Rechtbank Arnhem



Motivering vonnis inzake Foster Parents

Bron: Rechtbank Arnhem

Datum actualiteit: 20-04-2001

Vorige week heeft de president van de arrondissementsrechtbank te Arnhem vonnis gewezen in een kort geding dat was aangespannen door Foster Parents Plan Nederland tegen de Stichting Werkgroep Gendt (hierna: de Werkgroep) en de Stichting Proceskostenfonds Misbruikte Kinderen Foster Parents Plan (hierna: het Fonds). In het kort geding, dat plaatsvond op donderdag 12 april 2001, vorderde Foster Parents Plan onder meer staking van de verspreiding van een folder die de Werkgroep en het Fonds in het verkeer hadden gebracht onder de naam "Foster Parents Plan, Slecht Plan!" In de folder stonden volgens Foster Parents Plan allerlei onwaarheden, verdraaiingen en onnodig grievende uitlatingen en beschuldigingen, die elke feitelijke grondslag misten. Tijdens de behandeling van het kort geding werd door de advocaat van de Werkgroep en het Fonds onder meer aandacht gevraagd voor de vorig jaar op 14 september 2000 door de VARA uitgezonden documentaire van Zembla, waarin kritiek werd geleverd op het werk van Foster Parents Plan in onder meer Haïti en Barranquilla in Colombia. In dit kort geding diende dan ook een afweging plaats te vinden tussen de vrijheid van meningsuiting van de Werkgroep en het Fonds enerzijds en het recht van Foster Parents Plan anderzijds op bescherming tegen onjuiste mededelingen danwel verdachtmakingen. Omdat de zaak zeer spoedeisend was, is op 13 april 2001 vonnis gewezen, waarin alleen de beslissing van de president stond. Daarin heeft Foster Parents Plan in overwegende mate gelijk gekregen. De overwegingen waarop die beslissing steunt, zijn daarna afzonderlijk in een vonnis vervat, dat vandaag, 20 april 2001, is uitgesproken. Daarin is onder meer geoordeeld dat de uitlatingen van De Werkgroep en het Fonds in de folder geen steun vinden in de feiten en dat deze uitlatingen in de gegeven omstandigheden dermate disproportioneel worden geoordeeld dat zij het betamelijke ver te buiten gaan.

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AB1078
(Zie het originele bericht)