Factsheet Huisartsen
Onder redactie van de afdeling communicatie van ZN worden in dit
bericht de meest gestelde vragen over de financiering van de
huisartsen beantwoord
De feiten
Er zijn ongeveer 7500 huisartsen in Nederland. Zij leveren
huisartsenzorg aan zo'n 16 miljoen Nederlanders. Elk jaar worden de
uitgaven voor de huisartsenzorg door VWS geraamd. Voor 2001 was de
raming 2,4 miljard. (Totaal Zorgnota 2001: 81,9 miljard).
Hoe wordt de huisartsenzorg betaald?
Zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor de bekostiging van de
huisartsenzorg. De (premie)gelden die verzekerden betalen vormen de
beschikbare middelen om huisartsen mee te bekostigen.
In de inkomsten van de huisartsen wordt onderscheid gemaakt tussen het
inkomen van de huisartsen en de kosten voor de praktijkvoering. De
normen voor het inkomen van huisartsen en de praktijkkosten worden
vastgesteld door het CTG.
Het norminkomen is in 2001 f 192.825. De praktijkkosten vergoeding is
voor de ziekenfondssector op f 146.523 vastgesteld en voor de
particuliere sector op f 163.958.
Een normpraktijk bestaat uit 2350 patiënten, gemiddeld 2/3
ziekenfondsverzekerden en 1/3 particulier verzekerden. Voor
ziekenfondsverzekerden krijgt een huisarts een vast bedrag per jaar,
ongeacht het aantal bezoeken aan de huisartsen. Dit is f 146,91. Voor
particuliere patiënten wordt een tarief per consult in rekening
gebracht. Dit is f 41,80.
Wat stond er in de Voorjaarsbrief van ZN?
'Mede als gevolg van de ontstane onrust onder de huisartsen over de
continuïteit, de kwaliteit en de waardering van het huisartsenberoep
zijn er door de LHV en ZN oplossingsrichtingen geformuleerd. () In het
hoofdlijnenakkoord zijn onder meer afspraken neergelegd over de
dienstenstructuur, de praktijkondersteuning en herijking van het
honorarium en praktijkkosten zoals die hun weerspiegeling vinden in de
tarieven.'
Praktijkondersteuning
In een convenant tussen ZN, LHV en VWS, vorig jaar, is f 65 miljoen
afgesproken voor praktijkondersteuning. Dit loopt op tot f 260 miljoen
in 2004.
Dienstenstructuur
De dienstenstructuur voor avond, nacht en weekenddiensten gaat in 2001
van start. Uit een inventarisatie gehouden door ZN in februari 2001 is
naar voren gekomen dat de kosten hiervan neerkomen op gemiddeld f 10
per verzekerde per jaar. Hiervoor is 150 miljoen geclaimd.
Herijking honorarium
VWS heeft verzocht aan CTG om tot algemene inkomensherijking voor
vrije beroepsbeoefenaren te komen. Dan zal dus ook herijking van het
inkomen van huisartsen plaatsvinden.
Herijking praktijkkosten
Als eerste indicatie claimt ZN 70 miljoen op jaarbasis. ZN en LHV zijn
in overleg over aanpassing van de normen voor praktijkkosten.
Totaal heeft ZN dus geclaimd voor de huisartsen: 65 + 150 + 70 = 285
miljoen extra voor 2001
Hoeveel extra geld krijgen de huisartsen er nu bij?
Er is extra geld uitgetrokken voor de dienstenstructuur en de
praktijkkosten. Er is niet gekeken naar het inkomen van de huisartsen.
Daarnaast zijn de normen waarop de huidige praktijkkosten gebaseerd
zijn, onderwerp van gesprek tussen ZN en de LHV.
Er zijn nog geen definitieve bedragen genoemd. Wel hebben we uit de media (NRC Handelsblad, 30-4-2001) begrepen dat er circa 320 miljoen extra beschikbaar komt voor de huisartsenzorg. F 150 miljoen daarvan is bestemd voor diensten buiten kantooruren, f 90 miljoen voor een hoger salaris van huisartsen in opleiding en verruiming van capaciteit van opleidingen en ruim f 70 miljoen gulden is beschikbaar voor een hogere vergoeding van de praktijkkosten. Dit bovenop de reeds eerder geclaimde 65 miljoen voor de praktijkondersteuning voor 2001.
Hoe worden de normen voor praktijkkosten samengesteld?
De praktijkkosten worden berekend op basis van een normatief
rekenmodel. Dit model is in 1987 voor het laatst volledig geijkt. In
1987 was het uitgangspunt een solopraktijk. Sinds 1987 is het model
jaarlijks aangepast op basis van loon- en prijsontwikkelingen. Tussen
1989-1998 is het model aangepast voor de onderdelen soft & hardware,
waarneming, kortdurende ziekte, FTO en personeel. In 1996 is het model
voor het laatst aangepast, met de toevoeging van abonnementstarieven
voor 65+ en achterstandswijken.
ZN is in gesprek met de LHV om de normen voor de praktijkkosten aan te
passen, en daarmee de vergoeding voor de normen.
Wat vindt ZN van de staking?
ZN en de NPCF roepen huisartsen op af te zien van de staking omdat:
* met de extra middelen een grote stap kan worden gezet om de
problemen op te lossen
* overleg ZN en LHV over praktijkkostenvergoeding nog bezig is
* publiek niet goed geïnformeerd is over waarneemregelingen
* er in een periode van 9 dagen slechts 1 dag reguliere zorg
beschikbaar is
* het een onevenredig zwaar middel is tegen besluitvorming van het
kabinet, maar de verzekerde er de dupe van wordt.
Wat doen zorgverzekeraars om de overlast voor de verzekerde te
beperken?
Wat te doen als u tijdens de actiedagen géén beroep kunt doen op uw
eigen huisarts of de waarnemer voor een verwijsbrief of een
herhalingsrecept? In spoedgevallen kunt u direct terecht bij de
afdeling Spoedeisende Hulp van uw dichtstbijzijnde ziekenhuis, of bij
een fysiotherapeut of RIAGG. Gebruikers van geneesmiddelen kunnen
zonder herhalingsrecept van de huisarts bij de apotheek hun medicijnen
afhalen.
De zorgverzekeraars hebben hierover afspraken gemaakt met de
landelijke organisaties van ziekenhuizen, apothekers, fysiotherapeuten
en RIAGG's.