Den Haag, 28 maart 2001
HOOFDPUNTEN VAN SHARON DIJKSMA (PVDA) T.B.V. HET ALGEMEEN OVERLEG OVER DE
FLEXIBILISERING VAN HET SCHOLENBESTAND
In oktober 2000 ging de Ministerraad akkoord met de notitie Naar een
flexibeler scholenbestand van staatssecretaris Adelmund. Strekking van deze
notitie was dat
* ouders een school voor basisonderwijs of voortgezet onderwijs van
hun voorkeur kunnen stichten, ongeacht of het een bestaande of een nieuwe
richting betreft. De voorkeur van ouders kan worden aangetoond via indirecte
meting (plaatselijke leerlingenaantallen bij voorafgaand onderwijs van
dezelfde richting) en via ouderverklaringen;
* regels voor verandering van richting bij basisscholen worden
versoepeld. Voor verandering van richting geldt niet langer de hoge
stichtingsnorm maar de lagere instandhoudingsnorm;
* bij planning van basisscholen in nieuwbouwwijken kan worden
afgeweken van bestaande regels, zodat rekening kan worden gehouden met
verwachte voorkeuren van toekomstige bewoners. Aanvragers moeten de
belangstelling aantonen met belangstellingspercentages in vergelijkbare
recent ontwikkelde wijken;
* de stichtingsnormen blijven hetzelfde, zodat er geen toename van het
aantal scholen wordt verwacht. Er wordt niet getornd aan de positie van
scholen die de laatste school zijn van een bepaalde richting.
De Onderwijsraad reageerde in hoofdlijnen positief op de notitie. De Raad
plaatst enkele opmerkingen:
* ze komt met een interpretatie van de regeling van ouderverklaringen
alsof een school die is opgericht op basis van ouderverklaringen ook meteen
een beroep kan doen op de positie van een laatste school van de richting;
* de "hardheid" van ouderverklaringen moet worden gewaarborgd; de
procedure, de organisatie die verklaringen verzamelt en de beschikbaarheid
van relevante gegevens moeten voldoen aan bepaalde randvoorwaarden;
* bij onduidelijkheid over de signatuur van een school in een nieuwe
wijk of uitblijven van de stichting, moet worden gestart met een openbare
school;
* ze ziet in het voortgezet onderwijs problemen met ouderverklaringen
in verband met stichting van categoriale scholen;
* de regeling leerlingenvervoer zou een zelfde richtingvrijheid moeten
krijgen als de regeling met ouderverklaringen.
De staatssecretaris neemt het advies over de hardheid van ouderverklaringen
over, maar wijst de interpretatie met betrekking tot de laatste school van
de richting af (ook bij beëindiging van de bekostiging wordt geabstraheerd
van de richting). Dat geldt ook voor de opmerkingen over de categoriale
scholen (de onzekerheden worden al verdisconteerd) en de regeling
leerlingenvervoer (beheersinstrument gemeentelijke uitgaven).
De PvdA-fractie vindt de argumentatie van de staatssecretaris overtuigend en zij wil haar dan ook op alle punten steunen. De nadere uitwerking van een wettelijke regeling zien wij met belangstelling tegemoet.