NATIONAAL FONDS KINDERHULP

Meer kinderen in de problemen

Deventer, 1 mei 2001

In de periode 1997-1999 is het aantal kinderen dat in contact kwam met instellingen voor jeugdhulpverlening met ruim 20% gestegen. Dat blijkt uit de Rapportage Jeugdzorg 1997-1999 van het ministerie van VWS (april 2001). Deze trend zet zich door in 2000 en 2001, hetgeen resulteert in enerzijds grote druk op de (nieuwe) bureaus Jeugdzorg (verantwoordelijk voor de toewijzing) en in wachtlijsten voor het traject daarna (de 'zorg'-verantwoordelijke instellingen voor jeugdhulpverlening). Voor het Nationaal Fonds Kinderhulp betekent dat een toename van het aantal aanvragen voor financiële ondersteuning. Met nog meer noodzaak gaan volgende week (6 tot en met 12 mei) 30.000 collectanten op pad om geld in te zamelen.

De toename van het aantal 'hulpverleningscontacten' in de periode 1997-1999 was het sterkst in de ambulante zorg (van lichte varianten als bureaus Jeugdzorg tot intensieve vormen als 'families first'). Daar steeg het aantal contacten maar liefst met 60%. Het aantal contacten met preventieve zorg (kinder- en opvoedtelefoon, bureau Opvoedingsondersteuning, JIP's) steeg met 10%. Het aantal contacten met de pleegzorg bleef nagenoeg gelijk, hoewel de vraag naar nieuwe pleeggezinnen blijft. In de residentiële zorg, de tehuizen, was een lichte toename te constateren.

Het Nationaal Fonds Kinderhulp zet zich al 40 jaar in voor alle kinderen in Nederland die met jeugdhulpverlening te maken krijgen (1 op de 20 kinderen), meestal als gevolg van een verstoorde thuissituatie. Kinderhulp honoreert aanvragen voor financiële ondersteuning, afkomstig van al die instellingen voor jeugdhulpverlening. Bijvoorbeeld voor een weekje kamperen in de zomer, een fiets, een lidmaatschap van een sportclub, een speeltoestel op het terrein van het tehuis of een pakje met Sinterklaas. Allemaal zaken die voor de meeste kinderen gewoon zijn, en dus ook voor deze kinderen beschikbaar moeten zijn.

Met de toename van het aantal kinderen in de jeugdhulpverlening en daardoor de stijging van het aantal aanvragen is voor Kinderhulp een goede collecteweek erg belangrijk. De MKZ-crisis en daarmee de moeilijkheid tot collecteren in de buitengebieden is daarbij een belemmerende factor.



Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het Nationaal Fonds Kinderhulp: Jan Wezendonk, directeur (0570-611899) of Cees Veringmeier, adviseur (06-53194618).


01 mei 01 15:01