Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=413112



Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Azië en Oceanië afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 6 april 2001 Auteur mr J. Roodenburg

Kenmerk DAO-0320-01 Telefoon 070-3485655

Blad Fax 070-3485323

Bijlage(n) E-mail jj.roodenburg@minbuza.nl

Betreft Vrijlating gevangenen in Oost-Timor

Zeer geachte Voorzitter,

Zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg Veiligheidsraad op 23 november 2000, heb ik de eer u te informeren over de berichten dat er vorig jaar in Oost-Timor gevangenen en gearresteerden zijn vrijgelaten wegens plaatsgebrek in cellen. Op nadrukkelijk verzoek van de Nederlandse ambassade heeft het kantoor van UNTAET te Jakarta de volgende uitleg gegeven.

Eind 1999, begin 2000 werd UNTAET geconfronteerd met een groot gebrek aan gevangenissen. In deze beginfase zag het VN-bestuur zich genoodzaakt met kunst- en vliegwerk bestaande gebouwen om te vormen tot gevangenissen. Men kon echter niet voorkomen dat de politie in enkele lichte gevallen gearresteerden en gevangenen naar huis moest zenden.

Met de oplevering van twee gevangenissen in mei 2000 verbeterde de situatie aanzienlijk. Deze gevangenissen werden met buitenlands geld gebouwd. Inmiddels is er een derde gevangenis bijgekomen en is de capaciteit meer dan voldoende, aldus UNTAET.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Kenmerk
DAO-
Blad /1

===