BSE-geval in Laag Keppel
2 mei 2001 - Vandaag is bij een zesjarige oude koe Marja 38 op een bedrijf in Laag Keppel (Gld.) Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) geconstateerd. Deze besmetting is het zestiende geval in Nederland sinds 1997 en het achtste geval in 2001.
De koe, geboren op 19 juli 1995, vertoonde klinische verschijnselen van BSE. Het bedrijf is op 23 april verdacht verklaard en klinisch geïnspecteerd. Bij geen van de dieren zijn klinische verschijnselen aangetroffen. Op 24 april is het rund geëuthanaseerd op het bedrijf en voor onderzoek gebracht naar ID-Lelystad. De daarop genomen snelle BSE- test bleek op 26 april positief. Vandaag werd ook deze uitslag door nader onderzoek bevestigd.
De in totaal 125 (waaronder het verdachte rund) runderen, 63 stuks jongvee, 52 kalveren, 2 stieren, 20 mestkalveren en 2 geiten die nog op het bedrijf aanwezig zijn, worden afgevoerd. De hersenen worden door ID-Lelystad onderzocht op BSE en de kadavers worden verbrand. De runderen die op het bedrijf geboren zijn in het jaar voor de geboorte van Marja 38 en in het jaar daarna, zullen ook voor onderzoek worden afgevoerd, evenals nog levende familieleden van het dier.
Zoals gebruikelijk wordt een onderzoek ingesteld naar het veevoer, met name naar het voer van de eerste levensmaanden van de zieke koe. Het eerste BSE-geval dateert van 21 maart 1997 (Wilp), het vijftiende geval van 17 april 2001 (Aalten). Zowel de Europese Commissie als de overige lidstaten zullen over dit BSE-geval worden geïnformeerd.