24.04.01
Doorlooptijden jeugdstrafrechtketen aanzienlijk verkort
De termijnen voor de doorlooptijd van de jeugdstrafrechtketen worden
aanzienlijk verkort. De tijd tussen het eerste verhoor van een
jeugdige dader door de politie en het vonnis van de rechtbank mag in
de toekomst maximaal zes maanden duren. De tijd tussen het vonnis en
de tenuitvoerlegging van de taakstraf of detentie mag niet langer zijn
dan een maand. Deze nieuwe normen staan vermeld in een plan van aanpak
van staatssecretaris Kalsbeek van Justitie. Het plan is vandaag aan de
Tweede Kamer gezonden.
Uit een onderzoek naar de doorlooptijden in de jeugdstrafrechtketen
werd vorig jaar duidelijk dat er teveel tijd zit tussen het moment van
de aanhouding van een jeugdige crimineel en het begin van de
tenuitvoerlegging van de straf. In sommige gevallen liepen deze
termijnen op tot meer dan een jaar. In het vandaag verschenen plan van
aanpak van staatssecretaris Kalsbeek zijn de streeftermijnen bij de
verschillende instanties (politie, openbaar ministerie, Raad voor de
Kinderbescherming en Dienst Justitiële Inrichtingen) vastgesteld
waarbij rekening is gehouden met de wettelijke termijnen, de
noodzakelijke bewerkingstijd en de tijd die nodig is voor overleg en
overdracht. De tijd tussen het eerste verhoor en de beslissing van de
(Kinder)rechter in eerste aanleg mag niet langer zijn dan zes maanden.
Voor zaken die door het openbaar ministerie worden afgedaan, geldt een
termijn van maximaal drie maanden. Een Halt-afdoening kent een nog
kortere termijn, deze is vastgesteld op twee maanden. In het geval een
jongeren een vrijheidsstraf of een taakstraf krijgt opgelegd door de
rechter zal binnen één maand gestart moeten worden met de
tenuitvoerlegging.
Afhankelijk van de ervaringen in de praktijk zullen, waar echt
noodzakelijk, uitzonderingen worden gemaakt. Zeer ingewikkelde zaken
vergen nu eenmaal, noodgedwongen, meer tijd. Het doel is om 80% van de
zaken binnen de gestelde normen af te doen. De termijnen moeten over
twee jaar landelijk gerealiseerd zijn. In die periode kunnen de
genoemde organisaties bestaande belemmeringen in de administratieve en
logistieke procedures wegnemen. De streeftermijnen kunnen tevens als
prestatie-indicatoren dienen voor de diverse organisaties. Om het
proces van veranderingen te bevorderen en te bewaken is een
projectorganisatie bij het ministerie van Justitie en de betrokken
uitvoeringsorganisaties ingesteld.
Crisisplaatsingen
Ook op het gebied van de civiele plaatsingen is er een nieuwe termijn
voor de crisisplaatsingen. Het betreft hier jongeren die voor hun
eigen bescherming, en op last van de rechter, in een gesloten
inrichting moeten worden geplaatst. Het gaat dan om slachtoffers van
gedwongen prostitutie, sexuele misdrijven of ernstige
mishandeling/verwaarlozing en om jongeren die om verdere escalatie
binnen de gezinssituatie te voorkomen, uit huis moeten worden
geplaatst en er een bemoeienis is van de politie. De streeftermijn
voor de plaatsing is vastgesteld op één week, met ingang
van 1 juni 2001. Na ongeveer een half jaar zal deze procedure worden
geëvalueerd.
Voor vragen of commentaar met betrekking tot de inhoud van deze
pagina's kunt u terecht bij de Directie Voorlichting van Justitie,
telefoon: (070) - 3706850,
email: voorlichting@best-dep.minjust.nl,
fax: (070) - 3707594