Toespraak minister Van Boxtel bij de tweede Burgerzaalconferentie
Een toespraak bij het onderwerp Anti-discriminatie
18 april 2001
Met veel genoegen kijk ik terug op onze gezamenlijke inspanningen
sinds de vorige conferentie over lokale samenwerking in februari
2000. Toen in de fraaie Burgerzaal van het Stadhuis, die met zijn
veelkleurige aankleding zo treffend de aard van deze stad en haar
bewoners symboliseert. Dit multiculturele beeld past ook zeer goed
in het imago van Rotterdam als Culturele Hoofdstad van Europa in
dit jaar 2001. Ik dank de burgemeester hartelijk voor zijn
gastvrijheid en bereidheid om gezamenlijk deze vervolgconferentie
te hebben willen organiseren in deze toepasselijke omgeving. Ik
wens hem succes met de activiteiten in het kader van de Europese
viering als Culturele Hoofdstad.
Vorig jaar hadden we ons drie doelen gesteld bij die conferentie.
Ten eerste: het belang van de lokale aanpak onder de aandacht
brengen.
Ten tweede: het scheppen van draagvlak voor een netwerk van
plaatselijke organisaties met antidiscriminatie-bureaus.
Ten derde: het bijeenbrengen van een Nederlandse inbreng voor
internationale conferenties in oktober 2000 in Straatsburg en voor
de VN-Wereldconferentie in Zuid-Afrika eind augustus van dit jaar.
De VN heeft immers 2001 tot Antiracismejaar uitgeroepen!
De eerste doelstelling hebben we - denk ik - grotendeels bereikt.
Hiervoor wijs ik op twee dingen: a - De opkomst bij de conferentie
vorig jaar was overweldigend; meer dan 250 deelnemers uit alle
belangrijke partijen benodigd voor een goede lokale aanpak van de
racismebestrijding.
b - De huidige deelname aan deze werkconferentie, die is
voorafgegaan door een twintigtal regionale bijeenkomsten, waarin
concept-projectvoorstellen zijn voorbereid en die vandaag door de
betrokken coalities konden worden doorgenomen.
De organisatoren hebben om praktische reden de deelname aan deze
werkconferentie moeten beperken, maar de belangstelling voor
deelname was groot. Bovendien is het motto van de huidige
conferentie coalitievorming en professionalisering van alle
betrokken partijen voor dit specifieke beleidsterrein:
antidiscriminatiebureaus, andere betrokken niet-gouvernementele
organisaties, politie, openbaar ministerie, gemeenten en
provincies. Kennelijk is ieder doordrongen van deze noodzaak.
Ik mag toch aannemen, dat deze dingen op de erkenning van het
belang van lokale samenwerking wijzen.
Voor de tweede doelstelling meen ik in samenwerking met de
Minister van Justitie een randvoorwaarde te hebben ingevuld.
Hiermee doel ik op de Stimuleringsregeling professionalisering
antidiscriminatiebureaus, de abds, die in februari van kracht is
geworden.
Daarmee kan in elk geval in samenwerking met de gemeenten of
provincies een haalbaarheidsstudie en projectplan worden opgesteld
voor de ontwikkeling van de adbs tot in 2004. Ik heb begrepen, dat
er reeds een twintigtal concept-projectvoorstellen zijn
ontwikkeld. Ik zie ze met belangstelling tegemoet.
De derde doelstelling is deels al gerealiseerd. Onder meer de
uitkomsten van de conferentie van februari vorig jaar zijn in
oktober 2000 ingebracht bij de Europese conferentie in
Straatsburg. Bovendien hebben we de uitkomsten gebruikt bij de
internationale conferentie in januari van dit jaar in Stockholm
over intolerantie. Daarbij heb ik ook de tv-spot van Tolerance
Unlimited vertoond. Dit doe ik hier graag nog een keer; het belang
van racismebestrijding is hierin treffend verbeeld.
Dat vond ook de heer Kofi Annan, Secretaris Generaal bij de VN,
die mij over deze tv-spot het volgende schreef:
Dear Mr. Van Boxtel,
My wife and I should like to thank you for giving us, during a
recent dinner in Stockholm, the videotape containing a public
service announcement on tolerance. We found the piece original and
highly effective.
By associating intolerance with some of its famous victims, the
video announcement should serve to give viewers a much more
concrete and personal idea of what intolerance means as they
ponder "what might have been" in the lives of these renowned
figures.
With my best wishes. Yours sincerely, Kofi Annan.
Ik neem aan dat u met mij het gevoel deelt dat deze aangrijpende
beelden oproepen: We kunnen discriminatie en racistische uitingen
niet tolereren in onze samenleving!
Verder zijn we, nu ook weer met deze conferentie, druk doende om
nieuwe en aanvullende bouwstenen te leveren voor de
VN-Wereldconferentie in Durban. De checklist die u gebruikt voor
de opstelling van een projectvoorstel maar ook de best practices,
die u al werkende in het veld heeft ontwikkeld, zullen via de
verslaglegging hun weg krijgen naar de Nederlandse bijdrage voor
deze Wereldconferentie.
Het is bitter nodig dat we ons hiervoor gezamenlijk blijven
inspannen. Nog dagelijks - ook via het internet - blijkt dat er
mensen zijn, die menen dat racistische uitingen acceptabel zijn.
Zo blijkt uit het jaarverslag van het Meldpunt Discriminatie
Internet (MDI) dat er in 2000 een 550 meldingen van racistische
uitingen zijn geweest. Daarvan zijn - naar de mening van het MDI -
circa 220 gevallen bij toetsing aan de wet strafbaar.
Overigens krijg ik op mijn eigen website ook discussies met
personen, waarvan ik mij stilaan afvraag of zij het recht van
vrije meningsuiting niet misbruiken voor het ventileren van
opvattingen, waarvan in ieder geval ík buikpijn krijg.
Dat acceptatie van racisme en racistische uitingen een
schromelijke misvatting is moge blijken uit het feit, dat we allen
hier als symbolisch blijk van onze afwijzing van dat soort onzin
het speldje All different All equal dragen. Ik heb aan mijn
collegas in het kabinet dit speldje gegeven met het verzoek dit in
elk geval op 21 maart jongstleden op Antiracismedag te dragen. Ik
heb het ook aan alle personeelsleden van mijn ministerie laten
uitreiken met hetzelfde verzoek.
We kunnen terugkijken op een productieve tijd. We kunnen
vooruitzien met een gunstig perspectief voor de verdere
beleidsontwikkeling. Zo zal ik naar verwachting in de loop van dit
jaar een Model Gedragscode voor het Rijkspersoneel aan mijn
collegas in het kabinet kunnen voorleggen met het doel deze
modelcode te gebruiken door inpassing in het eigen departementale
personeelsbeleid.
Ik denk dan ook dat het moment gekomen is om het volgende voorstel
te doen.
Op dit moment ontbreekt nog een landelijk forum, waarin landelijke
vertegenwoordigingen van uw organisaties hun plannen en ideeën
kunnen kenbaar maken en afstemmen. Een dergelijk forum lijkt mij
van belang, zoals voor de bespreking van de
registratieproblematiek en van onze internationale presentatie.
Daarom stel ik u voor samen met de Minister van Justitie, met uw
landelijke organisaties van adbs, andere betrokken ngos
(non-gouvernementele organisaties) en organen, de politie en het
openbaar ministerie alsmede gemeenten en provincies - een
nationaal platform op te richten ter bevordering van overleg en
samenwerking voor de bestrijding van discriminatie en racistische
uitingen.
Ik zal hiertoe het initiatief nemen.
Ik ben mij ervan bewust, dat dit een behoorlijke opgave zal kunnen
blijken te zijn. Hopelijk mag ik op de door u reeds getoonde
bereidwilligheid en uw enthousiasme blijven vertrouwen om ook deze
gezamenlijke inspanning tot een goed resultaat te laten leiden.
Hartelijk dank voor uw aandacht en ik ben met u benieuwd naar de
aansluitende culturele act, die naar ik begrepen heb voorafgaat
aan onze borrel.
N.B. alleen gesproken woord geldt.
Relevante links:
De Tolerance Unlimited website
TV-spot van Tolerance Unlimited (RealVideo 20kbps)
TV-spot van Tolerance Unlimited (RealVideo 80kbps)