's-Hertogenbosch, 1 mei 2001
AKK5923/MV/mk

JAARVERSLAG 2000

STICHTING AGRO KETEN KENNIS




VOORWOORD

2000 is voor Stichting Agro Keten Kennis (AKK) een jaar geweest van erkenning. Erkenning voor de meerwaarde van de ontwikkelde co-innovatieaanpak die na de succesvolle uitvoering van het ICES/KIS-project is ontwikkeld. Samen met alle geledingen uit de agribusiness, van supermarkt tot boer, van onderzoeker tot beleidsambtenaar is intensief samengewerkt aan het ontwikkelen van nieuwe ketenkennis en samenwerkingverbanden.

In het Bestuur hebben we uitgebreid stil gestaan bij de ontwikkelingen die zich in de verschillende sectoren hebben voorgedaan. Maatschappelijke discussies over BSE, duurzaam produceren en dergelijke dagen de agribusiness uit om versneld integrale oplossingen te ontwikkelen en implementeren. Bedrijven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en de overheid hebben belangrijke stappen gezet om de benodigde vernieuwing inhoud te geven.

Pilotprojecten zijn gestart en het nieuwe co-innovatieprogramma 'Professionalisering van biologische afzetketens' is ontwikkeld.

AKK heeft een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van het convenant ter bevordering van de marktontwikkeling biologische landbouw. Dit is een mooi voorbeeld van een systeem- innovatie waarin publieke en private partijen samenwerken.

In het voor u liggende jaarverslag kunt u lezen welke diverse kansen de agribusiness ziet en benut om met ketens en kennisinstellingen aan de slag te gaan.

Het Bestuur AKK kijkt terug op een innovatief jaar en bedankt alle betrokkenen die vertrouwen hebben gesteld in AKK en haar medewerkers.

ir. G.J.P. van Oosten
voorzitter Stichting Agro Keten Kennis






INHOUD Pagina

MANAGEMENT SAMENVATTING 5

HOOGTEPUNTEN IN 2000 7


1. INLEIDING 8




2. CO-INNOVATIEPROGRAMMA'S 11
2.1 Toegevoegde waarde varkensvleesketen 11
2.2 Professionalisering van de Biologische Afzetketen 16 2.3 Duurzame Agro Food Ketens en Clusters 18 2.4 Co-innovatieprogramma `Food & Future 20 2.5 Versterking van de voortbrengingsketens in de Pluimveesector 21 2.6 Ketengarantiesystemen voor de borging van voedselveiligheid 21


3. VERSTERKING KETENKENNISINFRASTRUCTUUR 22 3.1 Achtergrond 22 3.2 Activiteiten 23 3.3 Midterm review promotieonderzoek 24


4. COMMUNICATIE EN KENNISVERSPREIDING 26 4.1 Doelen 26 4.2 Instrumenten 26


5. BESTUURLIJK / ORGANISATORISCH 28

6. FINANCIEN 30 6.1 Ontwikkeling van nieuwe co-innovatieprogramma's 30 6.2 Uitvoering van co-innovatieprogramma's 31 6.3 Corporate activiteiten 32






Pagina

BIJLAGEN


1. Gebruikte literatuur 34
2. Bestuur Agro Keten Kennis 35
3. Bureau Agro Ketens Kennis 36
4. Begeleidingscommissie LNV 37
5. Deelnemers VIVAK 38
6. Het Promotienetwerk Ketenkunde 39
7. Overzicht pilotprojecten `Toegevoegde waarde varkensvleesketens' 41
8. Themaoverzicht pilotprojecten `Toegevoegde waarde varkensvleesketens' 42
9. Bijdrage aan workshops, seminars en congressen 43
10. Overzicht verschenen Publicaties 45






MANAGEMENTSAMENVATTING

Kennis is een belangrijke succesfactor voor het bedrijfsleven om in de 21ste eeuw markt- gericht te kunnen blijven werken. Ontwikkeling van vernieuwende toepasbare kennis is daarom noodzakelijk. De kernactiviteit van Stichting AKK is het agrofood bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid tot elkaar brengen om door middel van co-innovatie die kennis gezamenlijk te ontwikkelen. Co-innovatieprogramma's worden door AKK ontwikkeld en uitgevoerd. Door bedrijfsleven wordt samen met kennisinstellingen bottom-up gewerkt aan het oplossen van maatschappelijke problemen én markt- en ketenvernieuwingen worden gerealiseerd.

Door binnen en tussen de co-innovatieprogramma's actief synergie en samenhang te bevorderen worden nieuwe inzichten en ervaringen uitgewisseld en samengebracht. Er wordt zo een bijdrage geleverd aan het oplossen van organisatieoverstijgende, complexe maatschappelijke vraagstukken. Het bouwen aan vertrouwen door wederzijdse transparantie maakt het mogelijk om de agribusiness met de brede diversiteit van ondernemingen en organisaties te innoveren: systeeminnovatie.

Het co-innovatieprogramma Toegevoegde waarde varkensvleesketens heeft in 2000 het eerste volle uitvoeringsjaar voltooid. In het programma, dat is gericht op het realiseren van duur- zame marktgerichte varkensvleesketens, zijn twaalf pilotprojecten in uitvoering en zijn er vijf projecten in ontwikkeling.
In totaal participeren in de pilotprojecten ongeveer vijftig bedrijven en zestien kennis- instellingen.
Per 31 december 2000 was er in totaal 11,5 miljoen gealloceerd. Voor de versterking van de ketenkennisinfrastructuur rond de varkensvleesketens is de adviescommissie VIVAK (Vitale Varkensvlees ketenkennisinfrastructuur) opgericht die in 2000 voor de eerste maal bijeen is geweest.

Het opstarten van pilotprojecten binnen co-innovatieprogramma's is geen eenvoudige zaak. De aanlooptijd voor de ontwikkeling van pilotprojecten is vaak lang. Om knelpunten weg te nemen is in 2000 een procedure uitgewerkt voor ondersteuning van ontwikkeling van projecten. Hierdoor kunnen er voor kansrijke ideeën middelen beschikbaar komen voor het inschakelen van kennisinstellingen bij het opstellen van het projectplan.

Een tweede co-innovatieprogramma is opgezet:"Professionalisering van Biologische Afzetketens: het beste van twee werelden". De uitvoering hiervan start begin 2001, met een looptijd van vier jaar en een totale programmaomzet van 16 miljoen. Het programma is gericht op het professionaliseren van een door de consument en marktpartijen gestuurde biologische afzetketen. Doel is het realiseren van een substantiële, duurzame volumegroei van de afzet van biologische producten.
Naast het opzetten van het co-innovatieprogramma heeft AKK in 2000 een ondersteunende rol gespeeld bij het opstellen van het Convenant Marktontwikkeling Biologische Landbouw.






Daarnaast is er gewerkt aan de verdere invulling van een viertal mogelijke co-innovatie- programma's: `Duurzame Agroketens' en ­Clusters', `Food en Future Limburg', `Versterking van de voortbrengingsketens in de Pluimveesector' en `Ketengarantiesystemen voor de borging van voedselveiligheid. Hiervoor zijn naast de invulling van de inhoudelijke aspecten ook de organisatorische inbedding en de mobilisatie van privaat en publiek kapitaal voorwaarden.

Om de resultaten uit pilotprojecten maximaal te benutten is een goede verankering van de resultaten in de kennisinfrastructuur nodig. Co-innovatie heeft naast de versterking van economische structuren dan ook tot doel het versterken van de ketenkennisinfrastructuur, het netwerk van kennisinstellingen dat zich bezighoudt met ketenkundig onderzoek. Dit moet er uiteindelijk toe leiden dat de kennisinstellingen zorgdragen voor het kennismanagement van de ketenkennisthema's voor de totale agrofood business. Als onderdeel van de missie en doelstellingen van AKK zijn diverse activiteiten ontwikkeld om het benodigde responsieve netwerk te ontwikkelen.

Communicatie en kennisverspreiding zijn belangrijke aandachtspunten van AKK. Hiervoor zijn activiteiten uitgevoerd op corporate- en individueel programmaniveau. De corporate communicatie is met name gericht op uitleg van de positionering en werkwijze van AKK. De communicatie op programmaniveau is gericht op het onder de aandacht brengen van doelen en mogelijkheden van de programma's en op het toelichten van de resultaten van de pilotprojecten.

Er zijn diverse instrumenten ingezet. Het instrument "Kennisgeving" is ontwikkeld voor een flexibele en specifieke communicatie rond een bepaald thema. De website www.akk.nl, wordt vaak bezocht en uitgebreid geraadpleegd. Om nog beter aan te kunnen sluiten op de behoeften van de doelgroepen is nagedacht over een ander ontwerp van de site.
Verder zijn de ervaringen uit de verschillende projecten in diverse nieuwsbrieven, publicaties, lezingen en presentaties toegelicht.

Voor het programma Toegevoegde waarde varkensvleesketens is een communicatieplan ontwikkeld om de speerpunten onder de aandacht van de doelgroepen te brengen. Voor een snelle start van het nieuwe co-innovatieprogramma `Professionalisering van Biologische Afzetketens' in 2001 is een communicatiemix ontwikkeld.






HOOGTEPUNTEN IN 2000


- Beoordeling door de ICES/KIS1 van het ICES-project Agro Keten Kennis (1994-1999) als enige van de ICES-projecten met de score `goed'.


- Verdere ontwikkeling van het co-innovatieprogramma `Toegevoegde waarde varkens- vleesketens' (1999-2004):

- uitbouw van de samenhangende projectportfolio tot twaalf pilotprojecten;
- totaal vastgelegde projectomzet van 11,5 mln.;
- inrichting en start van de adviescommissie (Vitale Varkensvleesketen Kennisinfrastructuur);

- organisatie van een projectleidersbijeenkomst;
- uitvoering van de eerste Monitoring.


- Ontwikkeling van het co-innovatieprogramma "Professionalisering van de Biologische Afzetketens, het beste van twee werelden" (2001-2005) met een totale programmaomzet van 16 mln.


- Ondersteunende rol bij de ontwikkeling van het Convenant Marktontwikkeling Biologische Landbouw tussen LNV, CBL, LTO Nederland, Platform Biologica, Stichting Natuur en Milieu, Rabobank Nederland en de Triodos Bank.


- Verdere ontwikkeling van de co-innovatieprogramma's:
- Duurzame Agroketens en ­Clusters;

- Food & Future, Innovatieprogramma Limburg;
- Versterking van de voortbrengingsketens in de Pluimveesector;
- Ketengarantiesystemen voor de borging van voedselveiligheid.

- Toetreding prof.dr.ir. K. van 't Riet van S&P-TNO tot het Bestuur AKK ter opvolging van mevr. Dr. Y. Holthuijzen van TNO-Voeding.


- Herinrichting van de AKK website tot een site die beter aansluit bij de behoeften van de bezoekers. Introductie in 2001.


1 Interdepartementale Commissie inzake het Economisch Structuurbeleid / Kennisinfrastructuur


7





1. INLEIDING




Bedrijfsleven en kennisinstellingen ontwikkelen co-innovatieve pilotprojecten om met elkaar maatschappelijke problemen op te lossen en markt- en ketenvernieuwing te realiseren. Ketenprojecten waarin onder andere gewerkt wordt aan ketengarantiesystemen om optimale garanties te bieden op het gebied van voedselveiligheid, milieu en dergelijke naar de consument en overheid. Ook de moeilijke, vaak abstracte thema's als duurzaamheid krijgen bij de voorlopers in het bedrijfsleven steeds meer aandacht en een praktische vertaling. Deze aandacht komt deels voort uit economisch belang, maar ook vanuit een brede maatschap- pelijke betrokkenheid. De aandacht van het bedrijfsleven stelt Stichting Agro Keten Kennis (AKK) in de gelegenheid om samen met de beleidsdirecties van LNV, op basis van een inter- actief beleidsvormingsproces, concrete publiek private samenwerkingsverbanden te ontwikkelen. Het bouwen aan vertrouwen door wederzijdse transparantie maakt het mogelijk om de agribusiness met de brede diversiteit van ondernemingen en organisaties te innoveren: systeeminnovatie.

Innovatienetwerk Agro-cluster

Bepaling innovatieagenda

Strategische AKK onderzoek programma's Co-innovatie- programma's

Agro-food ketens

Toepassingsgerichte innovaties coin098.ppt

Figuur 1 Positionering AKK in het agribusiness netwerk

De kernactiviteit van AKK bestaat uit het ontwikkelen, uitvoeren en afronden van co- innovatieprogramma's. De thema's waarop de co-innovatie programma's (zie hoofdstuk 2) worden ontwikkeld zijn complex en overschrijden de grenzen van individuele bedrijven en organisaties. In het co-innovatieprogramma wordt bottom up kennis ontwikkeld. Door het actief bevorderen van synergie en samenhang tussen de activiteiten worden nieuwe inzichten en ervaringen uitgewisseld en samengebracht. Op deze wijze wordt een bijdrage geleverd aan het oplossen van organisatieoverstijgende, complexe maatschappelijke vraagstukken.


8




Door de verankering van AKK in het bedrijfsleven-, kennis- en overheidsnetwerk is een pro- actieve wisselwerking mogelijk. AKK biedt het keteninnovatienetwerk een draaischijffunctie in het proces van geaccordeerd beleid naar uitvoering middels het mobiliseren van uiteen- lopende partijen, financiële middelen en de ontwikkeling van innovatieve samenwerkings- concepten. Co-innovatie sluit goed aan op het in ontwikkeling zijnde LNV agro-innovatie- fonds dat systeeminnovaties wil faciliteren in de investeringsfase.

Het instrument co-innovatie: programma's met pilotprojecten waarin bottom up door het bedrijfsleven samen met kennisinstellingen wordt geïnvesteerd en samengewerkt binnen een vooraf door de stakeholders (overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties) vastgesteld kader.

Een tweede pijler van de activiteiten is gericht op versterking van een vraaggestuurde ketenonderzoekstructuur, een ketenkennisinfrastructuur (zie hoofdstuk 3). Het bedrijfsleven heeft een grote behoefte aan meedenkende onderzoekers. Onderzoekers hebben behoefte aan sturing bij het onderzoek en benutting van de onderzoeksresultaten door marktpartijen. Door op diverse niveaus van de 'onderzoeksketen' overlegsituaties te creëren die interactie tussen kennisvragers en kennisaanbieders mogelijk maken, wordt de effectiviteit en efficiency van het onderzoek vergroot. Naast de directe interactie in de co-innovatie pilotprojecten worden verschillende activiteiten ontwikkeld binnen de onderzoeksinfrastructuur.

Resultaten van pilots hebben een signaalwerking voor de bedrijfsgenoten en samen met de wetenschappelijke onderbouwing worden de kansen en bedreigingen, de mythen en sagen etc. voor de ondernemers, beleidsmakers helder. De inzichten vormen tevens een belangrijke input voor de bijstelling en ontwikkeling van het strategisch beleid van ondernemingen, overheden en kennisinstellingen. Communicatie en kennisverspreiding is derhalve een derde pijler van de activiteiten (zie hoofdstuk 4).

`Toegevoegde Professionalisering waarde varkensvleesketens' biologische afzetketens'

Innovatieprogramma 2. `Duurzame Ketens' Limburg Co-innovatie `Food & Future' Voedselveiligheid- Ontwikkeling nieuwe Projectleiders- Co-innovatieprogramma's bijeenkomst

5. VIVAK Overleggroep Bestuurlijk - Biologische organisatorisch Communicatiemix Jaarverslag/ Landbouw per programma PromotieNetwerk Jaarplan 3. Ketenkunde 4. Kennisinfra- Comm. /kennis- Web-site structuur Chain Brain verspreiding

Leerstoel Bijdrage aan workshops en coin012c publicaties

Figuur 2 Kernactiviteiten van AKK, met hoofdstukverwijzing


9




Systeeminnovaties kunnen alleen dan plaatsvinden wanneer alle partijen betrokken worden in de verandering. Per thema worden de partijen gemobiliseerd. Het Bestuur AKK vormt een belangrijke afspiegeling van de agribusiness en waarnodig worden aparte - vaak tijdelijke - overlegsituaties gecreëerd (zie hoofdstuk 5).

Naast de inhoudelijke en organisatorische component dienen innovaties gefinancierd te worden (zie hoofdstuk 6). Het mobiliseren van privaat en publiek kapitaal in de vorm van kennis, mens/denkkracht en geld is een voorwaarde en een belangrijke toets voor daadwerkelijk draagvlak van de systeeminnovatie.


10




2. CO-INNOVATIEPROGRAMMA'S




Co-innovatie vormt de kerntaak van AKK. Alvorens een co-innovatieprogramma kan worden uitgevoerd gaat er een interactief ontwikkelingsproces van circa anderhalf jaar aan vooraf. Alle partijen, bedrijven, kennisinstellingen en overheid, dienen het eens te worden over inhoud, organisatie en financiering van de systeeminnovatie. De ontwikkelde aanpak heeft succes en heeft geleid tot twee concrete co-innovatieprogramma's: 'Toegevoegde waarde varkensvleesketens' reeds gestart in juli 1999 en 'Professionalisering van de biologische afzetketen' dat zal starten januari 2001.


2.1 Toegevoegde waarde varkensvleesketens

Achtergrond

Het programma Toevoegde waarde varkensvleesketens heeft in 2000 het eerste volle uitvoeringsjaar voltooid. Veel aandacht is uitgegaan naar het ontwikkelen van een samenhangende projectportfolio (zie bijlage 8).

De doelstelling van het programma is het realiseren van duurzame marktgerichte varkensvleesketens. Dit wordt bereikt door het bevorderen van samenwerking in ketens en netwerken en het ontwikkelen en toepasbaar maken van ketenkennis. Op deze wijze worden maatschappelijke knelpunten in de varkensvleesketens, zoals productveiligheid en dierwelzijn, mede opgelost. Daarnaast wordt de economische draagkracht van de ketens versterkt door het verhogen van de snelheid en efficiency waarmee het management van de bedrijven in de ketens kan inspelen op veranderingen in de markt.

Organisatie van activiteiten Toegevoegde waarde varkensvleesketen Ketenstrategie en Marktsegmentatie en
-organisatie ketendifferentiatie
Pilotprojecten

Integrale Ketenzorg Ketenoptimalisatie

Bestuurlijk/ Organisatorisch Strategisch Onderzoek Comm. PR. Inzet HAO programma's pilotprojecten Afstemming bedrijfsleven en onderzoek VIVAK Kennisverspreiding

Website Workshopcyclus Netwerkontwikkeling

coin013b

Figuur 3 Kernactiviteiten binnen het programma Toegevoegde Waarde Varkensvleesketen


11




In figuur 3 staan de belangrijkste activiteiten die in samenwerking met de betrokken bedrijven en kennisinstellingen worden uitgevoerd, te weten: pilotprojecten, kennis- verspreiding, de adviescommissie VIVAK (Vitale Varkensvlees Ketenkennisinfra- structuur) en bestuurlijke en organisatorische activiteiten.

Pilotprojecten

Het hart van het programma wordt gevormd door de ontwikkeling en uitvoering van pilotprojecten. In de pilotprojecten werken bedrijven in de varkensvleesketens gezamenlijk met kennisinstellingen aan het oplossen van concrete ketenkundige knel- punten op het gebied van ketenstrategie en ­organisatie, ketendifferentiatie, integrale ketenzorg en ketenoptimalisatie. Bij de start van het programma is in overleg met het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en het Ministerie van LNV bepaald op welke thema's de projecten in dienen te gaan. Zoals uit bijlage 7 blijkt, is een goede verdeling van projecten over de onderzoeksthema's bereikt. Het bestuur bepaalt aan de hand van de tabel de accenten voor de projectontwikkeling (zie ook het Jaarplan 2001 Stichting Agro Keten Kennis).

Een voorbeeld van een strategische samenwerking is het pilotproject Integraal Ketengarantiesysteem Varkensvlees (IKV) van de drie slachterijen, DUMECO, HENDRIX MEAT GROUP en STURKO, RIKILT, VVDO en SKOVAR. PVE werkt samen met de stuurgroep als adviseur. De wederzijdse posities en visie over het te bereiken resultaat zijn vastgelegd in de eerste reeds afgesloten fase van het project. De tweede fase is gestart waarbij de bestaande (keten)kwaliteitssystemen worden geïnventariseerd. Na de inventarisatie zal een pilotfase gestart worden en zal na de praktijktoets de systematiek ondergebracht worden in IKB. Kleinschaligere initiatieven krijgen in het programma eveneens aandacht. Zo zijn de projecten Varkensvlees met milieukeur, InnoMeat, Eerlijke Prijs/ Heerlijke Prijs en Heuvellandvarken voorbeelden van projecten waarin een groep varkenshouders gezamenlijk met andere ketenpartners de mogelijkheden onderzoeken om een specifieke afzetmarkt te gaan produceren. De uitgebreide projectbeschrijvingen zijn te vinden op de website www.akk.nl.

"Vertrouwen, eerlijkheid en respect vormen de basis voor iedere samenwerking. De productieketen moet zich bewust zijn van het product dat wordt voortgebracht. De consument verlangt garanties en traceerbaarheid van het product. We spreken dezelfde taal en hebben een gezamenlijk doel: een tevreden consument. Daarnaast creëren de partners een win-win situatie. Alle partijen hebben er dus belang bij." (dhr. R. Hendriks, A&P Holding)


12




Ervaringen tijdens de uitvoering van de pilotprojecten leren dat kritische succesfactoren bij uitvoering zijn:

- aandacht voor het leren samenwerken, tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven kennisinstellingen;

- creëren van openheid, vertrouwen commitment tussen en van alle participanten;
- flexibiliteit en creativiteit om van de vooraf afgesproken aanpak af te wijken;
- goede afstemming en samenhang met andere initiatieven binnen de eigen organisaties, AKK en de sector;

Kennisverspreiding

De pilotprojecten vervullen een brugfunctie tussen onderzoeker en praktijk. De meeste projecten zijn net opgestart. De leerervaringen tijdens de ontwikkeling en opstart van projecten zijn onder andere besproken in het Bestuur AKK en de projectleiders- bijeenkomst. Daarnaast zijn met het Hoger Agrarisch Onderwijs (HAO) afspraken gemaakt om docenten te betrekkenen bij de uitvoering en ontwikkeling van de pilot- projecten. De docent zal met name het samenwerkingsproces vastleggen, mogelijke knelpunten identificeren en middels gerichte training voor de projectdeelnemers de voortgang van het project bespoedigen.
De ervaringen worden vastgelegd in case beschrijvingen die gebruikt kunnen worden door de bedrijven en in het onderwijs. Het HAO is betrokken in de pilotprojecten Feed to Food, Eerlijk Prijs/Heerlijke Prijs en gesproken wordt over betrokkenheid in een derde pilotproject.

Om visie- en strategievorming ten aanzien van het realiseren van duurzame marktgerichte varkensvleesketens te ondersteunen is onder andere in samenwerking met Wageningen- UR de Workshopcyclus `Kracht door Ketenvisie' ontwikkeld en gestart. De hoofdthema's waarop de discussie plaatsvindt zijn Partnerships en strategische allianties in de varkensvleesketens en Doorkijk in de keten. Dit laatste thema wordt in samenwerking met ZLTO ontwikkeld. De Workshopcyclus wordt ingevuld middels diverse interactieve bijeenkomsten met de directie van bedrijven in de varkensvleesketens en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. De kennisinstellingen bereiden de bijeenkomsten inhoudelijk voor zodat een constructieve discussie plaats kan vinden op basis van kennis. Het PVE heeft besloten financieel mede te investeren in de Workshop- cyclus. Verder is afstemmingsvorm afgesproken tussen het DLO-programma `Nieuwe veehouderijsystemen' en de workshopcyclus, zodat de wederzijdse netwerken versterkt worden en waar nodig relevante kennis en ervaringen worden ingebracht.


13




De pilotprojecten besteden zelf de nodige energie om de resultaten en ervaringen te verspreiden, zowel in de eigen organisatie en ketens als naar de rest van de sector. In ieder projectplan is een kennisverspreidingsplan opgenomen. Aangezien de meeste pilotprojecten zich in de startfase bevinden of deze net afgerond hebben, heeft de kennisverspreiding zich met name gericht op communicatie en PR-uitingen en laten zien waar aan wordt gewerkt De AKK inspanningen zoals www.akk.nl zijn in hoofdstuk 4 uitgewerkt.

Versterking ketenkennisinfrastructuur

De adviescommisie VIVAK (VItale VArkensvlees Ketenkennisinfrastructuur, zie bijlage 5 voor deelnemers) is in 2000 voor de eerste maal bijeen geweest. Tijdens deze start- bijeenkomst is gezamenlijk met de deelnemers bepaald wat mogelijk uitgangspunten en doelstellingen van VIVAK kunnen zijn.

De meerwaarde van VIVAK ontwikkelt zich in de richting van:
- het verbeteren van de afstemming tussen vragers en aanbieders van ketenkennis voor de varkensvleesketens;

- het organiseren van een strategisch ketenonderzoekprogrammering mede op basis van de pilotprojecten;

- het ontwikkelen en uitbouwen van een netwerk tussen de deelnemende organisaties.
Hierbij is de uiteindelijke doelstelling het verder ontwikkelen van een responsieve vitale ketenkennisinfrastructuur teneinde de innovatiekracht van (marktgerichte) varkensvlees- ketens te vergroten.

"De sector heeft behoefte aan een definitief fundament voor organisatie van keten- netwerk. Met name de integratie van ketenborging, tracking & tracing etc. verdienen de aandacht. De overheid kan daarbij voor de nodige faciliteiten en een helder beleid zorgen om - door middel van co-innovatie - ketenstructuren te stimuleren."
(drs. M.B.J. Droste, Sturkomeat)

LNV-Begeleidingscommissie

Er is overleg geweest met de LNV Begeleidingscommissie (zie bijlage 4) en de AKK directie. De commissie ziet toe op de goede uitvoering van het co-innovatieprogramma en stelt accenten vast voor de thema's waarop pilotprojecten kunnen worden ontwikkeld.


14




Jaarlijks wordt besloten of het programma gecontinueerd wordt. Ook kan besloten worden tot het openstellen van nieuwe thema's of het schrappen van bestaande thema's. Daarnaast worden de aandachtspunten vastgesteld voor de organisatorische structuur- opbouw in de sector / kennisinfrastructuur.

Monitoring

In 2000 heeft voor het programma Toegevoegde waarde varkensvleesketens de eerste monitoringsronde plaatsgevonden. De monitoring is uitgevoerd door het bureau Wissenraet & Van Spaendonck. De resultaten uit de monitoring laten zien dat de eerste effecten van de resultaten uit de projecten zichtbaar worden, maar dat het nog te vroeg is om hier vergaande conclusies aan te verbinden. De onderstaande tabel geeft een goed overzicht van de samenwerkingsverbanden die middels het co-innovatieprogramma ontstaan.

Tabel 1: De ontstane samenwerkingsverbanden in het programma `Toegevoegde waarde varkensvleesketens'
Samenwerking tussen: Percentage waarmee de Waardering van de samenwerking nieuw is samenwerking (score 1-5)

Bedrijven en andere bedrijven 58% 3.6

Bedrijven en kennisinstellingen 78% 2.8

Kennisinstellingen en andere 56% 3.1 kennisinstellingen

Kennisinstellingen en bedrijven 57% 4.0

Bron: Wissenraet & Van Spaendonck, februari 2001

Belangrijke conclusies en aanbevelingen uit de monitoring zijn:
- de projectdeelnemers verwachten positieve effecten op de bedrijfsvoering, zoals: versterking innovatief vermogen, toetreding tot nieuwe markten, verbetering kwaliteitsborging en verbeterende informatieuitwisseling;
- er zijn veel nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan (zie tabel 1);
- er bestaat een goede samenhang tussen de projecten in AKK-verband alsook met andere initiatieven in de sector;

- de ontwikkelde kennis in de pilotprojecten biedt goede mogelijkheden voor kennis- doorstroom naar strategisch onderzoek en/of contractresearch en andere sectoren.
- De verbetering van de relatie tussen de kennisinstellingen en bedrijfsleven blijft een belangrijk punt van aandacht.


15




2.2 Professionalisering van Biologische afzetketens: `Het beste van twee werelden'

Achtergrond

Het Ministerie van LNV heeft AKK gevraagd om in nauwe samenwerking met Platform Biologica en het Innovatienetwerk Groene Ruimte en Agrocluster (voormalig NLRO) een verkenning uit te voeren naar de knelpunten in de afzetketens van biologische producten. Deze verkenning is in maart aan het ministerie aangeboden. Voorts heeft het ministerie door KPMG een knelpuntenstudie biologische landbouw laten verrichten. AKK heeft een bijdrage geleverd aan de begeleiding van dit onderzoek. Bovengenoemde activiteiten hebben mede de input geleverd voor de beleidsnota Biologische Landbouw 2001-2004 "Een biologische markt te winnen" van het Ministerie van LNV.

Co-innovatieprogramma Professionalisering van Biologische afzetketens

De gewenste opschaling van biologische productie, verwerking en afzet vraagt om een zorgvuldige en professionele aanpak. Alleen op deze wijze kunnen de consumenten- wensen en maatschappelijke wensen snel en effectief gerealiseerd worden. Hiervoor zijn nieuwe arrangementen nodig tussen ondernemers in de keten, het betrokken kennis- netwerk, de overheid en de maatschappelijke organisaties en innovaties op systeem- niveau. In het kader van de beleidsnota heeft het Ministerie van LNV aan AKK de opdracht gegeven om het instrument co-innovatie te ontwikkelen. Dit heeft geresulteerd in het co-innovatieprogramma "Professionalisering van de Biologische Afzetketen: het beste van twee werelden".

Het co-innovatieprogramma is opgesteld in nauw overleg met LNV-medewerkers, Platform Biologica, Wageningen-UR en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. In november is de programmabeschrijving aangeboden aan het ministerie van LNV. Eind van het jaar heeft het ministerie de voorgestelde aanpak goedgekeurd. De uitvoering van het co-innovatieprogramma 'Professionalisering van de biologische afzetketen' zal starten in januari 2001 met een looptijd van vier jaar. De totale projectomzet bedraagt 16 miljoen.

Jac Meijs Coördinator Biologische Landbouw van Wageningen-UR: "De biologische afzetketen heeft nieuwe kennis nodig op diverse gebieden. Waar de sector behoefte aan heeft is systeeminnovatie. Een cultuuromslag naar innovatief ondernemerschap op basis van maatschappelijk verantwoorde productie. Een systeeminnovatie kan alleen worden gerealiseerd met behulp van interactie tussen alle partijen. Het AKK-programma `Professionalisering van biologische afzetketens' biedt hiervoor het instrumentarium."


16




De kern van het co-innovatieprogramma is:
Professionalisering van een door de consument en marktpartijen gestuurde biologische afzetketen teneinde een substantiële, duurzame volumegroei te realiseren. Hiervoor dienen nieuwe ketenconcepten, kennis- en samenwerkingsverbanden te worden ontwikkeld en wordt de kennisinfrastructuur die een bijdrage levert aan de gewenste ontwikkeling verder uitgewerkt.
De programmaorganisatie sluit aan op de zich ontwikkelende netwerkstructuren in de sector waaronder de Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw.

Door het verbinden van de biologische productie met de afzetstructuur voor reguliere producten richting supermarkten en food-service, is de verwachting dat een forse groei van het marktaandeel van biologische producten mogelijk is (zie figuur 4 ). Voorwaarde is dat nieuwe samenwerkingsvormen op basis van zakelijke overeenkomsten kunnen ontstaan. Daarbij wordt gedacht aan overeenkomsten op het gebied van de logistiek, ICT-structuur, kwaliteitsstructuur, marketing, R&D, risicodeling etc. Nieuwe ketenkennis is nodig om de twee netwerken en culturen te koppelen. Eén van de randvoorwaarden hierbij is behoud van identiteit van de biologische productie / afzetsector en de reguliere productie en afzet.

Consument

Distributiekanalen
* Retail
* Foodservice Reguliere Bio- productie Food en non-food logisch en afzet * Vers
* Bewerkt
* Verwerkt Co-innovatie

coin058

Figuur 4: Positionering van een co-innovatieprogramma biologische afzetketen

Er is afgesproken dat het co-innovatieprogramma, naast de economische stimulans, ook de ontwikkeling van een responsieve vitale ketenkennisinfrastructuur bevordert. De coördinatiepunten (Coördinatiepunt Voor Ketenkundige Vraagstukken en Studies (Wageningen-UR), TNO, HAS Ketenkring en het Innovatiecentrum Biologische Landbouw van Wageningen-UR) en het Louis Bolk instituut zullen actief worden ingezet.


17




Convenant Marktontwikkeling Biologische Landbouw

Stichting AKK heeft een ondersteunende rol gespeeld bij het opstellen van het Convenant Marktontwikkeling Biologische Landbouw, eveneens een voortvloeisel uit de beleidsnota "Een biologische markt te winnen" van het Ministerie van LNV. Dit convenant zal naar verwachting in maart 2001 ondertekend worden door diverse partijen: LNV, CBL, LTO Nederland, Platform Biologica, Stichting Natuur en Milieu, Rabobank Nederland en de Triodos Bank.

De concrete doelstelling van het convenant is:
In 2004 hebben biologische producten, voor een acceptabele prijs voor alle partijen, dus van consument tot en met de boer / voortbrenger in de keten, in Nederland een markt- aandeel van gemiddeld 5% van de consumentenbestedingen aan voedingsmiddelen.

Hiervoor zal het Actieprogramma Marktontwikkeling Biologische Landbouw 2001-2004 worden uitgevoerd.

Voor de uitvoering van het Actieprogramma is door de convenantpartijen een Task Force gevormd. Eén van de taken van deze Task Force wordt het adviseren van het Bestuur AKK over pilotprojecten die in het kader van het co-innovatieprogramma "Professionalisering van de biologische afzetketen" worden ingediend.

Dick Onrust, voorzitter Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw: "Een vaste groep regelmatige kopers kiest nu uit ideologische overwegingen voor producten met het EKO-keurmerk. Daarnaast bestaat een grote groep consumenten die eerder voor biologische producten zouden kiezen wanneer presentatie, kwaliteit, uniformiteit en communicatie beter worden ingevuld door de keten. Deze groep is echter onvoldoende bekend met het biologische product. De vraag overstemt op dit moment het aanbod en dat werkt de import in de hand, terwijl afstemming van het aanbod op de vraag een kans betekent voor de Nederlandse agrarische sector."

2.3 Duurzame Agroketens- en Clusters

Conform de LNV beleidsnota Voedsel en Groen zijn de eerste stappen gezet richting concretisering van het co-innovatieprogramma Duurzame Agro-foodketens en -Clusters.

Op basis van gesprekken en analyses is een positionpaper opgesteld. De stelling is dat verwacht wordt dat een benutting van de keten- en netwerkbenadering (economie) voor de ontwikkeling van nieuwe duurzaamheidsconcepten betere en nieuwe mogelijkheden oplevert. De koppeling van milieu aan economie zal het proces van verduurzaming van het agrocluster versnellen.


18




Het onderwerp duurzaamheid heeft vele facetten. Er is met de verschillende beleids- directies van LNV overleg gevoerd om een werkvorm te vinden die rekening houdt met de vele facetten. Het interdepartementale karakter en de complexiteit van het vraagstuk vragen om een vernieuwende interactieve aanpak. AKK is lid van de interdepartementale werkgroep "Duurzame productenbeleid".

Het agro-industriële complex heeft veel vraagstukken op het gebied van "maatschappelijk verantwoord ondernemen". De thema's als energie, retourstromen, duurzame grond- stoffen, water en transportpreventie bevatten duidelijke ketendimensies en staan sterk in relatie tot elkaar (zie figuur 5).

Thema's Duurzame Ketens Hernieuw- Co- Rest- bare Vervoer- Energie Water ...... innovatie stromen grond- preventie stoffen

Co- Strategisch innovatie onderzoeks- projecten Integratie projecten lijnen

Concrete uitvoeringsgerichte projecten door consortia coin056

Figuur 5: Thema's en organisatie van het co-innovatieprogramma Duurzame Agroketens en -Clusters

De mogelijkheden voor opstart van een co-innovatieprogramma worden per thema bekeken. Afhankelijk van het thema kunnen een of meerder er ministeries betrokken worden bij de opzet en uitvoering van het co-innovatieprogramma.

Voor het thema "Reststromen" is in opdracht van LNV een haalbaarheidsstudie gestart die met begeleiding van AKK wordt uitgevoerd door ARCADIS IMD. Voor andere thema's zoals "Ketens en energie" zijn in 2000 voorbereidende gesprekken gevoerd met NOVEM en LNV. Het opstarten van nieuwe samenwerkingsvormen ten behoeve van een co-innovatieprogramma zal in 2001 verder plaatsvinden.

"Het is de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven om zo goed mogelijk om te gaan met de wensen van de gemeenschap. We streven naar maatschappelijk draagvlak voor de manier waarop we onze bedrijfsactiviteiten uitoefenen." (dhr. Ch.E. Dutilh, Unilever / Stichting DuVo)


19




Samen met Stichting Duurzame Voedingsmiddelen (DuVo), een consortium van gerenommeerde bedrijven in de voedingsmiddelenketen, is de positie en rol van de Stuurgroep DuVo bepaald tijdens de ontwikkeling en uitvoering van het co-innovatie- programma. Deze samenwerking betekent concreet dat DuVo actief zal bijdragen aan de ontwikkeling van het programma en tijdens de uitvoering diverse pilotprojecten zal ontwikkelen en de doorstroom van kennis naar het bedrijfsleven zal bevorderen. Voor de onderbouwing van de aanpak zijn diverse gesprekken gevoerd met individuele (voedings- middelen)bedrijven om projectideeën te signaleren.

2.4 Co-innovatieprogramma `Food en future'

Voor de verbetering van het innovatief vermogen van het Limburgse Midden- en Klein- Bedrijf is vier jaar geleden het Regionaal Technologie Plan (RTP) gestart. Ervaringen met het RTP waren voor de provincie Limburg aanleiding om samen met het agro- industriële bedrijfsleven een innovatieplan uit te werken voor de agro-food sector. De speerpunten in het vernieuwingsproces in de agro-food sector (uit de RTP matrix) zijn voor de provincie Limburg:

- sensibiliseren;

- samenwerken.

Tegen deze achtergrond is in samenwerking met het bedrijfsleven (vertegenwoordigd door de KvK Venlo, Stichting Food en Future, LLTB), Syntens, Wageningen-UR en de Provincie Limburg de mogelijkheid onderzocht voor ontwikkeling en uitvoering van een co-innovatieprogramma `Food & Future'.

De doelstellingen van het programma zijn versterking en ontwikkeling van een Limburgs innovatie- en kennisnetwerk en de realisatie van concrete pilotprojecten. Deze ambitie is verwoord in een gezamenlijk opgesteld co-innovatieprogrammavoorstel waarin de mogelijk inhoud, organisaties en financiering beschreven staan.

"AKK is een uitstekend platform waarbinnen de overheid in samenwerking met het bedrijfsleven kennis kan ontwikkelen om gezamenlijk vorm te geven aan de versterking van de concurrentiepositie van de agrarische sector." (dhr. K. van Rooij, Limburgse Land- en Tuinbouw Bond)

De verdere concretisering en ontwikkeling van het programma is mede afhankelijk van besluitvorming vanuit Brussel over de criteria en mogelijkheden voor de ontwikkeling van een regionaal co-innovatieprogramma.


20




2.5 Versterking van de voortbrengingsketens in de Pluimveesector

Ten aanzien van het thema `Versterking van de voortbrengingsketen in de pluimvee- sector' is - in samenwerking met HAS KennisTransfer - een Strategische Verkenning uitgevoerd. Het bedrijfsleven heeft tijdens een goed bezochte workshop de conclusies en aanbevelingen onderschreven. Op basis van de verkenning hebben gesprekken met LNV plaatsgevonden. De inbedding van de resultaten in het LNV-beleid is nog een onderwerp van gesprek.

2.6 Ketengarantiesystemen voor de borging van voedselveiligheid

Rond het thema voedselveiligheid blijkt uit analyses en gesprekken met stakeholders dat een groot draagvlak bestaat voor ontwikkeling van een co-innovatieprogramma. In bijna alle pilotprojecten en gesprekken met het bedrijfsleven blijkt de grote aandacht voor het goed organiseren en borgen van de keten.

Immers investeringen in de markt en productontwikkeling zonder een goede keten- garantiestructuur renderen op lange termijn niet. Incidenten kunnen bij gebrek aan goede systemen niet afgedaan worden als een calamiteit en ten koste gaan van de integriteit van de bedrijven in de keten. Knoeiers bepalen te veel het imago van een keten of een sector.

De complexiteit van het voedselveiligheidsvraagstuk in ketenverband stijgt boven de individuele belangen en mogelijkheden van partijen uit. De overheid, toezichthouders, bedrijven, koepels en kennisinstellingen zijn allemaal partij. Vragen over de inhoud (normen, controlepunten, sanctionering, tracing en tracking etc,), de organisatie (wie is waar verantwoordelijk voor) en de financiering (ontwikkeling, toezicht etc) van keten- garantiesystemen zijn complex. Niet alleen de ontwikkeling van het 'technische' deel van het systeem vraagt nog veel onderzoek maar ook de acceptatie door alle partijen vraagt om een verregaande dialoog en vormen van samenwerking.

Bovengenoemde vraagstukken zijn voor het Bestuur AKK aanleiding geweest om middelen vrij te maken uit het co-innovatieontwikkelingsfonds om te verkennen of er meerwaarde en draagvlak is voor de ontwikkeling van een co-innovatieprogramma. De verkenning vindt in 2001 plaats en wordt - gelet op het internationale karakter - samen met Agri Chain Competence Centre (ACC) uitgevoerd..

Op verzoek van het ExpertiseCentrum LNV is AKK lid geweest van de Klankbordgroep Kwaliteitszorgsystemen in de agroketens en voedselveiligheid. In november is het eindrapport opgeleverd.


21





3. VERSTERKING VAN DE KENNISINFRASTRUCTUUR
3.1 Achtergrond

Co-innovatie heeft naast het versterken van economische structuren als doel, het versterken van de ketenkennisinfrastructuur. De ketenkennisinfrastructuur is het (virtuele) netwerk van kennisinstellingen dat zich bezighoudt met ketenonderzoek. Om de resultaten uit pilotprojecten maximaal te benutten is een goede verankering van de resultaten in de kennisinfrastructuur nodig. In de kenniseconomie draait het steeds meer om 'combinatiekennis'. Hoe sneller en complexer innovatie verloopt, hoe meer het erop aankomt de kennis van verschillende soorten specialisten efficiënt en creatief te combineren1 en vervolgens toe te passen. De ambitie van AKK is dat de kennis- instellingen zorgdragen voor kennismanagement van de relevante ketenkennisthema's voor de totale agro-food business.

Kennismanagement heeft als kern, het verhogen van de productiviteit en efficiëntie van kenniswerk1. De term 'kenniswerk' geeft aan dat kennis een belangrijke productiefactor is binnen organisaties, die zoals alle andere productiefactoren 'gestuurd' kan en moet worden. Alleen gegevens en informatie kunnen worden uitgewisseld. Informatieoverdracht alleen is echter geen kennisoverdracht2, omdat er geen sprake is van het delen van ervaringen, vaardigheden en attitudes. Kennismanagement wordt daarom gezien als het faciliteren van leerprocessen en een `kennisvoorraad' kan in die opvatting niet bestaan.

Informatievoorraad

Kennis- Kennis- Kennis- vraag ontwikkeling deling Binnen AKK/VIVAK

Kennis- toepassing

coin127

Figuur 6: Elementen van kennismanagement3


22




Kennismanagement vraagt om visie, organiserend vermogen, vraagarticulatie, kennis- ontwikkeling, -deling en ­toepassing, maar ook om kennisopslag en -ontsluiting (zie figuur 6).

Gelet op het multidisciplinaire karakter van ketenonderzoek kan niet één kennisinstelling verantwoordelijk worden gesteld voor het kennismanagement van de co-innovatie- programma's . Een heel netwerk van onderzoekers dat werkzaam is bij verschillende kennisinstellingen is actief in de co-innovatieprogramma's. De verschillende kennis- instellingen hebben kerndeskundigheden die op elkaar aansluiten. Als onderdeel van de missie en doelstellingen van AKK worden diverse activiteiten ontwikkeld om het benodigde responsieve netwerk te ontwikkelen.

Per co-innovatie thema wordt een netwerk ontwikkeld met de relevante kennis- instellingen, teneinde de verschillende elementen van kennismanagement in te vullen. AKK ontwikkelt en regisseert dit netwerk als onafhankelijke partij. De inhoudelijke wetenschappelijke kwaliteitsbewaking is de verantwoordelijkheid van de kennis- instellingen.
Het netwerk kan verschillende functies verzorgen:
- een aanspreekpunt (soort virtueel loket) voor kennisvragers om onderzoek te initiëren en coördineren bijvoorbeeld door een database van lopend onderzoek bij kennis- instellingen op dit gebied;

- een virtuele organisatie bestaande uit een netwerk van kennisinstellingen waar (inter)nationaal gerespecteerde wetenschappers gezamenlijk onderzoek doen;
- het laten samenwerken van verschillende disciplines (bijvoorbeeld een econoom met een microbioloog) ;

- een makel-/schakelfunctie tussen vragers en aanbieders;
- een koppeling van financieringsstromen volledig op project/programmabasis in combinatie met de structurele financiering vanuit de deelnemende kennisinstellingen.
- uitvoeren van programeringsstudies;

- doorstroom van de kennis en vaardigheden naar onderwijs en ondersteunen bij reguliere onderwijsactiviteiten.

3.2 Activiteiten

Ter versterking van de ketenkennisinfrastructuur is, naast de netwerkontwikkeling gekoppeld aan het programma Toegevoegde waarde Varkensvleesketens, een groot aantal activiteiten gefaciliteerd en uitgevoerd.


23



Onderstaande activiteiten zijn ter versterking van de ketenkennisinfrastructuur, naast de netwerkontwikkeling gekoppeld aan het programma Toegevoegde waarde Varkensvlees- ketens, uitgevoerd:

- presentatie in het bestuur AKK van de hoogleraar Ketenkunde over de stand van zaken en de geplande activiteiten met betrekking tot de ontwikkeling van Ketenkunde;
- stimuleren van strategisch onderzoek middels de medefinanciering van promotie- onderzoek (10x) zie bijlage 6 voor thema's van de onderzoeken;
- organisatie van Chain Brain bijeenkomsten (5x) waarin de promovendi onderling kennis en ervaringen uitwisselen en afstemming plaatsvindt met de hoogleraar Ketenkunde;

- uitvoering van de `midterm review' van de AKK promotieonderzoeken;.
- organisatie van een Masterclass Keten- en Netwerkkunde met promovendi, promotoren en begeleiders van de promotieonderzoeken;.
- medefinanciering en bijdrage aan de organisatie van de wetenschappelijke conferentie
4th International Conference on Chain Management'';
- onderhouden van een goede relatie met het Internationale Kenniscentrum i.o. voor Keten- en Netwerkkunde KLICT;

- input geven aan de opstellers van de strategische researchagenda van de betrokken kennisinstellingen;

- deelname aan begeleidingscommissies van de strategische onderzoeksprogramma's en programmeringstudies: `Succes en faalfactoren van agrificatie, DLO-289', Na-oogst fysiologie en productkwaliteit, DLO-290', `Ontwikkeling van systemen voor besturing en optimalisatie van agro-industriële ketens, DLO- 335', Kwaliteit en technologie van dierlijke producten'.

3.3 Midterm review promotieonderzoek

De AKK promotieonderzoeken zijn gestart in 1997/1998 (zie bijlage 6 voor thema's). Om de voortgang en de relatie met het vakgebied Ketenkunde te monitoren heeft het afgelopen jaar een midterm review plaatsgevonden onder de tien promotieonderzoeken. De belangrijkste aanbevelingen vanuit de midterm review zijn:
- de definiëring en beschrijving van het vakgebied Ketenkunde verder invullen en daarbij actief gebruik maken van het netwerk van onderzoekers dat bij de onderzoeken betrokken is;

- een afsluitend boek te publiceren waarin Ketenkunde uiteen wordt gezet en de synergie en samenhang tussen de onderzoeken duidelijk wordt.

De Task Force Ketenkunde heeft de aanbevelingen overgenomen en de eerste aanzetten om de aanbevelingen te concretiseren hebben plaatsgevonden. Zo wordt per Chain Brain een autoriteit op een deelaspect van de Ketenkunde uitgenodigd om in discussie te gaan met de promovendi om de begrippenkaders aan te scherpen en de plaats van het eigen promotieonderzoek duidelijk te krijgen.


24




Het ontwikkelde raamwerk Keten- en Netwerkkunde, waarin ook de AKK-promovendi geplaatst zijn, ondersteund de promovendi. Tijdens de Masterclass is het raamwerk besproken en getoetst. Het raamwerk geeft inzicht in de synergie en samenhang tussen de onderzoeken.

Om uiteenlopende redenen zijn het afgelopen jaar drie promotieonderzoek gestaakt. De nog openstaande onderzoeksmiddelen worden ingezet voor het goed afronden van de onderzoeken en het verder invulling geven aan de aanbevelingen uit de midterm review.


25




4. COMMUNICATIE EN KENNISVERSPREIDING

4.1 Doelen

Ter ondersteuning van de uitvoering van de co-innovatieprogramma's en de verspreiding van de ontwikkelde ketenkennis is een actief communicatie en kennisverspreidingsbeleid belangrijk.
De communicatie en kennisverspreiding uit zich voor AKK op twee niveaus. Zo zijn er activiteiten uitgevoerd op corporate- en individueel programmaniveau.

Op corporateniveau is de communicatie vooral gericht op het toelichten van de positionering en werkwijze van AKK bij overheden (provinciaal, nationaal en inter- nationaal), bedrijfsleven, intermediaire organisaties en kennisinstellingen met als doel: het versterken van de positionering en het ontwikkelen van nieuwe co-innovatie- programma's.

De communicatie op programmaniveau is er op gericht om:
- de doelen en mogelijkheden van het programma onder de aandacht van de doelgroepen te brengen;

- de impact en resultaten van het programma en de pilotprojecten toe te lichten.
4.2 Instrumenten

Door de projectdirecteur en projectregisseurs zijn lezingen verzorgd en bijdragen geleverd aan opiniërende artikelen in vakbladen en rapporten. In bijlage 10 is een overzicht gegeven van de gehouden lezingen en verschenen publicaties.

Om flexibel en maatgesneden de communicatie op een specifieke doelgroep af te kunnen stemmen is het instrument `Kennisgeving' ontwikkeld. De Kennisgeving is een standaard lay-out waarop de informatie voor elke doelgroep wordt aangepast. Het afgelopen jaar is een kennisgeving ontwikkeld om uitleg over de inhoud het co-innovatie-instrument en is er een Engelstalige versie uitgebracht speciaal voor het 4th International Conference on Chain Management. AKK is tevens sponsor geweest voor dit congres.

Speciale aandacht heeft de website www.akk.nl gekregen. Door twee studenten van de HIO is bij de bezoekers geïnventariseerd op welke wijze de website beter aansluit op de behoeften van de doelgroepen. De heeft geresulteerd in een complete andere opzet en inrichting van de website en is tegemoet gekomen aan de behoeften van de bezoekers naar een site die overzichtelijker, interactiever en gebruiksvriendelijker is (rapport is verschenen op de website). De introductie van de nieuwe site vindt in 2001 plaats.


26




Beschrijvingen van pilotprojecten en projectenresultaat zijn ingebracht in de AKK- PROVE (projectenoverzicht) database. In totaal is de PROVE database gevuld met circa honderd lopende en afgeronde ketenprojecten in verschillende Agro-Food sectoren. De database wordt middels de nieuwe site ook direct toegankelijk via internet.

In het kader van het programma Toegevoegde waarde varkensvleesketens zijn vier Nieuwsbrieven verschenen en is een communicatieplan ontwikkeld om de nieuwe speerpunten van het programma onder de aandacht van de doelgroepen te brengen. Voor een snelle start van het Programma `Professionalisering van Biologische Afzetketens' is met als motto `Het beste van twee werelden' een communicatiemix ontwikkeld bestaande uit twee kennisgevingen, één voor kennisinstellingen en één voor bedrijven, een persbericht, en een Nieuwsbrief. Uitvoering hiervan vindt plaats begin 2001.


27





5. BESTUURLIJK EN ORGANISATORISCHE ONTWIKKELINGEN
De onderstaande figuur geeft de bestuurlijke- en organisatiestructuur weer voor uitvoering van de co-innovatieprogramma's. Ter ondersteuning van de uitvoering en voor de vergroting van het draagvlak van de co-innovatieprogramma's is een aantal andere overlegstructuren opgezet. Dit zijn de LNV- begeleidingscommissie, de projectleidersbijeenkomst en het al eerder genoemde VIVAK-overleg.

Organisatie Stichting Agro Keten Kennis

Agro-bedrijfsleven Adviseur LNV-DWK WUR, TNO

Bestuur AKK

Bureau AKK LNV-begeleidingscie Task Force Adviescollege

Toegevoegde Professionalisering waarde van de biologische varkensvleesketens afzetketen

Pilotprojecten Pilotprojecten

coin009 Projectleiderbijeenkomst

Figuur 7 Organisatie Stichting AKK

Bestuur AKK
Het bestuur heeft een belangrijke netwerk- en beleidsontwikkelingstaak bij de nieuwe en bestaande co-innovatieprogramma's. De samenstelling met vertegenwoordigers uit verschillende schakels in de keten, de kennisinfrastructuur en overheid, maakt het mogelijk om als onafhankelijk college van deskundigen, pilotprojectaanvragen - van in uitvoering genomen co-innovatieprogramma's - te beoordelen (zie bijlage Bestuursleden). Het Bestuur is viermaal bijeengeweest. Mevrouw Holthuijzen heeft na jarenlange bestuurlijke inzet haar bestuurstaken overgedragen aan prof.dr.ir. K. van 't Riet, eveneens van TNO-Voeding.

Het Bestuur vervult tevens de rol van Task Force Ketenkunde die toeziet op een correcte uitvoering en afronding van de AKK Promotieonderzoeken (inhoudelijk en financieel) en de leerstoel Ketenkunde.


28




Bureau AKK
Het bureau AKK bestaat uit deskundigen op het gebied van co-innovatieprogramma's en pilotprojecten; ontwikkeling, uitvoering en monitoring. De benodigde expertise en capaciteit wordt verzorgd door COKON (directie, projectregie, controller, secretariaat, receptie), Berk (accountant en financiële en juridische advisering), Van der Zande Advies (communicatie/pr) en Wissenraet & Van Spaendonck (monitoring).

Projectleidersbijeenkomst
Ter bevordering van de synergie en samenhang tussen de pilotprojecten en co-innovatie- programma's is een eerste projectleidersbijeenkomst georganiseerd. Het creëren van een `community' gevoel is belangrijk. Gezien de complexiteit van de pilotprojecten is het opbouwen van een netwerk waarin de projectleiders elkaar kunnen vinden en van elkaar leren belangrijk. Tijdens de projectleidersbijeenkomst wordt aandacht geschonken aan de gemeen- schappelijke knelpunten die projectleiders ervaren bij de uitvoering van de ketenprojecten. Het thema van de eerste bijeenkomst is geweest: Van idee naar projectuitvoering, aangezien de meeste pilotprojecten zich in de startfase bevinden.

Vereenvoudigde procedure
Het opstarten van de pilotprojecten is geen eenvoudige zaak. Redenen hiervoor zijn onder andere cultuurverschillen tussen de bedrijven onderling en tussen ondernemers en onder- zoekers. Eveneens is het voor bedrijven vaak lastig tot een goede vraagformulering te komen en is de betrokkenheid van sommige kennisinstelling bij opstart van de pilotprojecten gering. De aanlooptijd voor ontwikkeling van pilotprojecten bedraagt circa vijf maanden. Om deze knelpunten weg te nemen is in 2000 een procedure uitgewerkt voor ondersteuning van ontwikkeling van projecten. Kansrijke ideeën worden aan het Bestuur AKK voorgelegd waarna bij goedkeuring middelen beschikbaar komen voor het inhuren van kennisinstellingen bij het opstellen van het projectplan en vergroting van het draagvlak.

Afronding ICES-project Agro Keten Kennis
In 2000 hebben afsluitende en evaluatie werkzaamheden plaatsgevonden van het ICES- project Agro Keten Kennis 1994-1999. Van de acht ICES-KIS projecten is het AKK-project met de hoogste overall score `goed' beoordeeld . Deze hoge score is te danken aan de actieve wijze waarop alle partijen (bedrijven, LNV en kennisinstellingen) hebben geparticipeerd. Deze score vormt een goede basis voor verdere ontwikkeling en uitvoering van de co- innovatieprogramma's.


29





6. FINANCIEN

De kosten die gemoeid zijn met voorgaande activiteiten vallen uiteen in de volgende hoofdgroepen:

1. Ontwikkeling van nieuwe co-innovatieprogramma's.
2. Uitvoering van co-innovatieprogramma's met als belangrijkste kostenpost de financiering van de pilotprojecten en faciliterende activiteiten.
3. Corporate activiteiten.

Voor de verschillende activiteiten is een financieringsformule ontwikkeld zodat alle partijen publiek en privaat ieder 50% van de kosten dragen.

6.1 Ontwikkeling van nieuwe co-innovatieprogramma's

Voor ontwikkeling en verder inventarisatie van relevante en kansrijke thema's waarop co-innovatie als instrument ingezet kan worden, heeft het Bestuur AKK een Co-innovatie ontwikkelingsfonds ingesteld. In 2000 is 120.000 geïnvesteerd in de ontwikkeling van nieuwe programma's voor de thema's Professionalisering van de biologische afzetketens, Duurzame Agroketens en -Clusters, Professionalisering van de Pluimveeketen, Innovatie- programma Limburg.
Voor de aanvulling van het fonds wordt een bijdrage gevraagd van de deelnemers in de lopende co-innovatieprogramma's.
Wanneer er in een vroeg stadium geen draagvlak (inhoudelijk en financieel) is, wordt een thema niet verder ontwikkeld.
Wanneer er voldoende draagvlak is bij de belanghebbenden van het nieuwe thema worden de ontwikkelingskosten, voor de verdere uitwerking en concretisering van dit thema tot een co-innovatieprogramma, direct in rekening gebracht bij de opdracht- verstrekker. Als er na deze ontwikkelingsfase voldoende draagvlak is, worden op basis van een goede inhoud en organisatie financiële middelen gegenereerd. Voor alle partijen die investeren in co-innovatie is een hefboomwerking aanwezig en wordt effectiviteit van de inzet van de schaarse middelen vooraf getoetst door alle partijen.

Het co-innovatie ontwikkelingsfonds is onderdeel van de voorziening `Ontwikkeling en Afwikkeling projecten'. Zie onderstaand overzicht voor het verloop van deze voorziening in 2000. De totale ontwikkelingskosten, inclusief afbreukrisico, afgezet tegen de totale programmaomzet bedragen circa 1%.


30




Overzicht voorziening ontwikkeling en afwikkeling projecten

Saldo 1 januari 2000 463.213 Af: Bijdrage 4th International Conference 50.000 Investeringen ontwikkelingen 2000 120.000 170.000 Saldo per 31 december 2000 293.213

6.2 Uitvoering van co-innovatieprogramma's

In 2000 is één programma uitgevoerd: 'Toegevoegde waarde Varkensvleesketens'. Er zijn twee pilotprojecten afgesloten, er zijn twaalf pilotprojecten in uitvoering, en circa vijf pilotprojecten in ontwikkeling.

Overzicht deelprojecten programma `Toegevoegde waarde Varkensvleesketens'

Per 31 december 2000 (x 1.000)
Projecten in ontwikkeling 3.137
Lopende projecten 8.236
Gerealiseerde projecten 424
Verwachte extra inzet *) 60
Onbenoemd 8.203
Totaal 20.060


*) De verwachte extra inzet is gebaseerd op de gerealiseerde projecten en de begrotingen van de lopende projecten.

Uit de begrotingen van de goedgekeurde projecten blijkt dat de gewenste verdeelsleutel van 50% bedrijfsleven, 25% kennisinstellingen en 25% LNV nagenoeg wordt gerealiseerd. Uit de eerste gerealiseerde projecten blijkt hetzelfde beeld, zie onderstaand overzicht.

Overzicht bijdragen deelprojecten programma `Toegevoegde waarde varkens- vleesketens'
Goedgekeurde projecten Gerealiseerde projecten per 31 december 2000 x 1.000 % x 1000 % Bedrijfsleven 4.428 51 236 56 Kennisinstellingen 2.057 24 95 22 LNV 2.154 25 93 22 Totaal 8.639 100 424 100


31




De dekking van de bureaukosten wordt middels een 8% opslag over de projectomzet gerealiseerd.

Bureaukosten programma `Toegevoegde waarde varkensvleesketens'

Begroting Realisatie Directie, projectregie en bureaukosten 240.000 240.000 Fiscale, juridische en financiële expertise 27.500 27.500 Communicatie/PR 50.000 47.170 Derden 2.500 7.250

Totaal 320.000 321.920

6.3 Corporate activiteiten

De corporate activiteiten bestaan in 2000 uit algemene beheersactiviteiten, activiteiten ten behoeve van de Task Force Ketenkunde, afronding ICES-project AKK en de kosten van niet in de programma's opgenomen projectregieactiviteiten. De kosten van de activiteiten worden volledig gefinancierd door de opdrachtgevers met uitzondering van de kosten met betrekking tot de Task Force Ketenkunde. Deze worden gefinancierd uit de rentebaten. In 2000 zijn de rentebaten hoger dan de kosten. Het positieve saldo ad. 19.147 is gereserveerd voor toekomstig activiteiten voor strategische Ketenonderzoek.

Kosten corporate activiteiten
Begroting Realisatie Directie, projectregie en bureaukosten 290.000 227.196 Fiscale, juridische en financiële expertise 50.000 29.980 Communicatie/PR 20.000 0 Derden 0 33.374 Rentebaten ­20.000 ­ 48.490 Onvoorzien 0 30.247 Totaal 340.000 272.307

Het verschil tussen de realisatie en de begroting is voor een belangrijk gedeelte te verklaren doordat het co-innovatieprogramma `Professionalisering Biologische Afzet- keten' pas in 2001 start in plaats van het jaar 2000. Daarnaast zijn derden ingehuurd voor ondersteuning bij de uitvoering van projectregieprojecten. De onvoorziene kosten hebben betrekking op de afronding van het ICES-project AKK.


32




BIJLAGEN


33




BIJLAGE 1

GEBRUIKTE LITERATUUR


1. Jacobs, D., Het Kennisoffensief, Samsom, Deventer/Alphen aan den Rijn, 1999.


2. Weggeman, M., Kennismanagement, Scriptum, Schiedam, 1997.


3. Gaakeer, C., KLICT als lerende organisatie Rosmalen, 1999.

34



BIJLAGE 2

BESTUUR AGRO KETEN KENNIS

ir. G.J.P. van Oosten (voorzitter) ZLTO

prof.dr. P. van Beek Wageningen UR, Coördinatiepunt voor Keten Vraagstukken en Studies

drs. J.W. Broekhuis VAI ­ Nederlandse Voedingsmiddelen Industrie

mevr.dr. S.A. Hertzberger Albert Heijn B.V.

drs. J. Ramekers (penningmeester) COV - Centrale Organisatie voor de Vleessector

prof.dr.ir. K van 't Riet S&P-TNO

prof.dr.ir. L.C. Zachariasse LEI, Coördinatiepunt voor Keten Vraagstukken en Studies

Waarnemers:

ir. J.A. Cornelese LNV-DWK

ir. W. Maijers (projectdirecteur) Stichting Agro Keten Kennis

ir. J. van Roekel Statutair directeur AKK vanuit COKON BV


35




BIJLAGE 3

BUREAU VAN STICHTING AGRO KETEN KENNIS

Adres:

Postbus 3060
5203 DB 's-Hertogenbosch

Rompertsebaan 70
5231 GT 's-Hertogenbosch

Tel: 073 ­ 5 28 66 40
Fax: 073 ­ 5 22 98 50

bureau@akk.nl
www.akk.nl

Bureau

ir. J. van Roekel Statutair Directeur
ir. W. Maijers Projectdirecteur
ing. M.G.N. Vernooij Projectregisseur
mevr. T.T.H. van der Steen Secretaresse
drs. J.M.A. Verbrugge Controller
mevr. L. Vullings Secretaresse

Externe Expertise

Van der Zande Advies Communicatie / PR
mr. B.J. Brouwer (BERK) Financiële / Administratieve / Juridische Expertise BERK Accountant


36



BIJLAGE 4

LNV BEGELEIDINGSCOMMISSIE
PROGRAMMA TOEGEVOEGDE WAARDE VARKENSVLEESKETENS

ir. J.A. Cornelese Ministerie LNV - DWK dr.ir. J.H.M. Davina Ministerie LNV ­ DWK (agendalid) mr. J.R. Gatsonides Ministerie LNV ­ IH ing. H.J. Huizing Ministerie LNV
de heer G.F.V. van der Peet Ministerie LNV


37



BIJLAGE 5

DEELNEMERS VIVAK

dr.ir. G.B.C. Backus LEI
prof.dr. P. van Beek Wageningen UR
prof.dr.ir. G. Beers KLICT / LEI
ir. J.A. Cornelese Ministerie LNV-DWK mr. J.R. Gatsonides Ministerie LNV-IH dr. B. Gremmen Ministerie LNV prof.dr. H.P. Haagsman UU / VVDO
dr. J.L.F. Hagelaar Wageningen UR
prof.dr.ir. R.B.M. Huirne Wageningen UR
ing. H.J. Huizing Ministerie LNV ir. W. Maijers AKK
prof.dr. J.A.H. Maks Universiteit Maastricht de heer M.J.B. Mengelers RIKILT
ir. E.J.C. Paardekooper St Amplitude
de heer G.F.V. van der Peet Ministerie LNV drs.ing. A.J. Ruitenbeek Hogeschool Delft ir. J.N. Schouwenburg PVE
ir. A.E. Simons ATO
dr.ir. P. Sterrenburg TNO Voeding
de heer Swinkels Praktijkonderzoek Varkenshouderij dr. B. Urlings ID-Lelystad
dr.ir. A.D.M. van de Ven TU Eindhoven
ing. M.G.N. Vernooij AKK
mevrouw ir. G.E.T. van Vilsteren Wageningen UR
dr.ir. G.W. Ziggers Nijmegen Business School


38




BIJLAGE 6

PROMOTIENETWERK KETENKUNDE

voorzitter: prof.dr.ir. G. Beers
secretaris: ing. M.G.N. Vernooij

TFK-96.093a: Cross border chain management Projectleider: prof. S.W.F. Omta, Wageningen-UR / Bedrijfskunde Promovendus: drs. J. Overboom, Wageningen-UR / Bedrijfskunde Promotoren: prof.dr. P. van Beek, Wageningen-UR / Wiskunde, prof.dr. D. Hughes, Imperial College at Wye, UK, prof. S.W.F. Omta, Wageningen-UR / Bedrijfskunde

TKK-96.093b: Innovatie en organisatie in agroketens Projectleider en promovendus: drs. J. Bijman, LEI Promotor: prof.dr. G.J.W. Hendrikse, EUR

TFK-96.093c: Factoren voor succesvolle innovaties in MKB in agrofoodketens Projectleider en promovendus: mevr. drs. C. Enzing, TNO-STB Promotor: prof.dr. F.H.A. Janszen, EUR

TFK-96.093d: Ketenstrategie en omgevingsanalyse (onderzoek gestaakt)
Projectleider en promovendus: drs. R.P.M. de Graaff, LEI Promotor: prof.dr. P.J. Uitermark, UvA-Externe Organisatie

TFK-96.093e Keten Referentie Informatie Modellen Projectleider en promovendus: ir. C.A. van Dorp, LEI Promotor: prof.ir. A.J.M. Beulens, Wageningen-UR / Informatica Co-promotor: prof.dr.ir. G. Beers, LEI

TFK-96.093f Effecten en financieel rendement van besluitvorming in ketens Projectleider: prof. dr.ir. R.B.M. Huirne, Wageningen-UR / Agrarische Bedrijfseconomie
Promovendus: mevr. ir. M.A. van der Gaag, Wageningen-UR / Agrarische Bedrijfseconomie Promotor: prof.dr.ir. R.B.M. Huirne, Wageningen- UR / Agrarische Bedrijfseconomie
Co-promotor: prof.dr. P. van Beek, Wageningen-UR / Wiskunde


39




PROMOTIENETWERK KETENKUNDE
(vervolg)

TFK-96.093g Consumentenpreferenties en productontwikkeling Projectleider Promovendus: mevr. drs.ing. S.J. Sijtsma, LEI Begeleider: mevr. Dr.ir. A.R. Linnemann, Wageningen-UR Promotor: prof.dr. W.M.F. Jongen, Wageningen-UR-Levensmiddelen- technologie

TFK-96.093h Keten-Informatie-Voorziening voor Quality Function Deployment Projectleider: mevr. ir. H.J.C. Cnossen, TNO-Voeding Begeleider : mevr. Dr.ir. A.R. Linnemann, Wageningen-UR Promovendus: ir. M. Benner, Wageningen-UR / Agrarische Techniek en Voedsel Wetenschappen
Promotor: prof.dr. W.M.F. Jongen, Wageningen-UR / Levenmiddelen- technologie

TFK-96.093i Online Trend Detection and analysis of supply chain performance (onderzoek gestaakt)
Projectleider: dr. H. Soethoudt, ATO Promovendus: mevr. ir. C.H.T.M. van der Heijden, ATO Promotoren: prof.dr. A.G. de Kok, Technologie Management TUE prof.dr. J.A. Algera Technologie Management TUE Co-promotor: dr. H.F.J.M. van Tuijl,

TFK-96.093j Kennismanagement in productienetwerken (onderzoek gestaakt)
Projectleider: dr.ir. J.L.Top, ATO Promovendus: ir. S. Douma, ATO Promotor: prof.dr. J.M. Akkermans, Vrije Universiteit Amsterdam

Balanced Perfomance Measurment in Practice
Projectleider en promovendus: mevr.ir. D.R. Jansen, Coberco Zuivel Promotor: prof.ir. A.J.M. Beulens, Wageningen-UR / Informatica Co-promotor: prof.dr.ir. R.B.M. Huirne, Wageningen-UR / Agrarische Bedrijfseconomie

Kwaliteit van kwaliteitszorg
Projectleider en promovendus: mevr. Ir. M. van der Spiegel, RIKILT Promotor: prof.dr. W.M.F. Jongen, Wageningen-UR / Levenmiddelentechnologie Begeleider: dr.ir. G.W. Ziggers (persoonlijke titel)


40




BIJLAGE 7

AKK CO-INNOVATIE TOEGEVOEGDE WAARDE VARKENSVLEESKETENS (LOPENDE PROJECTEN)

ACV-99.001 Varkensvlees met milieukeur

ACV-99.006 Gedifferentieerde vraaggestuurde productie van varkensvlees

ACV-99.011 Integraal ketengarantiesysteem varkensvlees

ACV-99.018 Houtskoolschets samenwerking varkenshoudersslachterijen

ACV-99.019 Workshopcyclus `Kracht door Ketenvisie'

ACV-99.020 Feed to Food

ACV-00.025 InnoMeat

ACV-00.027 Bestermeat

ACV-00.028 Eerlijke prijs, heerlijke prijs

ACV-00.030 Heuvellandvarken

ACV-00.031 Begeleiding rondom innovatieprocessen

ACV-00.032 Wishes Of Consumers (WOC)

Voor meer informatie bekijk de AKK website www.akk.nl


41




BIJLAGE 8

Pilotproject

Mogelijke onderzoeksthema's ACV-99.001 ACV-99.006 ACV-99.011 ACV-99.018 ACV-99.019 ACV-99.020 ACV-00.025 ACV-00.027 ACV-00.028 ACV-00.030 ACV-00.031 ACV-00.032


1. Ketenstrategie en organisatie
a. bijdrage leveren aan professionalisering + + + + + + + bedrijfsvoering / ondernemerschap in ketenverband b. creëren hechte ketensamenwerking; met name tussen + + varkenshouders en afnemers / slachterijen
c. streven naar de ontwikkeling van partnership van de + + primaire producent in de keten
d. duidelijke stimulans / aansluiting bij primaire sector, handel en transporteurs
e. gesloten bedrijven en ketens; geen grootschaligheid + f. realiseren van preferred supplier in de keten voor + + specifieke klanten


2. Marktsegmentatie en ketendifferentiatie
a. ontwikkeling kwalitatief hoogwaardige c.q. toegevoegde + + waarde producten; productinnovatie
b. betere vertaling consumenteninformatie in de productie + + keten bijvoorbeeld door concretisering van het ECR concept in de varkensvleesketen
c. ontwikkelen van alternatieve prijsvormingsmechanismen + + + + / uitbetalingschema's die beter aansluiten bij de gewenste productkwaliteit van de verschillende marktsegmenten d. ontwikkeling biologische varkenshouderij en verwerking +


3. Integrale Ketenzorg
a. waarborg, transparantie productie- en internationale + + + distributieketen door gebruikmaking van tracking & tracingsystemen en telematica
b. versterking integrale productkwaliteit en productiewijze van alle schakels in de keten
c. betrouwbaarheid imago in buitenland voor hoogwaardige voedingsmiddelen
d. zorgsystemen voor eindproducten en productiemethoden + + + + met name bij varkenshouderij, handel en transporteur (kwaliteit, hygiëne, dierwelzijn, voedselveiligheid, milieu e.d.).
f. streven naar een duurzame productie + +


4. Ketenoptimalisatie
a. optimalisatie van de keten door (her)inrichting van + + + internationale logistieke (export)ketens en aanpassing van de besturing van de keten (met aandacht voor vermindering veterinaire risico's, verbetering integrale kwaliteit en beperking van lange afstandstransport van levende dieren, herinrichting van productielocaties e.d.) b. benutting moderne telematicatechnologie voor keten- + + + + + informatiesystemen


42




BIJLAGE 9

OVERZICHT BIJDRAGE AAN CONGRESSEN, SYMPOSIA EN WORKSHOPS DOOR AKK IN 2000

Datum Presentatie


5 januari 2000 DLV Millennium bijeenkomst Business Unit Dier `Marktgerichte Vee- & Vleesketens', ir. W. Maijers

18 januari 2000 Workshop `Strategische Verkenning Pluimveeketen' `Achtergrond strategische verkenning' en `Toelichting op het onderzoek en resultaten', ir. W. Maijers

18 januari 2000 Gastcollege HAS Den Bosch,
`Agro-Industriële ketens', ing. M.G.N. Vernooij

31 maart 2000 Kennismakingsbijeenkomst Kenniscentrum PPS - AKK `Het beste van drie werelden ­ PPS Agro Keten Kennis', ir. W. Maijers


6 april 2000 Gastcollege Wageningen-UR cursus Agrarische Productiekolom `Van kolom naar ketens of netwerken', ir. W. Maijers

12 april 2000 Presentatie voor bijeenkomst met de ministeries van LNV / V&W in het kader van de ontwikkeling van een programma Duurzame Ketens, ir. W. Maijers

13 april 2000 Presentatie voor de projectgroep InnoMeat, ir. W. Maijers

14 april 2000 Deelname aan paneldiscussie tijdens de Wageningse Kennisdagen `Hoeze biologisch?', ir. W. Maijers

25 april 2000 Minisymposium `Kolomcertificering varkenshouderij' `Ervaringen met produceren in kolommen', ir. W. Maijers

2 mei 2000 LNV Begeleidingscommissie Co-innovatie Pluimvee `Strategische Verkenning Pluimveeketen', ir. W. Maijers

24 mei 2000 Innovatieprogramma Food & Future Limburg, ir. W. Maijers

29 mei 2000 Presentatie LEI afdelingshoofden, ir. W. Maijers

5 juni 2000 Presentatie voor een Australische Handelsdelegatie `Developing Agri-industrial chains', ir. W. Maijers


43




OVERZICHT BIJDRAGE AAN CONGRESSEN, SYMPOSIA EN WORKSHOPS DOOR AKK IN 2000
(vervolg)

Datum Presentatie


4 juli 2000 Deelname `Arenadiscussie', ir. W. Maijers

14 september 2000 Presentatie voor RvC COKON
`ICES 1994-1998 / Co-innovatie 1999, ir. W. Maijers

27 september 2000 Workshop `Ketenontwikkeling en Stimulering Reguliere Afzet voor Biologische en Streekgebonden Landbouw; Het beste van twee werelden; Professionalisering van de Biologische afzetketen', ir. W. Maijers


5 oktober 2000 AKK-Projectleidersbijeenkomst `ICES 1994-1998 / Co-innovatie 1999, ir. W. Maijers

13 oktober 2000 Begeleidingscommissie Biologisch, ir. W. Maijers

14 november 2000 Rondetafelgesprek Evaluatie Rondhoutbank, ing. M.G.N. Vernooij en ir. G-J van Roekel

14 november 2000 Begeleidingscommissie Biologisch, ir. W. Maijers

23 november 2000 Workshop Agro-Milieukeur Keten `Bouwen aan een marktgerichte varkensvleesketen', ing. M.G.N. Vernooij

27 november 2000 Workshop Evaluatie Rondhoutbank, ing. M.G.N. Vernooij en ir. G-J van Roekel

21 december 2000 Vitale Varkensvleesketen kennisinfrastructuur (VIVAK) `Ontwikkeling van het vakgebied Ketenkunde', ir. W. Maijers `Uitgangspunten en stand van zaken KLICT', drs. C. Gaakeer `Resultaten uit de projectleidersbijeenkomst', ing. M.G.N. Vernooij


44




BIJLAGE 10

OVERZICHT VERSCHENEN PUBLICATIES


- Stichting Agro Keten Kennis, Jaarverslag 1999 Stichting Agro Keten Kennis, 's- Hertogenbosch, april 2000


- Stichting Agro Keten Kennis, Jaarplan 2001Stichting Agro Keten Kennis, 's- Hertogenbosch, december 2000


- Stichting Agro Keten Kennis, `Professionalisering van de Biologische Afzetketen: Het beste van twee werelden'; Co-innovatieprogrammabeschrijving, 's-Hertogenbosch, november 2000


- Stichting Agro Keten Kennis, Programma Duurzame Ketens en Agro-Clusters, 's- Hertogenbosch, maart 2000


- Stichting Agro Keten Kennis, Projectenoverzicht `Toegevoegde waarde varkensvleesketens', 's-Hertogenbosch, december 2000


- Stichting Agro Keten Kennis, PhD projects in Chain Science , 's-Hertogenbosch, may 2000


- Stichting Agro Keten Kennis Kennisgeving "Co-innovatie; Kennis hand in hand met de praktijk', 's-Hertogenbosch, mei 2000


- Stichting Agro Keten Kennis Announcement: "Co-innovation; Knowledge and practic hand in hand, 's-Hertogenbosch, may 2000


- Stichting Agro Keten Kennis, Nieuwsbrief Varkensvleesketens 1, 's-Hertogenbosch, januari 2000

- Stichting Agro Keten Kennis, Nieuwsbrief Varkensvleesketens 2, 's-Hertogenbosch, april 2000

- Stichting Agro Keten Kennis, Nieuwsbrief Varkensvleesketens 3 , 's-Hertogenbosch, augustus 2000

- Stichting Agro Keten Kennis, Nieuwsbrief Varkensvleesketens 4 , 's-Hertogenbosch, december 2000


- Broekmans, ir., ing. M.G.N. Vernooij, Ontwikkeling Duurzame Agro-Food Ketens, een integraal perspectief, 's-Hertogenbosch, april 2000


- Beek, prof.dr. van, dr. Th.P. Groen, Midterm review van de AKK promotieonderzoeken, Wageningen, maart 2000


45





- Heerdt, M.W.P., P.H.C. vander Heijden, Strategische Verkenning in de Pluimveeketen, HAS KennisTransfer, 's-Hertogenbosch, februari 2000


- Gijsbers, L., R. de Groot, De AKK-site in beweging, plan van aanpak voor de innovatie van de AKK website, 's-Hertogenbosch, oktober 2000


- Gijsbers, L., R. de Groot, De AKK-site in beweging, definitiestudie voor de innovatie van de AKK website, 's-Hertogenbosch, november 2000


- Groot, R. de, De AKK-site onder de loep!, resultaten van de enquête over de AKK- website, 's-Hertogenbosch, november 2000


- Newton, Debbie, Supply Chain Learning for Australian agribusiness; Chain reversal and shared learning for global competiveness (p.35-40), Agriculture, Fisheries and Forestry ­ Australia, august 2000


- Beers, prof.dr.ir., ICT in agroketens: de (voedings)waarde van informatie, Wageningen Universiteit, Wageningen, december 2000


46