Titel: Geannoteerde agenda Ecofin Raad 2 mei 2001
De Voorzitter van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR DEN HAAG
Datum
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
23 april 2001
BFB 2001-00334 M
Onderwerp
Toezending geannoteerde agenda van de Ecofin Raad van 7 mei 2001
te Brussel.
Hierbij zend ik u, mede namens de Staatssecretaris, de geannoteerde
agenda voor de Ecofin Raad van 7 mei 2001 te Brussel.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat
bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot in de
volgende vergadering.
Deze ontwerp-agenda wordt toegezonden aan de Voorzitters van de Eerste
en de Tweede Kamer alsmede de Voorzitters van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken en de Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede
Kamer.
DE MINISTER VAN FINANCIEN,
MINISTERIE VAN FINANCIEN
Afdeling Europese Unie
Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad 7 mei 2001 te Brussel
Eurogroep
Tour dHorizon
Zoals gebruikelijk zal tijdens de Eurogroep worden gesproken over de
economische situatie in het eurogebied.
Uit de recente renteverlaging door de Fed met 0,5%-punt blijkt de
onzekerheid over de groeivooruitzichten voor de Amerikaanse economie.
De gevolgen van de Amerikaanse groeivertraging op de economie van de
euro-zone als geheel zijn onzeker en verschillen van lidstaat tot
lidstaat. Duitse onderzoeksinstituten hebben hun groeiraming voor 2001
naar 2,1% bijgesteld. Zes maanden geleden hadden deze instituten nog
2,7% voorspeld. Het CPB heeft onlangs voor Nederland een groei geraamd
van 3¼% voor 2001, wat ¾%-punt minder is dan de geraamde groei ten
tijde van de Macro-Economische Verkenningen (september 2000).
Over heel 2000 groeide het BBP van de euro-zone met 3,4% en het vierde
kwartaal 2000 bedroeg de groei 3,0% j.o.j. Naar verwachting zal de
groei van de euro-zone in 2001 2½ à 3% bedragen. De inflatie zal ook
in 2001 gemiddeld boven 2% liggen. In maart bleef de inflatie in de
euro-zone onveranderd op 2,6% j.o.j. De kerninflatie steeg van 1,7%
j.o.j. naar 1,8% j.o.j.
Betalingsbalans van het eurogebied
De Eurogroep zal spreken over de betalingsbalans van het eurogebied.
Hierbij zal naar verwachting vooral aandacht worden besteed aan de
kapitaalstromen vanuit en naar het eurogebied. De lopende rekening van
het eurogebied liet in 2000 een tekort zien van 28,3 miljard euro. Dit
tekort was daarmee flink hoger dan in 1999, toen het tekort 5,3
miljard euro bedroeg. Tussen 1999 en 2000 was er in het eurogebied
sprake van een afnemend netto-kapitaaluitstroom uit hoofde van de
directe investeringen en het effectenverkeer. In 1999 was er sprake
van een netto-kapitaaluitstroom van 162,3 miljard euro. In 2000 was
sprake van een netto-kapitaaluitstroom van 143,4 miljard euro. De
meest recente beschikbare cijfers van de betalingsbalans zijn die voor
de maand januari 2001. Toen was er sprake van een tekort op de lopende
rekening van 8,5 miljard euro en een netto-kapitaaluitstroom uit
hoofde van de directe investeringen en het effectenverkeer van 50
miljard euro. (Let wel: deze cijfers zijn de saldi voor alleen januari
2001 en zijn daarom niet te vergelijken met de jaarsaldi uit 1999 en
2000.)
Tevens zal het internationale gebruik van de euro ter sprake komen.
Sinds de introductie neemt de euro in termen van het internationale
gebruik de tweede plaats in na de dollar. Dit blijkt bijvoorbeeld uit
gegevens van de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) over de
markt voor internationale schuldtitels waar de euro in 2000 na de
dollar de meest gebruikte valuta voor het uitgeven van dergelijke
titels was. In 1999 was de euro zelfs de meest gehanteerde valuta op
deze markt. Ook voor wat betreft het aandeel in de officiële
valuta-reserves neemt de euro de tweede plaats in.
Commissie aanbeveling voor de Globale richtsnoeren 2001
Dit onderwerp is ook geagendeerd voor de Ecofin Raad. Zie de
desbetreffende passage.
Praktische aspecten euro-introductie
De Eurogroep zal stilstaan bij praktische aspecten van de
euro-introductie. De Commissie rapporteert voor iedere bijeenkomst van
de Eurogroep, mede op basis van door de lidstaten verstrekte
informatie, over de voorbereiding op de euroconversie. De rapportage
gaat in op diverse activiteiten (voorlichting van bedrijven, dubbel
prijzen, wetgeving) die door de lidstaten worden ondernomen om zich op
de euro-conversie voor te bereiden.
Macro-economische dialoog
De macro-economische dialoog tussen ECB, sociale partners, Raad
(vertegenwoordigers van de Sociale Raad en van de Ecofin Raad) en de
Commissie op politiek niveau vindt plaats na afloop van de Ecofin van
maandag 7 mei. Tijdens de Eurogroep zal over deze dialoog worden
gesproken. Onderwerpen die bij de Macro-economische dialoog aan bod
komen zijn de Globale Richtsnoeren 2001 en een nog te verschijnen
vergelijkende studie door de Commissie over de invloed van
investeringen op economische groei en werkgelegenheid in de Europese
Unie en de Verenigde Staten.
Ecofin Raad
Follow-up Europese Raad Stockholm
aard bespreking: voortgangsrapportage
Naar verwachting zal de Ecofin Raad worden geïnformeerd over de
voortgang bij de besprekingen tussen het Voorzitterschap, de Commissie
en het Europees Parlement over de implementatie van de aanbevelingen
uit het rapport-Lamfalussy inzake de regulering van de Europese
effectenmarkten. Tijdens de Europese Raad van Stockholm is
overeenstemming bereikt tussen Raad en Commissie over een nadere
uitwerking van de Lamfalussy-aanbeveling m.b.t. Europese regelgeving
op verschillende niveaus. Ook het Europees Parlement heeft terzake een
resolutie aangenomen, waarbij in het bijzonder ingegaan wordt op de
rol van het Parlement bij de verschillende niveaus van regelgeving.
Zowel voor Raad, Commissie als Parlement is daarbij het uitgangspunt
dat alle essentiële onderdelen van wetgeving conform de
codecisieprocedure in regelgeving worden vastgelegd en dat conform
dezelfde procedure wordt vastgesteld op welke punten de Commissie
bevoegd is nadere uitvoeringsmaatregelen te nemen. Het thans
plaatsvindende overleg spitst zich toe op de suggestie van het
Parlement om ten aanzien van deze uitvoeringsmaatregelen tot een
nadere gedragscode te komen.
Commisse aanbeveling voor de Globale richtsnoeren 2001
aard bespreking: oriënterend debat
De Commissie zal op 25 april a.s. haar aanbeveling voor de globale
richtsnoeren 2001 presenteren. De globale richtsnoeren zijn derhalve
op het moment van schrijven nog niet beschikbaar. In de Ecofin Raad
van 7 mei zal een oriënterend debat over de Commissie aanbeveling
plaatsvinden. Vervolgens zal op 5 juni de Ecofin Raad een ontwerp voor
de globale richtsnoeren opstellen en zijn bevindingen in een verslag
voorleggen aan de Europese Raad van Götheborg van 15-16 juni. Aan de
hand van dit verslag van de Ecofin Raad bespreekt de Europese Raad een
conclusie over de globale richtsnoeren waarna de Ecofin Raad de
richtsnoeren met gekwalificeerde meerderheid van stemmen vaststelt.
Economische dialoog EU-Rusland
aard bespreking: debat en vaststellen gemeenschappelijke inzichten
Het Zweedse voorzitterschap heeft het initiatief genomen om de
economische situatie in Rusland en de Economische Dialoog van de EU
met Rusland voor de Ecofin van 7 mei a.s. te agenderen. Het doel is om
tot overeenstemming te komen over de punten die de EU zou moeten
opbrengen in de economische dialoog met Rusland. Het EFC zal aan de
voorbereiding van de discussie een bijdrage leveren door de
economische situatie in Rusland te bespreken tijdens haar bijeenkomst
van 23 april.
Er heeft nog geen discussie over dit onderwerp plaatsgevonden.
Nederland zou graag zien dat de discussie zich toespitst op een aantal
gebieden waarop op korte en middellange termijn maatregelen moeten
worden genomen door de Russische overheid. De Russische economie kende
in 1999 en 2000 een sterke economische expansie, echter de
vooruitzichten voor duurzaam economisch herstel blijven slecht. De
voortgang van de door de regering-Poetin aangekondigde structurele
hervormingen is nog zeer beperkt. Ook moet het in juli vorig jaar
gepresenteerde hervormingsprogramma op een groot aantal terreinen nog
altijd verder worden ingevuld, met name op het terrein van de
financiële sector.
Voorontwerp EU-begroting 2002
aard bespreking: presentatie door Commissie, gevolgd door oriënterend
debat
Tijdens de Ecofin van mei zal de Commissie haar Voorontwerp voor de
Begroting 2002 presenteren, waarna een eerste oriënterend debat zal
worden gehouden. De Ontwerp-Begroting zal vervolgens in de
Begrotingsraad van 20 juli in eerste lezing worden vastgesteld. Het
Voorontwerp is op het moment van schrijven nog niet beschikbaar.
Aangezien het Voorontwerp pas op 8 mei, de dag na de Ecofin, in de
Commissie besproken wordt, zal de presentatie een voorlopig karakter
hebben.
De presentatie van het Voorontwerp van Begroting wordt alom met
spanning afgewacht. Handhaving van de Financiële Perspectieven van
Berlijn staat voorop, en gegeven de minieme marges in diverse
uitgavencategorieën zal de Commissie de nodige inspanningen moeten
betrachten om alles in te passen.
De Landbouwbegroting, geplaagd immers door BSE en MKZ, is hiervan
wellicht het meest sprekende voorbeeld.
Tijdens de Ecofin Raad van maart jl. vond een eerste bespreking plaats
van de prioriteiten voor de EU-begroting van 2002. In het debat
bestond brede overeenstemming over de prioriteiten voor het komende
begrotingsjaar. Eerst en vooral waren de lidstaten unaniem van mening
dat de afspraken van Berlijn nagekomen moeten worden. Om onverwachte
ontwikkelingen binnen de Financiële Perspectieven op te kunnen vangen,
is het van essentieel belang om voldoende marge onder de afzonderlijke
uitgavenplafonds te behouden. Met het oog op de beperkte beschikbare
middelen is het derhalve noodzakelijk een goede afweging van
prioriteiten te maken.
Het belang van een goede prioriteitenstelling geldt over de volle
breedte van het EU-beleid. Enkele uitgavencategorieën springen hierbij
bijzonder in het oog, te weten het landbouwbeleid (Categorie 1a), het
interne beleid (Categorie 3), het externe beleid (Categorie 4) en de
administratieve uitgaven (Categorie 5) van de Unie. Deze categorieën
worden dan ook speciaal belicht.
Binnen de Landbouwbegroting vormen de BSE- en MKZ-crises een mogelijke
bedreiging voor de handhaving van de Financiële Perspectieven. De
kosten voor de in februari gepresenteerde aanvullende maatregelen ter
bestrijding van BSE, bekend geworden als het 7 punten plan van
Commissaris Fischler, bedragen volgens Commissie-berekeningen voor
2002 ruim een miljard euro, waarbij de Commissie zich baseert op een
zeer optimistische inschatting van (het herstel van) de vraag naar
rundvlees. Er bestaat momenteel nog onvoldoende zicht op de kosten van
de MKZ-uitbraak in Europa, waarbij zich natuurlijk vooral de vraag
voordoet in hoeverre de besmetting zich zal beperken tot de tot
dusverre getroffen regios. Duidelijk is echter wel dat de combinatie
van BSE en MKZ de grenzen van de Landbouwbegroting nadrukkelijk zal
verkennen, waarbij ook ingrijpende maatregelen niet uitgesloten kunnen
worden. Conform de Raadsverordening Begrotingsdiscipline dient de
Commissie dan ook, indien nodig ter bescherming van de Financiële
Perspectieven, zo spoedig mogelijk aanvullende besparingsvoorstellen
te presenteren. Gegeven de uiterst onzekere situatie waarin de
landbouwsector zich momenteel bevindt, is het bij uitstek noodzakelijk
binnen de Landbouwbegroting een marge in te bouwen voor onvoorziene
omstandigheden.
Ook in Categorie 3, het interne beleid van de Unie, is het zaak
voldoende marge onder de Financiële Perspectieven te behouden om
onverwachte ontwikkelingen op te kunnen vangen. Bij de vaststelling
van het budget voor het Zesde Kaderprogramma Onderzoek en Ontwikkeling
(KP-6) dient hiermee uitdrukkelijk rekening gehouden te worden. Voor
het Nederlandse standpunt is de bestaande prioriteitenstelling voor
Categorie 3 uiteraard het uitgangspunt. Onderzoek is in dit kader
aangemerkt als prioritair, waardoor het budget met de inflatie mee mag
groeien en derhalve reëel constant gehouden mag worden. Het in
februari gepresenteerde Commissievoorstel voor KP-6, met een budget
van 17,5 miljard euro voor de periode 2002-2006, voldoet niet aan deze
eis.
Het extern beleid van de Unie vormt eveneens een bijzonder
aandachtspunt. Met de aanname van het MEDA-programma voor de
Middellandse Zee-landen en het CARDS-programma dat zich richt op de
Westelijke Balkan, zijn de reserves binnen Categorie 4 vrijwel
volledig uitgeput. Nieuwe initiatieven moeten dan ook komen uit een
heroriëntatie van het beleid, waarbij besparingen op oude prioriteiten
de noodzakelijke ruimte scheppen voor nieuwe initiatieven. Ook de
zogenaamde sunset clause, waarbij kredieten na verloop van tijd
vervallen als er geen verplichtingen zijn aangegaan, kan de benodigde
ruimte voor nieuw beleid scheppen.
Gegeven de beperkte financiële middelen, moet een nieuwe afweging van
belangen gevolgen hebben voor bestaande programmas. Evaluatie dient
bij de opstelling van de Begroting een belangrijkere rol te krijgen:
slecht lopende programmas, hetzij door trage uitvoering, geringe
efficiëntie of soms zelfs fraude, zullen meer dan nu het geval is
afgebouwd moeten worden, waardoor ruimte ontstaat voor nieuwe
prioriteiten.
Ook bij de administratieve uitgaven komen de grenzen langzaam maar
zeker in zicht. Enerzijds moet het Raadssecretariaat op een adequate
manier worden toegerust om de nieuwe taken in het kader van het EVDB
te kunnen uitvoeren, en anderzijds zal de hervorming van de Commissie
kosten met zich meebrengen. Zo zal de Commissie voor 2002, op voorstel
van Commissaris Kinnock, de tweede tranche van 317 nieuwe
formatieplaatsen aan de Raad en EP ter goedkeuring voorleggen. Gelet
op het inter-institutioneel evenwicht zal het Europees Parlement van
deze voorgenomen versterking van Raad en Commissie gebruik willen
maken om ook zelf een aantal claims neer te leggen. Aangezien de
marges ook in Categorie 5 bijzonder klein zijn, zal het nog grote
moeite kosten deze uiteenlopende wensen binnen het plafond van
Categorie 5 op bevredigende wijze met elkaar te verenigen.
(evt.) Richtlijnvoorstel pensioenfondsen
aard van de bespreking: aannemen Raadsconclusies
Het Voorzitterschap streeft met betrekking tot het richtlijnvoorstel
pensioenfondsen naar directe politieke sturing door de Ecofin Raad van
7 mei a.s.
De doelstellingen van het richtlijnvoorstel zijn de volgende:
1. Bevordering van vrijheid van kapitaalverkeer van pensioenfondsen
door de nadruk te leggen op een kwalitatieve benadering van de
beleggingsvoorschriften. Wel kunnen individuele lidstaten
desgewenst in beperkte mate kwantitatieve restricties opleggen.
2. Vrijheid van keuze door pensioenfondsen van vermogensbeheerders en
bewaarders die over een Europees paspoort beschikken.
3. Er wordt een begin gemaakt met wederzijdse erkenning van nationaal
toezicht door middel van kennisgeving en samenwerking tussen
bevoegde autoriteiten. Doel hiervan is belemmeringen weg te nemen
voor grensoverschrijdend deelnemerschap, onder de voorwaarde dat
de aanspraken op het pensioenfonds in overeenstemming zijn met de
sociaal- en arbeidsrechtelijke bepalingen van het land waar de
regeling is vastgesteld.
Om deze doelstellingen te realiseren bevat de richtlijn diverse
algemene prudentiële regels ten behoeve van de bescherming van de
deelnemers (deskundigheid en goede reputatie van beheerders,
voorwaarden voor de toegang tot de werkzaamheid, informatie die moet
worden verstrekt aan de deelnemers en de pensioengerechtigden,
beleggingsvoorschriften) naast voorschriften inzake de passiva van
pensioenfondsen met inbegrip van de technische voorzieningen.
Nederland vindt dat het het prudent person principe (alleen kwalitatieve beleggingsvoorschriften) onverkort moet kunnen toepassen. Verder is het goed dat de vrijheid voor pensioenfondsen van de keuze van vermogensbeheerders en bewaarders met een Europees paspoort, wellicht ten overvloede, wordt geregeld. Tenslotte is van belang dat de mogelijkheid van grensoverschrijdend deelnemerschap, het Nederlandse systeem van verplichtstelling niet uitholt.
(evt.) Commissiemededeling over belasting van pensioenen
document: mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees
Parlement en het Economisch en Sociaal Comité De opheffing van
fiscale barrières voor grensoverschrijdende bedrijfspensioenregelingen
COM(2001) 214 (bijgevoegd)
aard bespreking: presentatie door de Commissie
Tijdens de Ecofin Raad zal de Commissie haar mededeling over belasting
van pensioenen presenteren. De reden om te komen met een mededeling is
om de huidige problemen en obstakels in de interne markt op het gebied
van de belastingheffing ten aanzien van aanvullende pensioenen weg te
nemen. Dit document is een aanvulling op het richtlijnvoorstel dat het
mogelijk maakt om te komen tot Pan-Europese pensioeninstellingen.
In het eerste gedeelte van de mededeling wordt ingegaan op de werking
van het EG-Vedrag, waarbij de Commissie aangeeft te zullen onderzoeken
of de lidstaten het EG-Verdrag naleven en welke obstakels moeten
worden weggewerkt om te komen tot een interne markt voor aanvullende
pensioenen.
In het tweede deel wordt ingegaan op de noodzaak van informatie
uitwisseling (welke instrumenten moeten worden uitgebreid,
automatische gegevens uitwisseling).
En in het laatste gedeelte kaart de Commissie de problemen aan omtrent
het verschil in fiscale behandeling van de aanvullende pensioenen. De
Commissie beveelt aan dat het systeem dat reeds in 11 lidstaten wordt
gebruikt (aftrek van de belastingen van de premies, de winsten bij
pensioenfondsen onbelast en de pensioenuitkering belast), ook door de
andere lidstaten wordt overgenomen.
Het initiatief van de Commissie om te komen met een mededeling over
een meer integrale aanpak van de fiscale problematiek rond
grensoverschrijdende pensioenen wordt door Nederland positief
gewaardeerd. Nederland hecht veel waarde aan dit onderwerp en zal de
vervolgstappen dan ook op constructieve wijze benaderen.
E-commerce en financiële diensten
aard bespreking: presentatie voortgangsverslag E-handel en financiële
diensten.
Op 7 februari 2001 heeft de Commissie een mededeling gepubliceerd over
E-handel en financiële diensten. In de mededeling wordt een actieplan
neergelegd om het vrije verkeer van financiële diensten die langs
elektronische weg worden gedistribueerd verder te faciliteren en te
stimuleren. Het actieplan bevat voorstellen op hoofdlijnen voor een
convergentieprogramma om nationale regels verder op elkaar te laten
aansluiten, om het vertrouwen van consumenten in grensoverschrijdende
verhaalsmogelijkheden en betalingen via Internet te vergroten, en
voorstellen om toezichthouders internationaal meer te laten
samenwerken. Tijdens de Ecofin Raad van 12 februari 2001 jl. is de
Financial Services Policy Group (FSPG) gevraagd dit actieplan verder
uit te werken. Tijdens de Ecofin van 7 mei zal het verslag van de FSPG
worden gepresenteerd en zal de Ecofin om instemming worden gevraagd
met de te volgen aanpak.
Nederland ondersteunt het actieplan. Het convergentieprogramma beoogt
in de verschillende nationale rechtsstelsels een gelijkwaardig hoog
niveau van consumentenbescherming te bereiken en terwijl een zo gelijk
mogelijk speelveld voor financiële dienstverleners wordt nagestreefd.
-o-
Bijlage: mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees
Parlement en het Economisch en Sociaal Comité De opheffing van fiscale
barrières voor grensoverschrijdende bedrijfspensioenregelingen
COM(2001) 214