Europese Commissie wijst op belang vogelbescherming bij heringebruikname
IJzeren Rijn
De eisen die voortvloeien uit Europese natuurbeschermingsrichtlijnen vormen
mogelijk een belemmering voor heringebruikname van het IJzeren-Rijntracé.
Dat blijkt uit antwoorden van de Europese Commissie op vragen die
europarlementariër Ria Oomen-Ruijten (CDA) samen met Belgische en Duitse
collega's stelde. De europarlementariërs nemen geen genoegen met vage
antwoorden en eisen duidelijkheid.
De vijf europarlementariërs, allen afkomstig uit het Zuid-Nederlandse
grensgebied, vroegen de Europese Commissie naar de milieu-eisen die aan een
heringebruikname van het historische IJzeren-Rijntracé zijn verbonden. De
Commissie, bij monde van verantwoordelijk commissaris De Palacio, is van
mening dat er in Nederland een milieu-effectrapportage nodig is. Daarbij
dient de Nederlandse overheid zich goed rekenschap te geven van het feit dat
het tracé mogelijk door een speciale beschermzone voor vogels loopt.
Heringebruikname van het tracé is daardoor slechts toegestaan indien er geen
enkel alternatief voorhanden is.
Initiatiefneemster Oomen-Ruijten: "De Europese Vogel- en Habitatrichtlijnen
uit 1979 respectievelijk 1992 verplichten de lidstaten om speciale
beschermingszones voor vogels en andere dieren aan te wijzen. Bij een
bepaald gebruik van die regels, zoals bij de aanleg van het
Avantus-industriegebied in Heerlen, kunnen vraagtekens gezet worden.Wanneer
het echter, zoals bij het IJzeren-Rijntracé, gaat om doorkruising van een
landschapspark, past het om zich zeer goed rekenschap van de Europese regels
te geven."
De antwoorden van de Commissie zijn volgens de europarlementariërs niet
bevredigend. Zij hebben daarom opnieuw vragen gesteld. Uit de antwoorden
daarop moet duidelijk worden of het tracé, zowel in Nederland als Duitsland,
daadwerkelijk door de genoemde 'speciale beschermingszones' loopt. Verder
dient de Commissie aan te geven of er ook in Duitsland een
milieu-effectrapportage vereist is. Oomen-Ruijten meent van wel: "We moeten
óók op ruimtelijk gebied over de grenzen heen kijken. De Commissie voor de
milieueffectrapportage gaf in haar advies aan minister Netelenbos al aan dat
de grensoverschrijdende milieueffecten terdege in hun onderlinge samenhang
moeten worden bekeken. Ik sluit me daarbij van harte aan, en denk dat een
ondubbelzinnige uitspraak van de Europese Commissie een extra druk oplevert
om zulks ook te doen."
CDA