http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=414179
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag DIE/IN Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 1 mei 2001 Auteur A.R. Westerink
Kenmerk DIE-266/01 Telefoon (070) 348 44 70
Blad /4 Fax (070) 348 40 86
Bijlage(n) - E-mail ar.westerink@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van het lid Verhagen over het Nederlandse
EU-beleid
Zeer geachte Voorzitter,
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer d.d. 27 april
2001, kenmerk 2000110090, waarbij gevoegd waren de door het lid Verhagen
(CDA) overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede
Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer U als bijlage dezes het
antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Benschop, Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, op
vragen van de heer Verhagen
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de kritiek van de heer Melkert op het Nederlandse EU-beleid? (NRC Handelsblad 24-04-01)
Antwoord
Afgezien van het geciteerde bericht, niet.
Vraag 2
Deelt u de mening van de heer Melkert dat Nederland in Brussel "beneden zijn stand acteert en gerepresenteerd wordt"? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zult u eraan gaan doen?
Antwoord
Indien dit de mening van de heer Melkert is, dan deel ik deze niet, omdat de waarneming onjuist is.
Vraag 3
Deelt u de mening van de heer Melkert dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken niet voldoende coördineert en de laatste jaren haar greep op Europese Zaken geleidelijk verloren heeft?
Antwoord
Nee.
Vraag 4
Deelt u de mening dat u medeverantwoordelijk bent voor het Nederlandse EU-beleid? Zo ja, voelt u zich persoonlijk aangesproken?
Antwoord
Ja, nee.
Vraag 5
Bent u ook van mening dat de herijking "niet geslaagd is", zoals de heer Melkert dat stelde? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken a.i. d.d. 27 oktober 2000, kamerstuk 24 337, nr. 25.
Vraag 6
Wat is uw oordeel over het voorstel van de fractievoorzitter van de PvdA om een minister van Europese Zaken aan te stellen?
Antwoord 6
De regering neemt daarover geen standpunt in. De samenstelling van het nieuwe kabinet en de in dat kader wellicht te treffen herschikking van de taken van de daarin op te nemen ministers en staatssecretarissen is een zaak die pas na de verkiezingen voor de Tweede Kamer in mei 2002 aan de orde komt. Het past de regering niet daarop vooruit te lopen.
Vraag 7
Wanneer zal de notitie over de relatie tussen de Minister-Presidet en de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Kamer gestuurd worden?
Antwoord
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft bij de plenaire behandeling van
zijn begroting
de Tweede Kamer toegezegd met het oog op de kabinetsformatie 2002 een
notitie op te stellen over de relatie tussen het departement van
Buitenlandse Zaken en van Algemene Zaken. Daarbij zal hij tevens nader
ingaan op de manier waarop concreet invulling wordt gegeven aan de
coördinerende rol van de Minister van Buitenlandse Zaken. De regering is
voornemens deze notitie bij het begin van het nieuwe parlementaire jaar aan
de Tweede Kamer aan te bieden.
Kenmerk DIE-266/01
Blad /1
1 Handelingen Tweede Kamer 2 november 2000, blz. 18-1290, 18-340 en 18-1354
===