BEDRIJVEN GEVRAAGD OESO-RICHTLIJNEN TE ONDERSCHRIJVEN BIJ GEBRUIK EXPORT- EN INVESTERINGSBEVORDERENDE SUBSIDIE
Datum: 01-05-2001
Het kabinet heeft er op voorstel van staatssecretaris van Economische Zaken Gerrit Ybema, mede namens minister van Financiën Zalm en minister van Ontwikkelingssamenwerking Herfkens, mee ingestemd dat bedrijven wordt gevraagd de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen te onderschrijven als zij gebruik willen maken van export- en investeringsbevorderende subsidies. Hiermee wordt invulling gegeven aan de relatie tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen (waarover het kabinet op 30 maart j.l. een standpunt naar buiten bracht) en de inzet van het financieel buitenlandinstrumentarium gericht op het internationaal opererende bedrijfsleven.
Naast deze inspanningsverplichting ten aanzien van de
OESO-richtlijnen, zullen de individuele aanvragen van ondernemers ook
worden getoetst op eenduidige en transparante criteria op de terreinen
corruptie, milieu en sociale omstandigheden. Aanvragen van bedrijven
zullen worden afgewezen wanneer niet aan deze criteria wordt voldaan.
Voor de beoordeling van de milieu-effecten van projecten met door de
overheid gesteunde exportfinanciering, zal worden aangesloten bij het
binnenkort te sluiten OESO-akkoord over dit onderwerp. Vooruitlopend
op dit OESO-akkoord zal Nederland zo spoedig mogelijk (streefdatum is
1 juni 2001) een milieutoets invoeren. Vanaf die datum zal geen
overheidsgesteunde exportkredietverzekering meer worden verstrekt,
wanneer er sprake is van een groot negatief milieu-effect.
Met dit kabinetsstandpunt over het export- en
investeringsinstrumentarium is opnieuw een stap gezet op het gebied
van de beleidsontwikkeling over maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Aandacht zal nu worden gegeven aan de bevordering van
maatschappelijk verantwoord ondernemen en de implementatie van beleid
op dit gebied. Aan aansprekende voorbeelden van maatschappelijk
verantwoorde activiteiten in ontwikkelingslanden zal bredere
bekendheid worden gegeven. De komende tijd zal dit vorm krijgen door
het organiseren van verschillende fora, in samenwerking met
bijvoorbeeld de Wereldbank, het Nederlandse bedrijfsleven en
maatschappelijke organisaties.