Hoge Raad der Nederlanden 's-Gravenhage
Puttense moordzaak; Hoge Raad beveelt bij tussenarrest nader onderzoek
Bron: Hoge Raad der Nederlanden 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 20-03-2001
PERSBERICHT VAN DE GRIFFIER VAN DE HOGE RAAD, BUITEN
VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET COLLEGE
20 maart 2001
Puttense moordzaak; Hoge Raad beveelt bij tussenarrest nader
onderzoek.
Op dinsdag 20 maart 2001 heeft de Hoge Raad (Strafkamer) een
tussenarrest gewezen op de twee aanvragen tot herziening in de zgn.
Puttense moordzaak (00/3256 en 00/3257 H) die thans in behandeling
zijn. Het Gerechtshof te Arnhem had de twee aanvragers in 1995
veroordeeld tot 10 jaren gevangenisstraf. De raadsman van de
aanvragers, mr. Knoops, heeft op de terechtzitting van 16 januari 2001
de aanvragen mondeling toegelicht. De Advocaat-Generaal Wortel heeft
op 13 februari geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvragen zal
afwijzen. Mr. Knoops heeft daarop nog schriftelijk gereageerd.
Bij de herzieningsaanvragen is onder meer overgelegd een rapport van
de deskundige Prof. Dr. T.K.A.B. Eskes, die destijds door het
Gerechtshof is gehoord. In paragraaf 5 van het tussenarrest overweegt
de Hoge Raad:
"In verband met hetgeen in dat onderdeel van de aanvragen wordt
gesteld acht de Hoge Raad, alvorens verder te beslissen, nader
onderzoek noodzakelijk ter beantwoording van de vraag op grond waarvan
de deskundige tot zijn in dat rapport vermelde oordeel is gekomen."
De Hoge Raad beveelt dan ook dit nader onderzoek en heeft daartoe uit
zijn midden een raadsheer-commissaris benoemd.
De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan. Het nader onderzoek
zal tot gevolg hebben dat de einduitspraak van de Hoge Raad, die zou
plaats hebben op 10 april, zal worden uitgesteld.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AA9800
(Zie het originele bericht)