Inspectie adviseert: ruim f 83 miljoen nodig voor oplossen
problemen Gouda
Een persbericht bij het onderwerp Financiële functie gemeenten en
provincies
20 maart 2001
De gemeente Gouda heeft over een periode van 5 jaar ruim f 83
miljoen nodig voor de structurele oplossing van de financiële
problemen die het heeft als gevolg van de bodem. Dit constateert
de Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden (IFLO)
vandaag in het rapport dat is verschenen naar aanleiding van de
artikel 12-aanvraag van de gemeente Gouda.
IFLO stelt voor om de gemeente de artikel 12-steun in de vorm van
een afkoopsom beschikbaar te stellen. De gemeente kan zo met
ingang van dit jaar de artikel 12-status verlaten.
Het ambtelijk advies van de Inspectie is aangeboden aan minister
De Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Vervolgens
hebben gemeente en provincie maximaal acht weken de tijd om op het
advies te reageren. Aansluitend daarop geeft de Raad voor de
financiële verhoudingen advies, waarna door de fondsbeheerders
(minister BZK en minister Financiën) een definitief besluit wordt
genomen over de aanvullende steun voor Gouda.
Gouda heeft voor het jaar 2000 opnieuw een beroep gedaan op
artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet. Gouda komt sinds 1967
in aanmerking voor extra steun uit het Gemeentefonds. De laatste
artikel 12-periode betrof de jaren 1991 tot en met 1999. Voor het
onderzoek in het kader van de nieuwe artikel 12-aanvraag heeft de
Inspectie de voor artikel 12 gebruikelijke integrale beoordeling
van de begroting toegepast.
Gouda voldoet aan de vereisten voor toelating tot artikel 12. De
aanvraag is tijdig ingediend, de eigen inkomsten tot uitdrukking
komend in het belastingpakket liggen boven het niveau van het
zogenaamde redelijk peil en er is sprake van een aanmerkelijk
structureel tekort in de begroting. Om te kunnen beoordelen of een
gemeente nog een bijdrage kan leveren in het aanvaardbare
begrotingstekort, wordt door de Inspectie onder meer de
vermogenspositie van de gemeente nader bekeken. Uitgangspunt is
dat de artikel 12-gemeente, onder normale omstandigheden, een
redelijk deel van de vrij aanwendbare reserves gebruikt om het
begrotingstekort te verminderen. De totale reserve- en
voorzieningenpositie van Gouda bedraagt ca. f 237 miljoen. Op
basis van de analyse van de vermogenspositie wordt een bedrag van
ongeveer f 7 miljoen aangemerkt als vrij aanwendbaar en betrokken
bij de artikel 12-steun. Eén van de vereisten om in aanmerking te
komen voor aanvullende steun uit het gemeentefonds is dat de eigen
heffingen uit het belastingpakket (OZB, riool- en
reinigingsrecht/afvalstoffenheffing) voldoen aan het redelijk
peil. De gemeente voldoet aan deze eis. In het rapport van de
Inspectie wordt geconstateerd dat Gouda op een aantal
uitgavenclusters aanzienlijke hogere uitgaven heeft dan er aan
middelen uit het gemeentefonds wordt ontvangen. De Inspectie stelt
dat door een verschuiven van geld de gemeente op termijn weer een
sluitende begroting kan hebben waarbij er sprake kan zijn van een
adequaat onderhoudsniveau van bijvoorbeeld wegen. De noodzakelijke
onderhoudsbudgetten zijn (mede) bepaald aan de hand van adviezen
van technische bureaus.
De beheerders van het gemeentefonds hebben door Cebeon onderzoek
laten doen naar de financiële positie van Gouda in relatie tot de
werking van het verdeelsysteem van het gemeentefonds.
Bijzondere aandacht is daarbij uitgegaan naar het vraagstuk van de
bodemgesteldheid. Ook uit dit onderzoek komt naar voren dat de
gemeente op een groot aantal uitgavenclusters hogere uitgaven
heeft dan volgens de ijkpunten uit het gemeentefonds worden
gehonoreerd. Volgens Cebeon kan dit voor het grootste deel worden
verklaard uit eigen, gemeentelijke, keuzes voor een relatief hoog
voorzieningenniveau. Met name voor Kunst en Ontspanning, Oudheid
en Zorg wordt duidelijk meer uitgegeven. Deze hogere uitgaven
verdringen de uitgaven voor andere zaken zoals voor de wegen.
De gemeente Gouda heeft een lange artikel 12-geschiedenis. De
Inspectie stelt daarom voor de gemeente 5 jaar de tijd te geven,
tot en met 2004, voor de noodzakelijke herschikking van middelen.
Gedurende die periode heeft de gemeente een aflopend bedrag aan
steun nodig dat volgens het voorstel dus in één keer wordt
uitbetaald. Daarnaast adviseert de Inspectie om de noodzakelijke
middelen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan wegen
en waterbouwkundige werken bij de artikel 12-steun te betrekken.