Ministerie van Defensie



Kamervragen en antwoorden


Beschieting van de vuurleidingstoren Vlieland

20-04-2001

Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Defensie over beschieting van de vuurleidingstoren Vlieland.

1. Heeft een Duits jachtvliegtuig de vuurleidingstoren op het defensieoefenterrein Vliehors Range op Vlieland beschoten?

1. Ja.

2. Hoe heeft dit ongeval plaats kunnen hebben?

2. De toedracht wordt momenteel onderzocht door een Commissie van Onderzoek waarin deskundigen uit zowel Duitsland als uit Nederland zitting hebben. Zodra de resultaten van het onderzoek bekend zijn, wordt u hierover separaat geïnformeerd.

3. Wat is de rechtspositie van de buitenlandse militair in dergelijke situaties? Valt hij onder het Nederlands recht of geniet hij immuniteit?

3. De rechtspositie (status) van Navo-militairen is vastgelegd in het Verdrag van Londen van 19 juni 1951, doorgaans het Navo-statusverdrag genoemd. Op grond van dit verdrag heeft de staat waarvan de buitenlandse militair een onderdaan is, voorrang bij de uitoefening van de strafrechtelijke rechtsmacht ter zake van strafbare feiten die voortvloeien uit de uitoefening van de dienst.

4. Zijn er al eerder vergelijkbare ongelukken gebeurd tijdens militaire oefeningen op Nederlands grondgebied? Hoe zijn die ongelukken juridisch afgehandeld?

4. Ja, op 15 september 1992 heeft een vergelijkbaar incident plaatsgevonden. Tijdens een oefenvlucht in internationaal verband werd de vuurleidingstoren van de «Vliehors Range» geraakt door een Deense F-16 vlieger. Ook op dit ongeval was het Navo-statusverdrag van toepassing.

5. Zijn er speciale veiligheidsvoorschriften opgesteld voor oefeningen waarbij scherpe munitie wordt gebruikt? Zo ja, welke? Op welke wijze wordt de bevolking op de hoogte gesteld van oefeningen met scherpe munitie? In hoeverre loopt de burgerbevolking gevaar door dergelijke oefeningen?

5. Bij het gebruik van schietterreinen staat veiligheid altijd voorop. Om aanwezigheid van publiek te voorkomen zijn schietterreinen als zodanig duidelijk gemarkeerd door middel van waarschuwingsborden. Voor oefeningen met oefen- en scherpe munitie gelden speciale voorschriften. Voor de Vliehors zijn deze opgenomen in de «Standing Order for the use of the Vliehors Air Weapons Range». De Vliehors is al decennia in gebruik als schietrange. De bevolking van Vlieland is hiervan uiteraard op de hoogte en wordt daarom over het reguliere gebruik van het oefenterrein niet nader geïnformeerd. De bevolking wordt wel op de hoogte gesteld van grootschalige oefeningen of van het gebruik van zwaardere munitiesoorten, vanwege de geluidsbelasting. De Vliehors ligt aan de uiterste westzijde van het eiland en aanvallen tijdens oefenvluchten zijn niet naar bewoond gebied gericht. De omgeving is volgens de voorschriften duidelijk als militair oefenterrein gemarkeerd. Als gevolg hiervan wordt het gevaar van dergelijke oefeningen voor de burgerbevolking als zeer gering beschouwd.

6. Hoe worden deze voorschriften gecommuniceerd aan buitenlandse militairen?

6. Ieder land dat gebruik maakt van het oefenterrein Vliehors is in het bezit gesteld van de «Standing Order». Elke vlieger is verplicht de «Standing Order» als onderdeel van de voorbereiding op de oefenvlucht naar de Vliehors te gebruiken.