Datum : 13/04/01
Ondertunneling tussen Antwerpse Astrid- en Damplein weldra van start
Binnenkort starten de ondertunnelingswerken tussen het Koningin
Astridplein en het Damplein in Antwerpen. De Raad van Bestuur van de
NMBS heeft groen licht gegeven voor deze investering ten bedrage van
2.796 miljoen frank (69,30 miljoen EUR). De aanvangsdatum van de
werken is 7 mei 2001. Volgende maand zal de aannemer dus beginnen met
uitvoeringsstudies en met het ontwerp en de productie van het
boorschild. Maar de eerste tekenen op het terrein zullen wellicht pas
in het najaar zichtbaar worden. Rekening houdend met een termijn van
1220 kalenderdagen moeten de werken tussen het Astrid- en het Damplein
tegen 8 september 2004 afgerond zijn.
De ondertunnelingswerken kaderen binnen het project van de
noord-zuidverbinding in Antwerpen. Dankzij een spoortunnel van Berchem
tot het Damplein zal er vanaf eind 2005 rechtstreeks treinverkeer
mogelijk zijn tussen het Noorden en Zuiden van de Metropool. Deze
verbinding die voorbehouden is voor reizigerstreinen sluit aan op de
bestaande spoorlijn Antwerpen-Essen (L12) en de nieuwe
hogesnelheidslijn die de NMBS aanlegt langs de autosnelweg E19
richting Nederland. De ondertunneling van Antwerpen-Centraal is al een
tijd aan de gang, en de aansluitende werken tussen het Koningin
Astridplein en het Damplein volgen nu dus.
Na het inrichten van de boorput aan de Viséstraat (noorden van
Antwerpen) en het uitvoeren van veiligheidsmaatregelen om de huizen
rondom te beschermen, kan de echte ondertunneling beginnen. Vanaf
najaar 2002 worden twee enkelsporige tunnelkokers geboord. Dit gebeurt
met een boorschild vanuit de vertrekschacht aan de Viséstraat, van
waaruit het richting Astridplein gaat. Bij de ondertunnelingswerken
zullen met het oog op de veiligheid ook een evacuatieschacht en twee
`cross passages' (dwarse doorsteken tussen de tunnelpijpen) worden
gebouwd.
De tunnels hebben een lengte van 1200 meter en zullen vanaf eind 2005
beschikbaar zijn voor zowel binnenlandse als internationale
reizigerstreinen. De twee tunnelkokers komen boven aan het Damplein,
waarbij het laatste gedeelte van de tunnel (360m) in een overdekte
sleuf verloopt. De aanleg van de spoortunnel wordt geïntegreerd in een
nieuw ontwerp van het Damplein.
Na de voltooiing van de spoortunnel zullen treinen tegen 120 km/u van
noord naar zuid en omgekeerd kunnen sporen, zowat 18 meter onder het
straatniveau. Elke trein zal daarbij stoppen in het station
Antwerpen-Centraal. De NMBS doet er alles aan om eventuele trillingen
en geluidshinder van de treinen zoveel mogelijk te vermijden. De goede
ophanging van de nieuwe treinen, het gebruik van schijfremmen en het
rijden op een voegloos spoor moeten hiervoor zorgen. Bovendien wordt
de hele spoortunnel uitgerust met een ingenieus massaveersysteem op
dempingmatten waardoor de trillingen van de treinen worden opgevangen
en niet worden doorgegeven aan de omgeving.
Aanleg van een spoortunnel biedt heel wat voordelen in vergelijking
met de constructie van een bovengrondse spoorlijn. Zo zijn er amper
bovengrondse onteigeningen nodig en zal de werf ook weinig hinder
opleveren voor het verkeer en de omwonenden.
© 2001 NMBS