Persberichten / Dossier MKZ
Welzijnsregelingen mond- en klauwzeer van start
27 april 2001 - Met ingang van vrijdag 27 april 2001 stelt het
ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij twee regelingen open
voor de opkoop van biggen, vleesvarkens en vleeskalveren en voor de
opslag van varkensvlees De regelingen zijn bedoeld voor bedrijven waar
dieren door de mond- en klauwzeersituatie in ernstige
welzijnsproblemen komen. Eén regeling geldt voor de toezichtsgebieden
Oene, Kootwijkerbroek en Ee. De andere regeling geldt voor de rest van
het annex I gebied (het gebied benoorden de Waal en ten oosten van de
A 27) en, waar het de opkoop van biggen betreft, ook voor het annexII
- gebied (de rest van Nederland).
In de beschermings- en toezichtsgebieden Oene, Kootwijkerbroek en Ee
ziet de regeling voor opkoop van biggen, vleesvarkens en vleeskalveren
er als volgt uit:
* voor biggen en vleesvarkens stelt de praktiserend dierenarts de
ernst van welzijnsproblemen op het bedrijf vast; voor kalveren
geldt dat alle dieren ouder dan 30 weken kunnen worden aangeboden;
* biggen worden alleen opgekocht als de veehouder alle aanwezige
zeer jonge biggen aanbiedt, de drachtige zeugen met een draagtijd
van minder dan 40 dagen laat aborteren en zich verplicht om geen
zeugen te insemineren of te laten dekken in de eerste vier
maanden;
* de vergoeding voor zeer jonge biggen en vleesvarkens is
afhankelijk van het gemiddelde gewicht per dier per partij. Voor
partijen waarvan dit gewicht niet meer dan 80 kg bedraagt, is de
subsidie fl. 44,07 per dier, vermeerderd met fl. 2,07 per kg dood
gewicht waarbij per partij boven een gemiddeld gewicht van 25 kg
per dier niets meer wordt betaald. Voor partijen waarvan het
gemiddeld gewicht per dier 80 kg of meer bedraagt, is de subsidie
fl. 2,64 per kg dood gewicht, waarbij per partij boven een
gemiddeld gewicht van 120 kg per dier niets meer wordt betaald; Op
bedrijven waar zowel biggen als vleesvarkens aanwezig zijn
(gesloten bedrijven) worden alleen de vleesvarkens opgekocht. De
eisen met betrekking tot aborteren en inseminatie gelden dan niet.
* de vergoeding voor vleeskalveren bedraagt fl. 4,41 per kg dood
gewicht waarbij per partij boven een gemiddeld gewicht van 260kg
per dier niets meer wordt betaald;
* de regeling geldt onder voorbehoud dat de Europese Commissie een
opkoopregeling vaststelt;
* LASER voert de regeling uit;
Aan een vergoedingsregeling voor de aanhoudkosten van de zeugen die
onder het fokverbod vallen wordt nog gewerkt.
De regelingen gelden vanzelfsprekend niet voor de bedrijven in de
zones waar wordt gevaccineerd en geruimd.
Voor de rest van het annex I-gebied is er een opslagregeling voor
varkensvlees, een slachtregeling voor vleeskalveren en een
opkoopregeling voor biggen. Deze opkoopregeling voor biggen geldt voor
heel Nederland (met uitzondering van de toezichtsgebieden). De
afzonderlijke regelingen zien er zo uit:
* varkensvlees afkomstig van varkens die zijn gehouden en geslacht
in het annex I - gebied kan met subsidie van LNV tijdelijk worden
opgeslagen in vrieshuizen; de opslagbijdrage bedraagt f. 1,- per
kg vlees dat tenminste drie maanden is opgeslagen. Het vlees moet
een door de minister, in overleg met de Europese Commissie goed te
keuren, bestemming krijgen.
* kalveren van tenminste 30 weken oud uit het annex I - gebied
kunnen voor slachting worden aangeboden. De vergoeding bedraagt f.
650,- per dier uit de witvleesproductie en f. 475,- per dier uit
de rosévleesproductie;
* biggen worden opgekocht voor f. 55,- per big. De praktizerend
dierenarts stelt de ernst van de welzijnsproblemen vast. De
varkenshouder moet alle biggen onder 25 kg aanbieden, de drachtige
zeugen met een draagtijd van minder dan 40 dagen laten aborteren
en zich verplichten om geen zeugen te insemineren of te laten
dekken gedurende 1 maand na indiening van de aanvraag;
* LASER voert de regeling uit;
* de voorwaarde is dat de Europese Commissie de regeling goedkeurt;
* voor de opslagvergoeding is maximaal f 30 mln gulden beschikbaar,
voor de kalveropkoop maximaal 60 mln en voor biggenopkoop 20 mln.
Als deze bedragen worden overschreden kan de minister de opkoop
sluiten.
Het tempo waarin daadwerkelijk dieren kunnen worden opgekocht hangt af
van de ruimte bij de destructor en de vervoers- en dodingscapaciteit.
Deze zijn zoals steeds mede afhankelijk van het verdere verloop van
uitbraken van de ziekte en de bestrijding daarvan.