http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=414403
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Mensenrechten en Vredesopbouw Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 2 mei 2001 Auteur Welment van Aardenne
Kenmerk DMV/MR-330/01 Telefoon 070-3485173
Blad /1 Fax 070-3485049
Bijlage(n) 1 E-mail Welment-van.Aardenne@minbuza.nl
Betreft Adviesaanvraag inzake mogelijke maatregelen voor nabestaanden van
slachtoffers van slavernij en kolonialisme
Zeer geachte Voorzitter,
Bijgaand treft u ter kennisgeving aan mijn adviesaanvraag aan de Adviesraad
Internationale Vraagstukken inzake mogelijke maatregelen voor nabestaanden
van slachtoffers van slavernij en kolonialisme.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Aan de waarnemend Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken
Prof. mr. F.H.J.J. Andriessen Postbus 20061 2500 EB Den Haag Directie
Mensenrechten en Vredesopbouw Afdeling Mensenrechten Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Datum 27 april 2001 Auteur DMV/MR
Kenmerk DMV/MR-132/01 Telefoon 070-3485214
Blad /3 Fax 070-3485049
Bijlage E-mail
Betreft Adviesaanvraag inzake mogelijke maatregelen voor nabestaanden van
slachtoffers van slavernij en kolonialisme
Van 31 augustus tot en met 7 september 2001 zal in Durban, Zuid Afrika, de
Wereldconferentie tegen Racisme gehouden worden. Doelstelling van de
Wereldconferentie is het formuleren van maatregelen en beleid op nationaal,
regionaal en internationaal niveau ter bestrijding van hedendaagse vormen
van racisme, discriminatie, vreemdelingenhaat en aanverwante vormen van
intolerantie. In de aanloop naar de Wereldconferentie is het de bedoeling
dat elke staat en elke regio zich op de eigen problemen richt. Dit geschiedt
in de vorm van regionale conferenties ter voorbereiding op de
Wereldconferentie. De Wereldconferentie zelf moet "action oriented" en
"forward looking" zijn. Het resultaat zal neergelegd worden in een
Verklaring en Actieprogramma. Deze moeten op hun beurt de basis vormen voor
regionale en nationale Actieplannen ter bestrijding van racisme.
In het voorbereidingsproces op de Wereldconferentie wordt steeds gewezen op
de noodzaak van specifieke aandacht voor achterstandsgroepen in de
samenleving die potentieel kwetsbaar zijn en voor positieve maatregelen die
hun positie in de samenleving versterken. Voor de agenda van de
Wereldconferentie is een vijftal hoofdthema's geïdentificeerd. De aandacht
van de Westerse landen is daarbij vooral gericht op preventieve maatregelen
en beschermingsmechanismen op het gebied van wetgeving, beleid en praktijk.
Dit vergt het creëren van een infrastructuur waardoor de burger niet alleen
op nationaal niveau, maar ook op lokaal niveau beschermd wordt tegen
uitingen van racisme.
Met name vanuit de Afrikaanse groep is sterk ingezet op het thema
compensatoire maatregelen voor nabestaanden van slachtoffers van slavernij
en kolonialisme. Daarbij gaat het om de vraag of staten met een koloniaal
en/of slavernij-verleden financiële compensatie verschuldigd zouden zijn aan
bepaalde personen, groepen of staten die zich heden ten dage in een
achterstandspositie bevinden ten gevolge van slavernij of kolonialisme uit
het verleden.
Tijdens de Europese Conferentie in Straatsburg heeft de EU plechtig
bevestigd dat het leed veroorzaakt door slavernij of voortgekomen uit
kolonialisme in herinnering gehouden moet worden. In de afgelopen maanden is
de EU tot de volgende positie over reparatie en compensatie gekomen.
Onderkend wordt dat bewustzijn van slavernij en kolonialisme, die in hun
historische contekst moeten worden geplaatst, noodzakelijk is en breed moet
worden uitgedragen, met name onder jongeren, zodat het aangerichte leed in
de toekomst niet wordt herhaald. Daarnaast is de EU van mening dat de
doelstellingen van de Wereldconferentie niet gediend zijn met een debat over
financiële compensatie met betrekking tot de gebeurtenissen uit het
verleden. Een dergelijk debat zou de Conferentie afleiden van haar
hoofddoel, te weten het behalen van resultaten die gericht zijn op het heden
en de toekomst, en niet het vereffenen van rekeningen uit het verleden. Zo'n
debat zou voorts niet in overeenstemming zijn met een aantal juridische
beginselen inzake reparatie.
Bovendien meent de EU dat een debat over financiële compensatie de uitkomst
van de Conferentie wel eens heel ineffectief zou kunnen maken voor wat
betreft de werkelijke strijd tegen racisme en discriminatie,
vreemdelingenhaat en aanverwante vormen van intolerantie.
Het is tegen deze achtergrond dat ik u verzoek om advies omtrent de volgende
vraag:
Nederland wil - voortbouwend op de EU-positie zoals hierboven uiteengezet
-
op positieve wijze bijdragen aan de discussie over hoe invulling te geven
aan de onderkenning van het leed dat de slachtoffers van slavernij en
kolonialisme hebben ondergaan en de mogelijke gevolgen daarvan voor hun
nabestaanden. Welke mogelijkheden doen zich in dit verband voor?
Daarnaast zou ik uw advies op prijs stellen omtrent de volgende vraag:
Hoe vallen eventuele positieve maatregelen jegens nabestaanden van
slachtoffers van slavernij en kolonialisme in te passen in een breder
anti-racisme beleid, dat ook andere groepen omvat die met racisme,
discriminatie, vreemdelingenhaat en aanverwante vormen van intolerantie
worden geconfronteerd?
Ik zie uw advies met veel belangstelling tegemoet,
De Minister van Buitenlandse Zaken
Kenmerk
Blad /1
1 De EU baseert haar handelen met betrekking tot reparatie van slachtoffers
van racisme hoofdzakelijk op de volgende instrumenten: Artikel 8 van de
Universele Verklaring inzake de Rechten van de Mens, Artikel 6 van het
Verdrag inzake de Uitbanning van Rassendiscrimi-natie, Artikel 2 van het
Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten, het Europees Verdrag ter
Bescherming van de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden en
additionele protocollen, in het bijzonder Artikel 13 van dat Verdrag, en het
Europees Verdrag inzake de Compensatie van Slachtoffers van Gewelddadige
Misdaden.
===