Jaarverslag 2000 van PGGM
10 April 2001
Investeren in duurzaamheid
In 2000 heeft PGGM verder geïnvesteerd in het ontwikkelen van een op duurzaamheid gebaseerd beleid. Dit betekent aandacht voor het gezond en goed functioneren van ondernemingen en organisaties op lange termijn bezien, rekening houdend met de maatschappelijke gevolgen van het beleid. Dat geldt ook voor het pensioenfonds zelf.
Het begrip duurzaamheid heeft met name inhoud gekregen in het
beleggingsbeleid. PGGM werkt op dit moment met enkele pilots om
verdere ervaring op te doen met het operationeel maken van het
duurzame beleggingsbeleid. Er lopen twee mandaten voor Europese
aandelen bij SNS Asset Management (fl 50 miljoen, sinds april 2000) en
de Zwitserse bank Sarasin (110 miljoen Euro, sinds februari 2001). In
deze pilots wordt ervaring opgedaan met zowel positieve als negatieve
screening. Positieve screening betekent het overwegen te beleggen in
ondernemingen die zich in positieve zin onderscheiden op het gebied
van duurzame ontwikkeling, milieu en sociaal beleid. Negatieve
screening betekent het vermijden van landen indien de mensenrechten
stelselmatig worden geschonden en het vermijden van ondernemingen die
gespecialiseerd zijn in de wapenindustrie.
Daarnaast laat PGGM een zogenoemd overlay programma uitvoeren door
Friends Ivory & Sime. Deze beheerder gaat een actieve dialoog aan met
ondernemingen binnen de door PGGM zelf beheerde Europese portefeuille
van 5 miljard Euro. Deze dialoog is gericht op het bevorderen van
positief beleid op het gebied van milieu, mensenrechten en sociaal
beleid. Doel van de pilots is het ontwikkelen van realistische
criteria voor duurzaam beleggen.
Voor PGGM als pensioenfonds is duurzaamheid als het ware de ruggegraat
van het financieringsbeleid. Dit moet zodanig zijn vormgegeven dat de
pensioenregeling ook op lange termijn betaalbaar blijft en veilig is
gesteld. De lange termijn relaties met de aangesloten instellingen en
deelnemers maken het mogelijk een op continuïteit gebaseerd
Asset-Liability beleid te voeren. Dit beleid biedt een absoluut en
relatief bezien aantrekkelijk rendement en dus ook een aantrekkelijke
prijsvorming van het pensioenpakket.
De duurzaamheid van de Nederlandse pensioenvoorziening wordt ook
bepaald door de Europese politieke omgeving. De vergrijzing binnen
Europa heeft grote betekenis voor de financiering van pensioen, de
gevolgen daarvan voor de begrotingen van de lidstaten en de
economische groei. PGGM vindt het derhalve een goede zaak dat de
Nederlandse overheid de pensioenvoorziening op de Europese agenda
heeft gezet.
Anticiperen op wet- en regelgeving
In zijn strategie dient PGGM voortdurend een antwoord te vinden op
veranderingen in nationale en Europese wet- en regelgeving. De
veranderingen die in het verslagjaar hebben plaatsgevonden, laten zich
als volgt vertalen. Als gevolg van de invoering van de nieuwe wet Bpf
mag met ingang van 2002 PGGM Verzekeringen niet meer onder deze naam
opereren. PGGM zal dan binnen het pensioenfonds zelf aanvullende
producten aan de deelnemers aanbieden.
PGGM heeft wijzigingen doorgevoerd in de medezeggenschap van
gepensioneerden. Om onacceptabele effecten van de nieuwe Wet fiscale
behandeling pensioenen te voorkomen, is met het Ministerie van
Financiën een overgangsregeling overeengekomen voor de deelnemers van
wie de vrijwillige voortzetting van de overbruggingsregeling(OBU) vóór
2001 is ingegaan.
Resultaten en benchmarking
In lijn met de ontwikkelingen op de beleggingsmarkten was het
beleggingsresultaat van PGGM in het verslagjaar in absolute zin
beduidend minder gunstig dan in het recordjaar 1999. De gedaalde
aandelenkoersen hadden een drukkend effect op het totale
beleggingsresultaat, dat uitkwam op 3,4%. De outperformance van
eveneens 3,4 % ten opzichte van de eigen benchmark, is vooral te
danken aan de positieve resultaten in de beleggingscategorieën private
equity, commodities, deelnemingen en vastgoed. Over de afgelopen vijf
jaar bezien bedroeg het gemiddelde rendement 15,1%.
De Asset-Liability Management-benchmarkportefeuille van beleggingen in
vastgoed is teruggebracht van 15 naar 13% en die in beursgenoteerde
aandelen wordt teruggebracht van 55 naar 45,5% van de
beleggingsportefeuille. De beleggingen in private equity werden in het
afgelopen boekjaar sterk uitgebreid tot 6,3% (ultimo 1999: 4%). De
belangrijkste effecten van de opname van commodities in de
portefeuille zijn de verlaging van het portefeuillerisico door een
grotere diversificatie en inperking van het inflatierisico. Ultimo
2000 was het aandeel van commodities gelijk aan de beoogde
strategische weging van 4% van de portefeuille. Resultaat van deze
wijzigingen is een profiel met een hoger rendementspotentieel bij een
gelijkblijvend risico.
Het aantal deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden
steeg in 2000 tot bijna 1,6 miljoen. Het aantal aangesloten
instellingen nam toe tot 14.000.
Klanttevredenheid
In 2000 is een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Uit het
onderzoek blijkt dat de klanten, werkgevers, actieve deelnemers en
gepensioneerden, in het algemeen positief zijn over PGGM.
Verbeteringen zijn vooral wenselijk in de snelheid van afhandeling van
het pensioenbericht, de snelheid van klachten afhandelen en het
leveren van maatwerk.
Terugdringen ziekteverzuim
In het verslagjaar is de samenwerking tussen PGGM en Maetis arbo
geïntensiveerd om het hoge ziekteverzuim in de zorgsector het hoofd te
kunnen bieden. Met proefprojecten wordt aangetoond dat versterkte
aandacht door de instellingen zelf en de inzet van meer
Arbo-instrumenten leiden tot minder verzuim en WAO-instroom. In dit
kader verkent PGGM de mogelijkheden tot introductie van producten en
diensten waarbij inkomensverzekeringen, ziektekostenverzekering,
bevorderen van reïntegratie, dienstverlening in de vorm van
Arbo-activiteiten en inspanningen voor preventie in samenhang worden
aangeboden.