Sophiaspoortunnel kampt met tegenvaller
17 April 2001
Het boren van de eerste buis van de Sophiaspoortunnel zal ongeveer 4
weken vertraging oplopen. Dit door technische tegenvallers bij de
voorbereiding van onderhoudswerkzaamheden aan het graafwiel van de
boorkop. De Sophiaspoortunnel maakt onderdeel uit van de Betuweroute
en ligt tussen Zwijndrecht en Papendrecht.
Tijdens de voorbereidingen voor het vervangen van snijtanden aan de
buitenring van de boorkop, is een verstoring opgetreden in de
gronddruk voor de boormachine. Dit heeft tot gevolg gehad dat
bentoniet, een steunvloeistof die bij het boren gebruikt wordt, naar
de oppervlakte is gekomen.
Bentoniet is een natuurlijke kleisoort die tijdens het boren wordt
gebruikt om de grond een zodanige stevigheid te geven dat er goed
geboord kan worden. Daarnaast zorgt bentoniet ervoor dat de grond die
bij het boren vrijkomt makkelijk kan worden afgevoerd. Doordat een
doorbraak is ontstaan van de boormachine, op circa twintig meter
diepte, naar de bovengrond is de benodigde gronddruk weggevallen. Deze
druk is nodig om de onderhoudswerkzaamheden uit te kunnen voeren. Pas
daarna kan weer verder geboord worden.
Deze tegenvaller doet zich voor na 3000 meter boren van de eerste
tunnelbuis binnen de gemeentegrenzen van Hendrik-Ido-Ambacht.
Ter versteviging van de bodem boven de tunnel is nu een grote
hoeveelheid zand aangebracht. De komende weken zal de grond voor de
boorkop over een lengte van ca. 3 meter verstevigd worden door het
inbrengen van een zachte beton. Als de boor zich in deze
grondversteviging heeft gedraaid is er weer voldoende ondersteuning om
verder te kunnen boren, uiteraard nadat het geplande onderhoud door
speciale duikers zijn uitgevoerd.