost, maar de vraag of een gemeentelijke herindeling daartoe het geëigende middel is, wordt wel gesteld doch niet beantwoord.

De clustering in West-Friesland Midden en Oost. Uit naar de rpf/sgp-fractie denkt angst om van hogerhand een herindeling opgelegd te krijgen, gaan enkele overgebleven gemeenten een gesprek met elkaar aan. Sommige zijn mogelijk bevreesd om als muurbloempje achter te blijven en dit leidt eveneens tot gesprekken met buurgemeenten. Na aanvankelijk gesprekken op secretarisniveau te hebben gevoerd, wordt op een gegeven moment gesteld dat de gedachtewisselingen tot iets moeten leiden en het vrijblijvende karakter dient te worden omgezet in een onderzoek; dat moet een antwoord geven op de vraag of men al dan niet met elkaar verder wil gaan. De clusters wam, vesd, wowon en Hoorn waren toen ontstaan. In de media verschijnen deze clusters als `logische keuzes' en daarna als `vrijwel vaststaande, nieuwe gemeenten'. Een rommelige periode, maar achteraf blijken in dat stadium de belangrijkste kaarten te zijn geschud.

In het jaar 2000 gaat het bureau Cap Gemini Ernst & Young de genoemde clusters onderzoeken en beschrijven. Noorder-Koggenland kiest in de tussentijd voor wam. Het bureau onderzoekt de reeds willekeurig ontstane clusters en komt vervolgens tot de conclusie dat de op papier al bestaande clusters goede keuzes zijn. Het bezwaar van de rpf/sgp-fractie tegen het onderzoek is dat de clusters als een gegeven zijn beschouwd en van daaruit zijn beschreven. Vervolgens is geconcludeerd dat men een goede keuze heeft gemaakt. Eén en ander wordt met veel mooie volzinnen gemotiveerd die voor èlke herindeling kunnen worden gebruikt. De mede op verzoek van sprekers fractie onderzochte ander opties zijn in het rapport en pasant meegenomen. Het toegezegde rapport waarin expliciet aandacht zou worden besteed aan het samengaan van de gemeenten Andijk en Enkhuizen zag nooit het levenslicht. Kortom: in het onderzoek is te veel van buiten naar binnen gekeken in plaats van andersom. Vragen als
* Wat willen en kunnen de betrokken gemeentebesturen?
* Welke mogelijkheden zijn nu en op langere termijn aanwezig?
* Wat is het beste voor de burgers?

* Welke keuzemogelijkheden zijn realistisch?
zijn misschien wel her en der gesteld, maar in de rapporten niet beantwoord. Desondanks vormen de rapporten thans de basis waarop met betrekking tot het onderzochte cluster een keuze moet worden gemaakt.

Afgezien van een aantal nog te maken kritische kanttekeningen in het rapport blijft sprake van een onderzoek van één variant en dat is nu juist wat de rpf/sgp-fractie tegen de borst stuit. Overigens was er nog een punt van ergernis. Dat betrof de berichtgeving van het college waarin Enkhuizen ten opzichte van buurgemeenten aan landjepik deed. Teruggefloten door de raad betuigden b
&w weliswaar spijt, maar de toon was gezet. Resultaat van dat alles is dat Stede Broec, Drechterland en Venhuizen na rijp beraad hebben besloten niet verder te willen gaan met een cluster waarvan ook Enkhuizen deel uitmaakt. Het geschetste voorval was dan ook een geschikte stok om Enkhuizen op de broek te geven!

Visie van de rpf/sgp-fractie.
Volgens de fractie ontbreekt nog steeds de motivatie voor een gemeentelijke herindeling in West-Friesland. De voor- en nadelen voor met name de burgers komen, zacht gezegd, slecht uit de verf. Wat schiet een burger hiermee op? Deze vraag kan hooguit in vrijblijvende en abstracte bewoordingen worden beantwoord. Of is de belangrijkste drijfveer dat moet worden voorzien in de ruimtebehoefte van de gemeente Hoorn? Wanneer Enkhuizen in vesd moet opgaan, dient eerst een knelpuntenanalyse te worden gemaakt om te zien waar nu en in de toekomst de grenzen van de ambtelijke organisatie liggen. Verder moet dan helder worden welke ruimtelijke behoefte nu en in de toekomst aan de orde is. Schaalvergroting leidt niet altijd tot meer kwaliteit en voor elk klusje een apart persoon is niet wenselijk.

De fractie van de rpf/sgp is zeer slecht te spreken over het bureau Cap Gemini Ernst & Young, want ondanks de het nadrukkelijk verzoek van de Enkhuizer raad de ontwerpversie te wijzigen, is toch verzuimd de bouwlocatie `Kooizand' te schrappen. Een misser van de eerste orde.

Ten slotte.
In dit betoog heeft de rpf/sgp-fractie vooral willen benadrukken dat naar haar gevoelen dit gemeentebestuur een aantal zaken is overkomen en bepaalde zaken in dit proces door diens vingers zijn geglipt. Toch is de fractie verheugd dat zij met het nu voorliggende raadsstuk niet aan de Enkhuizer burgers duidelijk behoeft te maken wat het voordeel van een gemeentelijke herindeling zou zijn. De gehele fractie kan instemmen met datgene wat het college voorstelt.

De heer Wiersma
(cda) bestempelt het betoog dat de heer Van Pijkeren namens de rpf/sgp-fractie heeft gehouden als `een heel mooi verhaal'. In de beleving van de cda-fractie is de ontwikkeling van één en ander meer grijpbaar, zoals uit het volgende, puntsgewijze exposé zal blijken.
* De eerste optie van deze raad was dat Enkhuizen (versterkt) zelfstandig zou moeten blijven.

* Later werd over meer ruimte gesproken, in welk verband naar Andijk werd gekeken.

* Toen ontstond opeens het Drechterlands beraad dat uitmondde in het vesd-overleg. Dat overleg was voornamelijk een zaak van de vier gemeentesecretarissen. Desgevraagd verklaarde de heer Van Huffelen dat weinig voortgang werd gemaakt.

* Op een gegeven moment achtte de voorzitter het nodig op eigen houtje in de richting van Andijk te kijken en liet dat de pers weten. Na hierop te zijn aangesproken, gaf de voorzitter toe geen tactische zet te hebben gedaan. Dat bleek trouwens ook uit de reacties van de drie gesprekspartners, die waren niet blij! Overigens was dat wel een uitstapje zoals de gemeenteraad van Enkhuizen dat in beginsel had bedacht.

* Vervolgens kwam Cap Gemini in beeld. Terzijde: gelieve te noteren dat de fractie van het cda graag wil weten hoeveel het onderzoek van dat bureau de gemeente Enkhuizen heeft gekost. In het eindrapport kwam het bureau tot in overwegende mate negatieve conclusies en opties. Weliswaar zou de bestuurskracht groter worden, maar daar stonden tegenover een grotere afstand tot de burgers, dislocaties om als gemeentebestuur toch redelijk bereikbaar te blijven en veel extra kosten die niet aan de inwoners zouden kunnen worden uitgelegd.

* Als de vsd-gemeenten zouden samen gaan, zou volgens het bureau Enkhuizen verweesd achterblijven. Ook de voorzitter van deze raad stond op dat standpunt en dat schoot spreker in het verkeerde keelgat. De gemeente Enkhuizen is helemaal niet zielig omdat niemand haar wil hebben; een meerderheid van deze raad wil graag zelfstandig blijven! In een fusie met de huidige vsd-gemeenten zou Enkhuizen alleen al op getalsmatige gronden geen positie innemen die zou garanderen dat deze stad ook in de toekomst de nodige mogelijkheden krijgt. Wanneer aan een uit vijf dorpen bestaande gemeente vijf dorpen worden toegevoegd, verandert er structureel in wezen niets, maar vijf dorpen en een stad tot één nieuwe gemeente samenvoegen leidt tot een rare situatie.

Conclusie: de fractie van het cda kan zich geheel vinden in hetgeen nu wordt voorgesteld, te weten versterkt zelfstandig verder gaan. Zij verwacht dat het provinciaal bestuur een open oor voor de argumenten van Enkhuizen zal hebben. Overigens is het goed dat in het rapport de locatie `Kooizand', hoe verguisd ook, is blijven staan. Hopelijk neemt de provincie die suggestie over. Aan het adres van mensen die tegen indijken zijn, merkt spreker op dat zijn fractie ook een drijvende stad als een prima optie beschouwt. Dan kunnen de vissen de huidige paaiplaatsen blijven gebruiken, want dat schijnt voorrang te hebben op mooi wonen!

De heer Lok
(vl/gl): Deze opmerking moet tot de spreekwoordelijke humor van de heer Wiersma worden gerekend. Inhoudelijk hecht de vl/gl-fractie daaraan geen enkele betekenis!

De heer Hekkert
(vvd) huldigt de opvatting dat het voorliggende raadsstuk naadloos aansluit op de vrijwel raadsbrede, vooral op emotionele gronden tot stand gekomen voorkeur voor een versterkt zelfstandig Enkhuizen, zoals die een aantal maanden geleden is uitgesproken. Intussen heeft het bureau Cap Gemini diens werk gedaan en ligt thans een op rationele overwegingen tot stand gekomen voorstel, dat een zelfstandig versterkt zelfstandig voortbestaan niet uitsluit.

Gelet op de in voorstel nummer 53 genoemde normering schaart de fractie van de vvd zich achter het raadsstuk. Binnen het vvd-streven naar voortbestaan van Enkhuizen wil de fractie uitdrukkelijk vastleggen dat versterkt Enkhuizen als een stedelijk gebied moet worden gezien.

De heer Bode
(pvda) haalt naar voren dat twee maanden geleden een uitgebreide reactie is gegeven op het rapport van Cap Gemini. Tijdens die gelegenheid is al naar voren gekomen dat de raad een voorkeur heeft voor versterkt zelfstandig verder gaan.

De pvda-fractie koos in eerste instantie voor de optie es. Die stedelijke combinatie zou voldoende inwoners hebben en bovendien zou die over voldoende deskundigheid, ruimte voor bouwen et cetera kunnen beschikken. Op dat moment waren de vsd-gemeenten met elkaar in overleg; Enkhuizen sloot zich daarbij aan en vervolgens werd een onderzoek naar het cluster `vesd' gestart. Spreker vroeg dat gefaseerd te doen om regelmatig te kunnen vaststellen of de politieke wìl bestond tot een nieuwe vesd-gemeente te komen. Wanneer die wil niet aanwezig is, kunnen zelfs dikke rapporten daarin geen verandering brengen. Welaan, de pvda-fractie moest gaande het proces vaststellen dat de vsd-partners bestuurlijk weinig of niets voor een vesd-gemeente voelden. In wezen was het onderzoek erop gericht vast te stellen dat die combinatie niet wenselijk was. Jammer, het ware beter geweest voorafgaande aan het onderzoek de politieke intenties veel nadrukkelijker tegen het licht te houden, dat zou geld hebben bespaard.

Hoe dan ook, de vesd-optie is niet realistisch en dus moet naar een andere oplossing worden gezocht. Met de afwijzing van Enkhuizen heeft de gemeente Stede Broec haar lot min of meer in handen van het provinciaal bestuur gelegd. Volgens de pvda-fractie heeft de provincie weinig andere mogelijkheden dan de gemeente Enkhuizen een redelijke omvang geven; de daarvoor nodige gebieden zullen ergens vandaan moeten worden gehaald. Tegen deze achtergrond kan de fractie van de pvda goed uit de voeten met het collegevoorstel.

De heer Lok
(vl/gl) kwalificeert de tot nu toe verwoorde analyses als `globaal juist', maar die veranderen niets aan de nu ontstane situatie. Terecht zegt de heer Bode dat in dit soort processen vooral de politieke wil van belang is. Overigens laat spreker in het midden of de fractie van Verenigd Links/groenlinks onverdeeld gelukkig zou zijn geweest met een nieuwe gemeente die meer dan 55.000 inwoners telde; dat is echter een gepasseerd station. Hij ziet om zonder wrok èn zonder berouw. Als de oplossing niet linksom kan worden gevonden, zal dat rechtsom moeten gebeuren.

Voor Enkhuizen geldt nu dat

* de mogelijkheden van bedrijfsvestigingen en woningbouw veilig moeten worden gesteld;

* het historisch erfgoed intact wordt gehouden;
* de sociale samenhang wordt gegarandeerd;
* de democratische betrokkenheid, die in de bestaande verhoudingen als `positief' mag worden beoordeeld, in stand wordt gehouden.

In het voorstel, dat onverkort door de vl/gl-fractie wordt gedeeld, blijft enigszins onderbelicht dat na realisering van de thans beoogde gemeentelijke combinaties het (getalsmatige) evenwicht - voor de provincie een belangrijk criterium - tussen die nieuwe gemeenten en het alleenstaande Enkhuizen met 17.000 inwoners volkomen zoek is.

Nu is het provinciaal bestuur aan zet. Spreker heeft vertrouwen in het scherpe potlood van de `onovertroffen' paarse combinatie `Van Kemenade-Meijdam'. De eerstgenoemde heeft immers gezegd dat de provincie het potlood zal moeten hanteren; dat mag `in scherpe zin' gebeuren.

De heer Hart
(eb) behoeft geen preek van een uur te houden, want er is al veel gezegd, ook in de raadscommissies. De ware meester doet zich kennen door beperktheid. Bovendien ligt een duidelijk voorstel op tafel; dat had door de fractie van Enkhuizer Belang geschreven kunnen zijn!

De eb-fractie heeft steeds gesteld dat deze gemeente versterkt zelfstandig moet blijven. Dat kan door niet te krap bemeten grenscorrecties toe te passen. Het woord is nu aan de provincie.

De voorzitter
haakt op de geleverde discussiebijdragen in met de constatering dat iedereen een eigen beleving heeft van de geschiedenis die aan het raadsstuk ten grondslag ligt. Op zich is dat niet vreemd, want de raadsfracties zijn vanaf verschillende vertrekpunten gestart. Twee voorbeelden:

* De cda-fractie heeft altijd helder gesteld dat Enkhuizen weliswaar versterkt moet worden, maar dat daarbij de stad het uitgangspunt dient te zijn; om die reden werd naar Andijk gekeken.
* Een andere fractie liet meermaals weten dat het huidige, verstedelijkte gebied `Stede Broec- Enkhuizen' het uitgangspunt zou moeten zijn.

Vanuit verschillende wegen is op een gegeven moment de optie `versterkt zelfstandig' uitdrukkelijk naar voren gekomen en via de begroting gepresenteerd. Uiteraard waren toen de poppen aan het dansen, want die optie zou alleen via aanzienlijke grenscorrecties bij de buurgemeenten kunnen worden verwezenlijkt. Dat deed de vsd-partners ertoe neigen zònder Enkhuizen verder te gaan. Vanaf dat moment achtte dit gemeentebestuur het verstandig op twee borden te schaken.
* Volstrekt loyaal aan het vesd-onderzoek meewerken om de voor- en nadelen van die optie, inclusief de deelvarianten, boven water te krijgen.

* De mogelijkheid `versterkt zelfstandig blijven' niet uitsluiten.
Toen de kaarten, al dan niet gestimuleerd door het onderzoek van Cap Gemini, open gingen, werd duidelijk dat, gelet op het standpunt van de vsd-gemeenten, de eerste optie niet kon worden gerealiseerd en derhalve bleef versterkt zelfstandig over.

In de richting van de heer Lok moet worden gezegd dat een toekomstige evenwichtigheid zeker een belangrijk uitgangspunt is. De gemeente Enkhuizen moet een behoorlijk aantal inwoners krijgen om een behoorlijk draagvlak te hebben voor een goed ambtelijk apparaat en voldoende financiën, voorzieningen enzovoort. In dit licht is 17.000 inwoners te beperkt. Bovendien is met dat aantal ook het evenwicht ten opzichte van de toekomstige omliggende gemeenten met 40.000 à 50.000 inwoners zoek. De provincie zal daarmee bij het tekenen van de kaart rekening moeten houden.

Helaas kan de heer Boland vanavond niet aanwezig zijn, maar de d66-fractie heeft haar standpunt via een brief aan de raad doen toekomen. Die fractie schrijft onder andere:

`d66 concludeert dat de wijze waarop de problematiek van de herindeling is behandeld niet goed is geweest. Als dan het rapport van Cap Gemini, met al zijn beperkingen, aangeeft dat de optie `vesd' de beste is voor Enkhuizen, dan is het eigenlijk merkwaardig dat het college daar niet voor kiest.'

Voor die optie kiezen, heeft echter weinig of geen zin, want de drie partners van deze gemeente hebben ondubbelzinnig uitgesproken niet met Enkhuizen te willen samengaan. Daarnaast kan en mag niet worden voorbijgegaan aan de wens van een raadsmeerderheid versterkt zelfstandig te blijven.

Ook over de terugkoppeling naar de burgers van Enkhuizen heeft de d66-fractie een opmerking gemaakt. Mede als gevolg van de omstandigheden - bijna elke week hing de vlag er anders bij - is de gemeente op dit punt misschien te kort geschoten. Gelukkig is via de gemeenteadvertenties, krantenpublicaties en wijkavonden toch redelijk veel informatie bij de burgers terechtgekomen. Overigens is nu bijna een folder klaar. Bovendien zal straks het voorlopige provinciale standpunt zich uitstekend lenen voor discussie en inspraak.

De secretaris
spitst zijn bijdrage op enkele hoofdpunten toe.

De heer Van Pijkeren heeft gelijk met diens opmerking dat voor wat betreft de vesd-gemeenten de herindelingsbespiegelingen door de vier gemeentesecretarissen zijn gestart. In groot optimisme zijn zij zelfs aan een mobiliteitsproject begonnen; vooruitlopend op een eventueel vesd-cluster werden vacatures bij elkaar gemeld en meer van dat soort zaken op de rails gezet. Toen de opdracht voor het vesd-onderzoek was geformuleerd, werd langs een tweetal sporen gewerkt.
* De stuurgroep, in casu de portefeuillehouder bestuurlijke organisatie bijgestaan door de gemeentesecretaris.
* Het ambtelijke spoor, dat werd gevormd door de vier gemeentesecretarissen die het onderzoek begeleidden. Zij zorgden ervoor dat de termijnen in acht werden genomen en voldoende materiaal op tafel kwam om tot een onderzoekresultaat te komen waarin de vier gemeenten zich zouden kunnen herkennen.

Tijdens de eerste stuurgroepvergadering werd met name door Enkhuizen ingebracht dat de vrijblijvendheid zou dienen te verdwijnen. Aan het vesd-onderzoek zouden regelmatige terugkoppelingen, deadlines, planningen et cetera worden verbonden. De partners beloofden dat elkaar plechtig.

Spreker heeft de term `landjepik' nooit gebruikt. Toen het voorwoord van de begroting werd geschreven, was al een situatie ontstaan waarin het zonder meer verstandig was heel alert te zijn op de positie van Enkhuizen. In dit verband kunnen de volgende momenten in herinnering worden geroepen.

* De kwestie Andijk. Aan deze tafel werd, gelet op geografische omstandigheden, voorzieningenniveaus en dergelijke, vanaf het begin in alle openheid gezegd dat los van het vesd-onderzoek Andijk een logische partner zou zijn. Toen op enig moment werd gesuggereerd ook de optie `Andijk' in de beschouwingen te betrekken, had spreker dan ook niet gevoel dat landjepik werd gespeeld. Feitelijk werd niet meer gedaan dan pogen Andijk bij het vesd-cluster te betrekken.

* De persberichten over de openbaarheid van de terugkoppeling van de onderzoeksrapportage. De vsd-partners waren van mening dat Enkhuizen daarmee alle regels had overtreden, alhoewel daarover nimmer afspraken waren gemaakt.

Kortom: die en andere momenten waren reden tot een wat andere strategie binnen het vesd-onderzoek. Toen vsd en andere clusters - elk tussen 50.000 en 60.000 inwoners - steeds nadrukkelijker in beeld kwamen en Enkhuizen met 17.000 inwoners dreigde te `verzuipen', werd ook hier een andere strategie gekozen. Aan deze tafel werd gezegd dat, indien het cijfermateriaal in onderzoeksrapportages slechts zouden worden gebruikt om vooraf geformuleerde conclusies te onderbouwen, via het bestuurlijke en zeker via het ambtelijke spoor het offensief zou worden gekozen.

De heer Wiersma heeft naar de kosten van het onderzoek gevraagd. Het juiste bedrag is momenteel aan deze kant van de tafel niet paraat, maar wel is bekend dat het Enkhuizer aandeel net ònder f 30.000,-- is gebleven.

De heer Lok ziet niet om in wrok, maar evenmin in berouw. Spreker had deze uitspraak graag zelf bedacht, zeker in dit verband!

De heer Lok
(vl/gl): Die uitspraak was vrij naar Wilhelmina.

De secretaris
: Als fervent republikein neem ik mijn laatste woorden terug!

Toen de vsd-gemeenten uitspraken dat zij gezamenlijk de herindeling tegemoet zouden treden, moest de aanwezige vertegenwoordiging van deze gemeente het vingertje opheffen en eraan herinneren dat, wanneer Stede Broec een onderzoeksfase zou ingaan, Enkhuizen daarbij zou worden betrokken. Vervolgens werden binnen tien dagen na de totstandkoming van Cap Gemini-rapportage in de drie vsd-gemeenten raadsbesluiten genomen op gronden die zeker ter discussie konden worden gesteld. In dezen moet worden gedacht aan de bestuursculturen en de financiële aspecten; die laatste zijn trouwens veel minder groot dan vrijwel iedereen denkt. Met andere woorden: de heer Bode stelde terecht dat naar de onderzoeksresultaten toe is geredeneerd. Hopelijk zal het provinciaal bestuurt eind juni recht doen aan de positie van de stad Enkhuizen.

De heer De Geus
(rpf/sgp) luisterde met heel veel genoegen naar het bevlogen betoog van de gemeentesecretaris.

De rpf/sgp-fractie nam de vrijheid de term `landjepik' te gebruiken, omdat bepaalde uitspraken vanuit Enkhuizen in de buurgemeenten alom zo zijn ervaren.

Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


13. Wijziging Verordening woonlastenfonds gemeente Enkhuizen 1999.
(Voorstel nummer 054, 2001.)

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


14. Internationaal Jaar van de Vrijwilliger.
(Voorstel nummer 059, 2001.)

De heer Tesselaar
(eb) overhandigde namens de fractie van Enkhuizer Belang voor deze vergadering het navolgende amendement aan de gemeentesecretaris.

`De gemeenteraad van Enkhuizen,

in vergadering bijeen op dinsdag 8 mei 2001,
gelet op:
het feit dat de verenigingen in deze stad niet kunnen voortbestaan zonder de inzet van veel vrijwillig(st)ers; overwegende:


- dat vrijwillig(st)ers het `smeermiddel' van de maatschappij vormen;
- dat zonder vrijwillig(st)ers een heleboel activiteiten zouden komen te vervallen;

voorts overwegende:

dat het in deze jachtige tijden voor veel verenigingen steeds moeilijker wordt om voldoende vrijwillig(st)ers aan te trekken;

besluit:

in raadsvoorstel nummer 59, Internationaal Jaar van de Vrijwilliger, op te nemen dat de gemeenteraad jaarlijks in december een `Vrijwillig(st)er van het Jaar' benoemt en dat deze vrijwillig(st)er vervolgens een jaar lang in het zonnetje wordt gezet door zijn/haar naam te vermelden op het (zonnige) bankje op het Landje van Top, hierna te noemen `Vrijwilligersbank';

en gaat over tot de orde van de dag.'

De heer Rieuwerts
(vl/gl) hecht eraan opheldering te krijgen over één specifiek punt in het gewijzigde raadsvoorstel. Volgens het stuk zullen de effecten van hetgeen nu wordt voorgesteld in 2002 worden geëvalueerd. Aan de hand daarvan zal eventueel worden besloten binnen het subsidieprogramma een vervolg aan één en ander te geven. Het subsidieprogramma wordt bekostigd via een volumebesluit. Moet daaruit ook het krediet van f 10.000,-- ten behoeve van de vrijwillig(st)ers worden geput - in dat geval gaat het bedrag ten koste van andere gesubsidieerde activiteiten
- of wordt in de begroting 2002 het volume van het subsidieprogramma met f 10.000,-- verhoogd?

Wethouder Van Doornik
(cda) begrijpt dat wordt getracht via het eb-amendement waardering voor het werk van vrijwillig(st)ers tot uitdrukking te brengen. In de laatste alinea op pagina 1 van het raadsvoorstel wordt dat reeds gedaan, daar staat:

`Alhoewel niet direct vallend onder de primaire doelstelling van het vrijwilligersbeleid zou overwogen kunnen worden de gemeentelijke waardering voor het vrijwilligerswerk expliciet tot uitdrukking te laten komen in een jaarlijkse vrijwilligersprijs.'

Deze tekst is opgenomen naar aanleiding van de in de commissie gevoerde discussie.

De heer Tesselaar
(eb): De fractie van Enkhuizer Belang heeft dat in algemene zin geformuleerde voornemen geconcretiseerd.

Wethouder Van Doornik
(cda): Bekeken zal worden of één en ander in het jaar 2002 financieel kan worden ingevuld.

De heer Rieuwerts
(vl/gl): In het voorstel staat dat in 2002 een evaluatie zal plaatsvinden van datgene wat nu wordt besloten. Op dat moment zal de begroting zijn vastgesteld en komt een eventueel krediet voor continuering van wat dan ook ten laste van het volumebesluit voor 2002 en gaat dus ten koste van andere organisaties en/of activiteiten.

Wethouder Van Doornik
(cda): Ja, dat is waar . . . In het kader van de voorjaarsnota en/of de begroting zal tijdig aan de bel moeten worden getrokken om daarvoor ruimte te maken.

De heer De Geus
(rpf/sgp) ontkent niet dat de wethouder gelijk heeft diens stelling dat de bedoeling van het amendement reeds in het raadsvoorstel is verwoord. Desondanks heeft de rpf/sgp-fractie veel sympathie voor het eb-amendement. De uitwerking van dat op zich prima idee zal echter nader moeten worden bekeken, want vooralsnog lijkt het de fractie niet eenvoudig een `Vrijwillig(st)er van het Jaar' te benoemen.

De heer Tesselaar
(eb): Nou, dat is vrij eenvoudig. De gemeente kan alle verenigingen in, bijvoorbeeld, september/oktober aanschrijven met het verzoek kandidaten voor te dragen. Vervolgens selecteert een (te benoemen) commissie uit die voordrachten de vrijwillig(st)er van het jaar.

De heer Hekkert
(vvd) steunt de woorden van de heren De Geus en Tesselaar. De portefeuillehouder heeft naar de laatste alinea op bladzijde 1 van het raadsvoorstel verwezen, maar de strekking van die alinea is niet in het ontwerpbesluit opgenomen. Kortom: over de concretisering van één en ander moet in de commissie worden gesproken.

Wethouder Van Doornik
(cda) belooft dat het onderwerp `Vrijwilliger van het Jaar' in de raadscommissie wev zal terugkomen om concreet te worden ingevuld.

De voorzitter
beoordeelt het eb-amendement als `een leuk idee'. Het college neemt dat over en zal het op realiteitswaarde onderzoeken.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


15. Intrekking diverse deelsubsidieverordeningen.
(Voorstel nummer 060, 2001.)


16. Intrekking

Verordening regelende de subsidiëring van onderwijs aan zieke kinderen.

(Voorstel nummer 061, 2001.)

Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen van burgemeester en wethouders onder de nummers 15 en 16 overeenkomstig de aangeboden ontwerpbesluiten aanvaard.


17. Aanpassing Verordening op de warenmarkt Enkhuizen.
(Voorstel nummer 063, 2001.)

De heer Van der Veen
(pvda) zet uiteen dat deze wijziging van de verordening tot doel heeft sneller invulling te geven aan de grote open plekken op de warenmarkt, zoals in de commissie is besproken. De pvda-fractie vraagt zich af of deze maatregel afdoende zal zijn. Ondanks de verplaatsing van de markt van het Albert Heijnplein naar de Westerstraat is het niet echt gelukt de markt nieuw leven in te blazen. Vandaar dat de fractie aan het college vraagt redelijk snel op een A4'tje een visie te geven die een zeker perspectief in zich bergt. Als dat niet gebeurt, dreigt het gevaar dat straks de màrkt op een A4'tje past!

Wethouder Van Doornik
(cda) vernam in de raadscommissie wev geluiden van dezelfde strekking. Burgemeester en wethouders delen de uitgesproken zorg. Inmiddels is al contact met de marktmeester opgenomen. Het gewenste A4'tje, waaruit blijkt hoe mogelijk tot een opwaardering kan worden gekomen, zal zo spoedig mogelijk worden overgelegd.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


18. Delegatie bevoegdheden tot

het aangaan van regelingen in het kader van uitvoering van de wvg.

(Voorstel nummer 065, 2001.)

De heer Rieuwerts
(vl/gl) kreeg in de commissie niet op alle vragen antwoorden, omdat de betrokken ambtenaar op vakantie was. In principe heeft de fractie van Verenigd Links/groenlinks geen moeite met de gevraagde delegatie, maar zij wil graag alsnog haar vragen beantwoord hebben. Aan het contract zitten enkele haken en ogen.

Wethouder Dol
(vl/gl) bevestigt dat de raad nog antwoorden te goed heeft. Die staan inmiddels op papier, maar zijn per ongeluk niet bij de stukken ter inzage gelegd. Deze omissie zal vóór de eerstvolgende vergadering van de raadscommissie hos worden hersteld. Ook zal aandacht worden gegeven aan de gesignaleerde problematiek.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.


19. Nieuwbouw/uitbreiding rsg.

(Voorstel nummer 066, 2001.)

De heer Hart
(eb) hamert erop dat een versterkt zelfstandig Enkhuizen aan de rsg een daarmee in overeen stemming zijnde accommodatie dient te geven. De fractie van Enkhuizer Belang kan met dit raadsvoorstel instemmen, want het is van groot belang dat de jeugd in en de directe omgeving van Enkhuizen goed onderwijs kan genieten. Desondanks moeten over het voorliggende raadsstuk enkele opmerkingen worden gemaakt.

De fractie betreurt dat de afschrijvingsperiode op 40 jaar is bepaald. Weliswaar is duidelijk dat de gebruikelijke afschrijvingstermijn van 25 jaar financiële problemen oplevert, maar misschien kan het college daarvoor een aanvaardbare oplossing bedenken. Het is onwenselijk de volgende generatie met hoge kosten op te zadelen.

De heer De Geus
(rpf/sgp): Dit probleem is in de commissie uitvoerig besproken!

De heer Hart
(eb) vervolgt zijn betoog met het verzoek de luchtbehandeling direct in de geplande bouw mee te nemen. Verder zal de fractie het op prijs stellen dat de raad tijdens de bouw op de hoogte zal worden gehouden van het kostenverloop en dergelijke.

De heer De Geus
(rpf/sgp) vangt zijn spreekbeurt aan met te verwijzen naar de uitgebreide voorlichting die in de rsg is gegeven. Mede naar aanleiding daarvan is een nieuw voorstel aangeboden.

De fractie is trots op het feit dat de rsg, een voorhoedeschool op ict-gebied, al jarenlang bijzonder goed onderwijs geeft aan de jeugd in Enkhuizen en uit de wijde omgeving. Alhoewel het jammer is dat de voorgestelde uitbreiding veel geld kost, stemt de rpf/sgp-fractie daarmee van harte in. Eindelijk zullen de noodgebouwen van de parkeerplaats verdwijnen.

De heer Wiersma
(cda) accepteert het voorstel graag, maar wenst een kanttekening te maken. Gebleken is dat één van de aantrekkelijkheden van de rsg wordt gevormd door het feit dat zij een kleine school is. Na de voorgestelde uitbreiding zal de school aanzienlijk groter zijn en dus minder aantrekkingskracht hebben. Voor deze contradictie zou een oplossing moeten worden gevonden.

In goed overleg met het schoolbestuur en de directie is tot een redelijk financieel compromis gekomen. De fractie van het cda kan zich met deze in het kader van de voorjaarsnota nader toe te lichten greep in de kas verenigingen.

Tot slot. De toegezegde nadere voorstellen inzake de mechanische luchtbehandeling worden met belangstelling afgewacht.

De heer Rieuwerts
(vl/gl) moet nog een standpunt kenbaar maken, want in de commissie heeft hij fractieberaad voorbehouden. De fractie van Verenigd Links/groenlinks had en heeft weliswaar geen moeite met de onderwijskundige aspecten van dit collegevoorstel, maar wel met de financiële consequenties daarvan. Via de Activanota gemeente Enkhuizen is conform het tijdens de begrotingsvergadering gedane voorstel van de vl/gl-fractie besloten de afschrijvingstermijn van 25 op 40 jaar te stellen. De financiële ruimte die zodoende zou ontstaan, wilde de fractie inzetten voor een minder sterke stijging van de ozb. Sprekers fractie heeft evenwel overwogen dat, gelet op het standpunt van een raadsmeerderheid, tegen dit raadsvoorstel stemmen toch niet tot de gewenste lastenverlichting zal leiden. Bovendien kan niemand ontkennen dat de rsg, die zonder meer op de goede weg is, als het ware uit haar jasje barst en daarom dringend moet worden geholpen, dat is in het belang van de jongeren die daar onderwijs (willen) genieten. Alles afwegende heeft de fractie het belang van de voorgestelde uitbreiding dan ook het zwaarste laten wegen.

De heer Hekkert
(vvd) betuigt graag adhesie aan het gewijzigde collegevoorstel dat na een uitvoerige discussie in de commissie tot stand is gekomen. De vvd-fractie maakt van deze gelegenheid gebruik om de volgende punten extra te benadrukken.

* Aan de luchtbehandeling moet nog de nodige aandacht worden besteed.

* Ook sprekers fractie heeft de behoefte de besteding van het krediet te kunnen volgen, want vooralsnog kunnen overschrijdingen zeker niet aan de orde zijn.

De heer Bode
(pvda) signaleert dat de worsteling die de heer Rieuwerts heeft geschetst in veel fracties heeft plaatsgevonden. De raad stelde zich op het standpunt dat f 8 miljoen de grens zou zijn. Wat daarna is gebeurd, mag als een schoolvoorbeeld van verstandig handelen worden beschouwd. Schoolbestuur en gemeentebestuur hebben in de richting van Den Haag gezamenlijk actie ondernomen. Helaas is het niet gelukt via die weg het gat te dekken. Vervolgens zijn andere oplossingen bekeken en is een compromis bereikt. De gemeente draagt een aanzienlijk bedrag uit de algemene reserve bij, maar veroordeelt zichzelf zodoende zeker niet tot de bedelstaf, integendeel. De reservepositie zal ook dan nog steeds behoorlijk zijn. Overigens zou het goed zijn intern de reserve(s) te normeren en eventuele overschotten in een apart fonds te storten waaraan op basis van politieke besluitvorming sturing wordt gegeven in plaats van zulke gelden te gebruiken om gaten te dichten.

Al met al is de pvda-fractie gelukkig met het proces dat heeft plaatsgevonden. Zij staat achter het voorstel en is blij dat de school binnen het afgesproken budget tot een gebouw kan worden gekomen waarin op basis van de nieuwste onderwijsinzichten les kan worden gegeven.

Wethouder Dol
(vl/gl) bemerkte tot zijn vreugde dat vrijwel alle fracties de rsg onderwijsinhoudelijke complimenten maakten. Hij zal die op korte termijn aan de school doorgeven.

De heer Bode heeft geschetst dat het overlegproces de nodige acties heeft gekend. Die zijn allemaal in de commissie aan de orde geweest en behoeven dus nu niet meer te worden toegelicht.

Spreker is zeer content met de opstelling van de vl/gl-fractie. Het is begrijpelijk dat die fractie een wat wrange smaak in de mond heeft overgehouden. Toen zij tijdens de begrotingsbehandeling haar voorstel inzake de afschrijving deed, werd het niet gehonoreerd. Nu is dat via de activanota alsnog gebeurd. Gelukkig heeft het onderwijsinhoudelijke aspecten de doorslag gegeven.

De heer Wiersma constateert dat de kleine school groot wordt. Een school die zich door middel van nieuwbouw uitbreidt, heeft een zekere aantrekkingskracht. Overigens zal dat feit slechts een beperkt aantal jaren een rol spelen. Veel belangrijker is hoe de school is georganiseerd en de onderwijskundige elementen worden aangepakt. Kortom: kwaliteit is van veel groter gewicht dan omvang.

In de raadscommissie rof is reeds aangekondigd dat de mechanische luchtbehandeling in een apart voorstel zal worden gegoten. Op dit moment wordt daarover dan ook geen besluit genomen.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) vertolkt allereerst haar blijdschap over de positieve reacties vanuit de raad.

In de door de raad vastgestelde activanota staat duidelijk dat voor nieuwbouw een afschrijvingstermijn van 40 jaar geldt, terwijl voor verbouw de termijn op 25 jaar is bepaald. Door in dit geval een fasering toe te passen, wordt het nieuwbouwgedeelte in 40 jaar afgeschreven en zijn de verbouwplannen uitgesteld tot 2004 en 2006. Er wordt dus geen truc of iets dergelijks toegepast.

De heer Hart
(eb): De eb-fractie heeft zelfs niet de suggestie gewekt dat een truc is toegepast, maar slechts verzocht na te gaan of het niet alsnog mogelijk is de 40-jarige afschrijvingstermijn te bekorten tot 25 jaar.

De heer Rieuwerts
(vl/gl): Circa 90 % van de kosten wordt door de nieuwbouw veroorzaakt. In dit licht is het wat raar voor de verbouw een afschrijvingstermijn van 25 jaar te kiezen.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda): In de richting van de heer Hart zij opgemerkt dat de activanota onlangs is vastgesteld en het college niet de behoefte heeft die nu reeds ter discussie te stellen.

Verschillende sprekers hebben gevraagd op de hoogte te worden gehouden van de uitgaven die straks zullen worden gedaan. Weliswaar stelt het gemeentebestuur nu een krediet beschikbaar, maar het is geen bouwheer. Met andere woorden: de gemeente is niet de instantie die voor overschrijdingen, meerwerk of wat dan ook opdraait. Voor de verbouwingen in 2004 en 2006 geldt precies hetzelfde. Spreekster is best bereid de school te vragen de raad van de bouwactiviteiten op de hoogte te houden, maar in financieel opzicht hebben die voor de gemeente geen enkele uitwerking.

Wethouder Dol heeft daarstraks al gezegd dat inzake de mechanische ventilatie een apart raadsvoorstel zal worden aangeboden.

De heer De Geus
(rpf/sgp) nodigt de wethouder uit het eerder aan de ook in de Tweede Kamer vertegenwoordigde politieke partijen toegezegde informatiemateriaal zo spoedig mogelijk te verstrekken. De rpf/sgp-fractie is politiek verwant met twee Tweede-Kamerfracties en zal dan ook graag twee rapporten ontvangen om die aan de desbetreffende fracties te kunnen doorsturen.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) noteert deze opmerking en belooft dat die toezegging alsnog zal worden nagekomen.

Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtneming van de gedane toezegging, vervolgens het voorstel van burgemeester en wethouders overeenkomstig het aangeboden ontwerpbesluit aanvaard.

19a. vvd-motie betreffende mogelijke meeropbrengst ozb 2001.

Namens de fractie van de vvd heeft de heer Hekkert de volgende motie ingediend.

`De gemeenteraad van Enkhuizen,

in vergadering bijeen op dinsdag 8 mei 2001,
overwegende:
dat de gemeenteraad akkoord is gegaan met een ozb-opbrengstverhoging van maximaal 9 % ten opzichte van de ozb-opbrengst over het jaar 2000;
constaterende:
dat veel inwoners van de gemeente Enkhuizen een hogere aanslag hebben ontvangen dan zij hadden verwacht;
voorts overwegende:


- dat individuele bezwaren met betrekking tot taxatie individueel moeten worden ingediend en afgehandeld;

- dat de gemiddelde waardestijging van 1995 naar 2000 van woningen ad 45 % en niet-woningen ad 33 % de basis is geweest van de huidige tarieven per f 5.000,-- waarde;

- dat de indruk bestaat dat veel taxaties substantieel hoger zijn uitgevallen;

spreekt als zijn oordeel uit:

- dat indien blijkt dat na beoordeling van de bezwaarschriften en na kwijtscheldingen de netto-opbrengst van de ozb 2001 hoger is dan 9 % deze meeropbrengst moet worden terugbetaald aan de belastingplichtige;

- dat de wijze van terugbetalen een percentage moet zijn van de aanslag ozb 2001;

- dat voor de jaren 2002 en volgende de gevonden correctie vooraf moet worden ingepast;

verzoekt het college:

- de afdeling financiën deze berekening te laten maken met verwerking van de oz-mutaties en de kwijtschelding van 2000 ten opzichte van 2001, zodat geconstateerd kan worden dat de ozb-verhoging maximaal 9 % is geweest;

- binnen drie maanden na constatering van een meeropbrengst op bovenvermelde wijze tot terugbetaling over te gaan;

en gaat over tot de orde van de dag.'

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) apprecieert de bedoeling van de motie, maar wil met het oog op het vergevorderde uur bij voorkeur in de raadscommissie rof een gedetailleerde reactie geven. Daarna zal deze materie in de volgende raadsvergadering aan de orde worden gesteld.

De voorzitter
preciseert de woorden van mevrouw Dekker als volgt. De intentie van de motie wordt door het college onderschreven. De meeropbrengst die de ozb oplevert moet ook volgens het college aan de belastingbetalers worden teruggegeven, maar het wil zich even kunnen beraden op de vraag hoe dat het beste kan gebeuren en wanneer.

De heer Wiersma
(cda): Wordt dat nu besloten?

De voorzitter
: Nee, zover is het nog niet! Burgemeester en wethouders nemen op dit moment alleen de intèntie van de motie over.

De heer Hekkert
(vvd) gunt het college graag even de tijd. Mocht in de straks te voeren discussie blijken dat de zaak naar de mening van de vvd-fractie toch misloopt, dan zal zij de motie, dan wel een aangepaste versie daarvan, opnieuw op tafel leggen.

De voorzitter
: Goed. De intentie van de motie zal in een raadsvoorstel worden gegoten.

Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad vervolgens dienovereenkomstig.


20. Rondvraag.

· De heer Van der Veen (pvda) bevreemdt het dat hij op zijn brief, de dato 6 april jongstleden, inzake wateroverlast in de kruipruimten van woningen aan de Acaciastraat en Seringenstraat nog steeds geen antwoord heeft ontvangen.

Wethouder Dol
(vl/gl) durft toe te zeggen dat de heer Van der Veen nog deze week een antwoord zal krijgen, want dat is inmiddels geconcipieerd.

· De heer Bode (pvda) proefde uit meerdere reacties dat de besluitvorming over de anderhalve week geleden in de raadscommissie aboz behandelde veiligheidsnotitie niet helder zou zijn, omdat daarover verschillende opvattingen leven. Hem lijkt het dan ook zeer gewenst één en ander in de commissie kort te sluiten.

De voorzitter
hoorde soortgelijke geluiden. In de commissie aboz is een beleidskader voor veilig uitgaan in een brede context op tafel gelegd. Daarin zijn vier aandachtsgebieden geformuleerd.

* Gemeentelijke vergunningenbeleid.

* Politie-inzet.

* Verantwoordelijkheden van de horeca.

* Inzet van het openbaar ministerie.

De commissie stond welwillend tegenover het voorstel dit beleidskader uit te werken. Mochten echter toch aarzelingen over de gekozen weg bestaan, dan doen de fracties er goed aan het stuk, dat in de komende dagen in brede kring zal worden verspreid, nog eens heel goed te lezen en in de eerstvolgende commissievergadering een politiek standpunt te geven.

· De heer Bode (pvda) benut zijn spreekbeurt tevens om een kwestie voor het voetlicht te halen waarover hij in de vorige vergadering een opmerking heeft gemaakt. Het gaat om het probleem dat mensen die bezwaar tegen een ozb-aanslag hebben gemaakt binnen zes weken een ontvangstbevestiging behoren te krijgen, omdat na die termijn geen bezwaar meer kan worden ingediend. Toegezegd is aan dit punt de nodige aandacht te zullen besteden. Twee weken geleden is meegedeeld dat de voor de uitvoering daarvan noodzakelijke software inmiddels is aangeschaft, maar tot nu toe is de gedane toezegging nog steeds niet uitgevoerd.

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) licht de stand van zaken als volgt toe. In de vorige raadsvergadering is een krediet gevoteerd ten behoeve van de afhandeling van de woz-bezwaren. De in dit kader te versturen brieven zullen binnen de juiste termijn aan de bezwaarmakers worden toegezonden.

De heer Bode
(pvda) uit zijn tevredenheid daarover, maar wijst op een principieel punt dat in het geding is. Wie bezwaar tegen de opgelegde ozb-aanslag heeft, dient dat binnen zes weken kenbaar te maken. Een reclamant moet dan wel de zekerheid hebben dat diens bezwaarschrift bij de gemeente is ontvangen, want anders bestaat het risico dat later van gemeentezijde wordt gezegd: `Uw bezwaarschrift is niet bekend en de bezwarentermijn is nu verstreken.' Dat probleem kan worden voorkomen door aan de bezwaarmakers een simpele ontvangstbevestiging te sturen en daarvoor is geen ingewikkelde software of iets dergelijks nodig!

Wethouder mevrouw Dekker
(pvda) snapt de geschetste problematiek. Zij zal in overleg met de afdeling bekijken of het mogelijk is, vooruitlopend op de officiële antwoorden, aan de betrokkenen ontvangstbevestigingen te sturen.

De voorzitter
suggereert tevens in de gemeenterubriek duidelijk te maken waarom de antwoorden wat lang op zich hebben laten wachten en dat mensen die na een bepaalde datum nog niets hebben vernomen telefonisch contact met de betreffende afdeling kunnen opnemen.

· De heer De Geus (rpf/sgp) viel op dat de bestrating van de Melkmarkt gebreken vertoont en die kunnen voor voetgangers en fietsers kwalijke gevolgen hebben.

De voorzitter
kent de genoemde problematiek. De heer Chattellon is momenteel met de uitvoerder van het werk in gesprek over de kwaliteit van de gebruikte stenen. Zodra daarover meer duidelijkheid is ontstaan, zal de commissie van de heer Dol worden geïnformeerd.

· De heer Wiersma (cda) bekroop op Koninginnedag tijdens de huldiging van mevrouw Huisman, oud-voorzitster van de Oranjevereniging, het gevoel dat de in de toespraak genoemde periode, te weten 30 jaar, onjuist was.

Wethouder Dol
(vl/gl) onthult dat mevrouw Huisman gedurende 20 jaar de functie van voorzitster heeft vervuld en 10 jaar gewoon bestuurslid is geweest.

· De heer Hekkert (vvd) snijdt de veiligheid van de havens en de Gependam aan. Hierover heeft zijn fractie in de commissie aboz vragen gesteld en die ook op schrift overhandigd. Daarop zijn tot nu toe geen antwoorden gekomen.

De voorzitter
informeert de heer Hekkert als volgt. De aangeduide vragen zijn in zowel de commissie aboz als de commissie hos uitgebreid besproken. De materie omvat meerdere onderdelen.

* Alles wat voor de start van het seizoen moet gebeuren. Zo worden in overleg met de heer Gelderloos extra veiligheidsmiddelen aangeschaft, bijvoorbeeld brandblussers enzovoort. In dit kader heeft het college vanochtend ook besloten Schaaf Beveiliging en Bewaking aanvullende instructies te geven die de veiligheid rond de havens, vooral 's nachts, ten goede moeten komen. Verder zullen goede afspraken tussen brandweer, politie, havendienst en de mensen van het beveiligingsbedrijf worden gemaakt.
* In juni/juli, wanneer de havens vol liggen, zal een grote oefening van politie, brandweer en andere betrokken instanties worden gehouden om te controleren of de aanvalsplannen et cetera naar behoren functioneren.

* Voorts zal Rijkswaterstaat inzake de Gependam een aanvullend advies uitbrengen over mogelijke conflicten in de vaargeul en bij de aanlegplaatsen aan die kant van de Gependam.
* Ten slotte zal de regionale werkgroep van de heer Bloemendaal aanbevelingen voor de havens in West-Friesland formuleren. Die aanbevelingen, bijvoorbeeld herindeling van steigers en dergelijke, hebben betrekking op een wat langere termijn.

De heer Gelderloos zal één en ander beknopt op papier zetten en in de mappen van de beide commissies ter inzage leggen.

De heer Hekkert
(vvd) richt zich op het derde punt, waarover de vvd-fractie vier concrete vragen heeft gesteld te weten. Voor zover hij weet mag het advies van Rijkswaterstaat pas in juli worden verwacht, maar de Gependam zal zeer waarschijnlijk al in juni in gebruik worden genomen. Levert dat geen problemen op?

De voorzitter
denkt dat het goed is zijn verhaal en het ambtelijke perspectief naast de vragen te leggen en alles in elkaar te schuiven. Aan de hand daarvan kan in de komende vergadering van de raadscommissie hos nader op deze aangelegenheid worden ingegaan. Verder zij toegezegd dat alvorens de Gependam volledig in gebruik wordt gesteld het Rijkswaterstaatadvies zal zijn bestudeerd.

De heer Hæntjens
(vvd) bestrijdt dat de Gependamkwestie in de raadscommissie hos aan de orde is geweest. Hij heeft dat expliciet gevraagd, omdat een aantal nautische problemen is ontstaan. Wel is bij de installatie van de adviesgroep havens gezegd dat de daarover geschreven brief heel goed in haar handen kan worden gesteld. Op deze manier ontstaat echter de vreemde situatie dat de havencommissie niet weet wat in de adviesgroep speelt.

De voorzitter
vertrouwt erop dat niet langs elkaar zal worden gewerkt, want tussen wethouder Dol en spreker vindt altijd afstemming plaats.

Wethouder Dol
(vl/gl) grijpt deze gedachtewisseling aan om te melden dat van de adviesgroepvergaderingen verslagen worden gemaakt. Die verslagen komen, analoog aan verslagen van de milieuadviesgroep, ook in de raadscommissie hos terecht, zodat daar een politieke inbreng mogelijk is.

· De heer Hekkert (vvd) stapt over naar een ander onderwerp, te weten de nieuwe verkeersregel die bepaalt dat per 1 mei 2001 alle van rechts komende bestuurders van voertuigen voorrang hebben. Inmiddels is het 1 mei geweest, maar nog niet alle aanbevelingen zijn uitgevoerd. Hieraan kleeft het risico dat de gemeente in geval van een ongeluk aansprakelijk wordt gesteld.

Wethouder Van Doornik
(cda) beschikt over informatie waaruit blijkt dat op dit moment nog slechts één probleem bestaat. Alleen bij de Paktuinen moet een zogenaamd `klinkerprint' worden aangebracht. Dat is nog niet gebeurd, omdat de Paktuinen van een nieuwe slijtlaag moeten worden voorzien en wordt overwogen het kruispunt Paktuinen/Spoorstraat aan te merken als `een kruising van gelijkwaardige wegen'. Voor het overige is alles uitgevoerd volgens de in de raadscommissie wev besproken voorstellen.

De heer Van der Veen
(pvda) betitelt de opmerking van de heer Hekkert als `volstrekt overbodig', want in de commissie is aan de hand van tekeningen alles uitgelegd.

· Mevrouw Dangermond-Hilderink (vvd) bespreekt een voorval dat zich op 5 mei jongstleden heeft voorgedaan. Op die datum trad in een tent op het landje van Top een bij kinderen zeer populaire zanger op. Na één lied gezongen te hebben, drong iedereen naar voren met het gevolg dat de kinderen die vooraan stonden bijna werden platgedrukt. Voor de betrokken zanger was dat reden diens optreden af te breken. Welke veiligheidsmaatregelen denkt het college in de toekomst te nemen om dit soort situaties te voorkomen?

De voorzitter
keert zich tegen het beeld dat de kabelkrant met betrekking tot het genoemde evenement heeft opgeroepen. Uit gisteren en vandaag gehouden evaluaties bleek wel dat door opdringend publiek vooraan veel gedrang ontstond, maar het bericht dat daardoor kinderen zouden zijn flauwgevallen was onjuist. Nadat op een goede manier een aantal kinderen van de voorste rijen was afgevoerd, liet de organisatie de zijkanten van de tent openen en het optreden voor een halfuur onderbreken. Verder is alle vlekkeloos verlopen. Overigens valt uit deze gang van zaken lering te trekken.

* Het drankgebruik op straat moet worden tegengegaan.
* Zodra een tent vol is, dient te worden bekeken of een afrastering dan wel een andere (fysieke) maatregel nodig is.
* Het veiligheidstoezicht was deze keer wat problematisch, omdat de politiecapaciteit vanwege het mkz-probleem minimaal was. Vandaar dat via de organisatie op het laatste moment mensen moesten worden ingehuurd.

Al met al mag toch worden geconcludeerd dat dankzij de inzet van De Hoogte en alle vrijwilligers het evenement goed is verlopen.


21. Sluiting.

De voorzitter
sluit onder dankzegging voor ieders bijdragen aan de discussies de vergadering en wenst eenieder wel thuis toe (23.58 uur).

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

der gemeente Enkhuizen op dinsdag 5 juni 2001.

De secretaris, De voorzitter,

(J.J.J. van Huffelen) (drs. S.P.M. de Vreeze)