PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE REGERING VERGADERING VAN 27 APRIL 2001

Ontwerpdecreet stadsvernieuwing

Op voorstel van Vlaams minister Johan SAUWENS keurde de Vlaamse regering principieel een voorontwerp van decreet goed inzake de ondersteuning van Stadsvernieuwingsprojecten. Tijdens de begrotingscontrole 2001 werd daarvoor door de Vlaamse regering eerder 1 miljard fr. vrijgemaakt.

Via dit decreet wil de Vlaamse overheid stadsvernieuwingsprojecten ondersteunen in de grootsteden (Antwerpen en Gent), de regionale steden (Aalst, Brugge, Hasselt, Genk, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout) en in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad via de Vlaamse Gemeenschaps-commissie.

Het doel van deze maatregel bestaat erin deze steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie te stimuleren om de kwaliteit van de fysieke leefomgeving in een bepaald stadsdeel te verbeteren, en daartoe een aantal innoverende projecten te realiseren.

Het is geenszins de bedoeling dat de betrokken steden eerst nog nieuwe analyses en strategieën uittekenen. De Vlaamse regering gaat ervan uit dat heel wat steden, in het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, een stads- of wijkontwikkelingsplan, in staat zijn om op relatief korte termijn projecten uit te werken en in te dienen.

Zonder een specifieke formule van publiek-private samenwerking naar voor te schuiven, bepaalt het voorontwerp van decreet dat een financiële inbreng van de particuliere sector wel noodzakelijk is. Een minimale financiële inbreng van de steden zelf daarentegen wordt niet opgelegd. De steden moeten wel de regiefunctie opnemen voor de uitvoering van de projecten.

Steden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie kunnen projecten indienen bij de Vlaamse overheid.

De projecten worden beoordeeld op basis van volgende criteria:

- Het dient te gaan om totaalprojecten, die betrekking hebben op de multifunctionaliteit van een bepaald stadsdeel. Multifunctionaliteit heeft betrekking op wonen, winkelen, recreëren (horeca, vrije tijd, .) en werken (kantoor en KMO,.) enerzijds en op de inrichting van het publiek domein (vb. openbare gebouwen, infrastructuur, parkeermogelijkheden, tramlijnen,.) en de groene ruimte anderzijds.

- Er moet een deugdelijke analyse aan de grondslag liggen die resulteert in een strategische visie op het beoogde stadsdeel. Hiermee worden, zoals eerder gesteld, geen nieuw ontworpen strategieën gevraagd.

- Het project dient uit te monden in structurele ingrepen en zichtbare veranderingen te genereren in de fysische omgeving.

- De steden dienen samen te werken met de private sector. De regiefunctie wordt vervuld door de steden, maar de privé-sector moet vanaf het begin bij het project worden betrokken. De private sector dient minimaal dertig en maximaal vijftig procent van de middelen in te brengen. Inbreng van andere overheden is niet uitgesloten.

- De geselecteerde projecten zijn voorwerp van overeenkomsten met bilateraal karakter tussen de Vlaamse overheid en de stad of de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

- De projecten worden beoordeeld door een gemengde jury, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid en externe experten.

Het voorontwerp van decreet heeft een beheersbaar effect op de stedelijke financiën. De steden kunnen desgevallend in hun investeringsbegroting een bedrag inschrijven als eigen bijdrage naast de tussenkomst van de Vlaamse regering. Dit hoeft het totaalbedrag van het stedelijk investeringspakket voor een bepaald jaar niet te verzwaren. Integendeel, vermits de Vlaamse regering een deel van de financiële lasten wil dragen, worden bij gelijke budgettaire inspanningen door de steden meer initiatieven mogelijk gemaakt.

Systematische berekening van de weerslag op de gemeentelijke financiën

In uitvoering van artikel 7 õ 2 van het Huishoudelijk Reglement van de Vlaamse regering werd de budgettaire weerslag van dit ontwerpdecreet op de gemeentelijke financiën a priori ingeschat, en geadviseerd door de Inspectie van Financiën. Aan de leden van de Vlaamse regering wordt gevraagd in de toekomst elk beleidsvoorstel af te toetsen op haar financiële gevolgen voor de lokale besturen, en wordt de Inspectie van Financiën gevraagd deze inschatting te verifiëren. De minister- president en de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden zullen daarover eerstdaags gezamenlijk een omzendbrief opstellen en rondsturen.

persinfo : Koen Jongbloet, woordvoerder van minister Sauwens - tel. 02 553 23 11 e-mail: persdienst.sauwens@vlaanderen.be