Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Minocw: Staatssecretaris versterkt symfonische muziek
Persbericht 62
1 mei 2001
Geen ontslagen bij omroeporkesten, wel centrale artistieke
aansturing
VAN DER PLOEG VERSTERKT SYMFONISCHE MUZIEK MET EXTRA GELD EN
MAATREGELEN
Een advies om de klassieke omroeporkesten bij het Muziekcentrum voor
de Omroep (MCO) met 72 arbeidsplaatsen in te krimpen, wordt niet
overgenomen door staatssecretaris dr. F. van der Ploeg (Cultuur). Een
samenwerkingsverband, bestaande uit de netcoördinator van Radio 4,
twee artistiek leiders en een vertegenwoordiger van het MCO, neemt de
artistieke aansturing van de omroeporkesten voor zijn rekening. Een
nieuw orkest voor de symfonische voorziening in Noord Holland en de
balletbegeleiding maakt vanaf 2002 zijn opwachting. Dit staat in een
brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer. Van der Ploeg
verhoogt de budgetten van zeven orkesten met totaal drie miljoen
gulden.
Op verzoek van Van der Ploeg heeft de muziekcommissie Hierck op 5
februari 2001 aanbevelingen gedaan voor een artistieke impuls van het
orkestenbestel. Centraal in het advies van de muziekcommissie staat de
noodzaak om het orkestenbestel een kwalitatief te versterken. De
staatssecretaris volgt in hoofdzaak de aanbevelingen van de
commissie.
MCO
De kern van het advies van de commissie Hierck over het MCO was de
langer bestaande onvrede over de artistieke aansturing in samenhang
met Radio 4. Daarnaast ontbrak volgens de commissie een onderscheidend
repertoire van de klassieke omroeporkesten en een gemeenschappelijk
speelveld tussen omroep en niet aan de omroep gebonden orkesten. De
commissie wilde de artistieke eindverantwoordelijkheid voor alle
koor- en orkestproducties van het MCO in een hand leggen. Ook pleitte
de commissie voor een inkrimping van de gezamenlijke omroeporkesten
met 72 arbeidsplaatsen. Het bespaarde geld zou onder meer ten goede
moeten komen aan versterking van het Groot Omroepkoor.
Reactie Van der Ploeg
Het voorstel om de formatie van de orkesten in te krimpen met 72
arbeidsplaatsen neemt de staatssecretaris niet over. De
kwaliteitsverbetering van de programmering staat voorop, zo valt te
lezen in de brief aan de Kamer. Een artistiek samenwerkingsverband
met drie artistiek leiders en een vertegenwoordiger van MCO zal een
aanbod ontwikkelen en samenstellen waaruit de omroepen een keuze
kunnen doen. Er komt meer samenhang met de muziekprogrammering van
Radio 4. Het eigenzinnige en vernieuwende karakter van het repertoire
van de orkesten wordt benadrukt.
Van der Ploeg heeft dit besproken met de Raad van Bestuur van de NOS
en het MCO-bestuur. Als uitkomst hiervan zal de programmering van de
omroeporkesten niet langer ondergeschikt zijn aan de belangen en
wensen van individuele zendgemachtigden. Door de centrale artistieke
aansturing is een efficiëntere inzet van orkestleden mogelijk. Van der
Ploeg gaat er daarom van uit dat het extra geld voor het Groot
Omroepkoor binnen de huidige begroting van zestig miljoen gulden te
vinden is.
Noordhollands Philharmonisch Orkest
In het oog springend was het advies van de commissie Hierck om een
geheel nieuw orkest tot stand te brengen met een brede taakstelling.
Van der Ploeg neemt dit over. De taken van het nieuwe orkest zullen
onder meer betreffen de balletbegeleiding van het Nationale Ballet en
het Nederlands Dans Theater, symfonische concerten in Haarlem en een
beperkt aantal geschikte zalen in de Randstad, educatieve
activiteiten, bijzondere projecten en een aandeel in de begeleiding
van de Nationale Reisopera. Door aanpak en vernieuwende keuze van het
orkestrepertoire moet het orkest zich onderscheiden van andere
symfonieorkesten in de Randstad. In navolging van het advies wordt
hiertoe de subsidie van het Noordhollands Philharmonisch Orkest
beëindigd en een nieuw orkest geformeerd vanuit het Nederlands
Balletorkest.
Kwaliteit zeven orkesten
Van der Ploeg wil net als de muziekcommissie Hierck de kwaliteit van
zeven orkesten handhaven en zo nodig verbeteren. Het gaat in totaal om
drie miljoen gulden. Medefinanciering door andere overheden is hierbij
een voorwaarde. De staatssecretaris verhoogt de budgetten van het
Orkest van het Oosten en het Limburgs Symfonie Orkest met
respectievelijk 900.000 gulden en 300.000 gulden per jaar. Voor het
Koninklijk Concertgebouw Orkest wordt vanaf 2001 een extra bedrag van
een half miljoen gulden beschikbaar gesteld als verlenging van
eenzelfde extra toekenning de afgelopen vier jaren. Het Randstedelijk
Begeleidingsorkest krijgt de komende drie jaren een bijdrage van een
half miljoen gulden.
CNO
Het Contactorgaan van Nederlandse Orkesten krijgt een rol bij het
ontwikkelen, moderniseren en faciliteren van de Nederlandse orkesten.
Het gaat daarbij om het afstemmen van educatieve programma.s,
samenwerking tussen de orkesten onderling en modernisering van de
arbeidsverhoudingen. Een plan wordt gemaakt voor bijzondere
programmering. Hiervoor stelt de staatssecretaris vanaf 2002 een
bedrag van 750.000 gulden beschikbaar. Van der Ploeg wil dit bedrag
in grote porties van minstens een kwart miljoen gulden beschikbaar
stellen via het Fonds voor de Podiumkunsten. Dit gaat op basis van
jaarlijks door individuele orkesten in te dienen plannen op het gebied
van educatie en repertoirevernieuwing.
Nederlands Philharmonisch Orkest
Van der Ploeg neemt ook het advies van de muziekcommissie over om de
omvang van het Nederlands Philharmonisch Orkest te reduceren tot 130
formatieplaatsen. Het Nedpho zal de concerttaak enigszins beperken,
maximaal zeven begeleidingen per seizoen doen van producties van de
Nederlandse Opera en de niet rendabele activiteiten beëindigen in de
Beurs van Berlage. Dit levert een bezuiniging op van anderhalf miljoen
gulden. Daar staat tegenover dat de salarissen van de orkestleden op
gelijk niveau komen met die van het Residentie Orkest, het Rotterdams
Philharmonisch Orkest en het Radio Philharmonisch Orkest van het MCO.
Hiervoor komt een extra bedrag van 1,2 miljoen gulden beschikbaar.
Operette
Het Fonds voor de Podiumkunsten krijgt een budget voor het op ad hoc
basis laten produceren van operettes. Van der Ploeg vraagt het Fonds
hiervoor een plan te maken. Een bedrag van 2,5 miljoen gulden komt
voor het eerst hiervoor beschikbaar in 2002. Op termijn kan de hoogte
van dit bedrag, mede afhankelijk van de bevindingen van het Fonds,
opnieuw worden bezien.
Noot voor de redactie,