Partij van de Arbeid

Bijdrage van Jet Bussemaker 13 maart 2001 PvdA

AAN HET PLENAIR DEBAT OVER DE WET ARBEID EN ZORG (27 207 en 27 208)

Algemeen

Nederland is lange tijd een achterlijk land geweest in Europa als het om gelijke kansen van mannen en vrouwen ging en om de combinatie van arbeid en zorg. Nederland liep achteraan als het om kinderopvang, ouderschapsverlof, zorgverlof, carrièrekansen en ongelijke beloning ging. Alleen op het terrein van deeltijdarbeid liepen we voorop. Maar hoe belangrijk de mogelijkheid om in deeltijd te werken ook is, het is niet de hele oplossing. Het meest succesvol was Nederland lange tijd in haar genereuze kostwinnersregelingen. Onze goede kostwinnersregelingen vormden een wet van de remmende voorsprong op moderne voorzieningen om arbeid en zorg te combineren. We zetten nu een kleine stap vooruit. Maar helaas is het geen wet van de versnelde inhaalmanoeuvre. Het is, eerlijk gezegd, allemaal nogal magertjes. Bij het lezen van alle verslagen dacht ik vaak: mag het een onsje meer zijn?

Vroeger spendeerden we miljarden aan kostwinnersbepalingen. Nog steeds gaat 19 miljard daar naar toe. Maar als het om ouderschapsverlof gaat, is er slechts sprake van een kleine fiscale afdrachtkorting. We hebben veel sociale en fiscale wetgeving geïndividualiseerd - het nieuwe belastingstelsel is daarin een mijlpaal -maar het opbouwen van een nieuwe sociale wet gaat veel moeizamer. Als het om zorgverlof gaat, moeten hemel en aarde bewogen worden voordat er 185 miljoen kan worden uitgetrokken!

De regering wil door deze wetgeving het combineren van arbeid en zorg beter mogelijk maken. Combineren is mooi. Maar dan kan alleen als de condities aanwezig zijn om dat te doen. Hoewel we nu een unicum meemaken, een eerste sociale wet sinds 15 jaar, kan ik helaas niet juichen. Er wordt enorm veel overhoop gehaald, maar weinig concreets aan de bestaande praktijk toegevoegd. De wet is een gemiste kans is om nu een integraal pakket te ontwikkelen. Het ontbreekt b.v. aan een visie over een langdurig zorgverlof. Voor de mensen die het het meest nodig hebben, degenen die met ernstige en langdurige ziekte in hun directe omgeving worden geconfronteerd en niet genoeg hebben aan vakantiedagen en onbetaald verlof, is nog steeds niets geregeld.

Combineren is mooi. Maar dat dient evenwichtig te gebeuren. Voor ons is arbeidsparticipatie van groot belang; in het bijzonder om economische zelfstandigheid te verwerven. Maar betaalde arbeid is niet zaligmakend. Onbetaalde arbeid is van onschatbare waarde voor de samenleving (zorgtaken, vrijwilligerswerk, informele zorg etc.) en dient gewaardeerd te worden. Niet alleen tegelijkertijd met werk maar ook gedurende de hele levensloop. Dat heeft grote consequenties voor beleid ten aanzien van sociale zekerheid, pensioenen, arbeidsmarkt maar ook ten aanzien van gezondheidszorg, wonen etc. Ik kijk daarom met interesse uit naar het onderzoek waar de motie Schimmel/Bussemaker van december jl. om vraagt.

Bij het combineren speelt de overheid speelt een beperkte maar cruciale rol: ze moet faciliteren en mogelijk maken en mensen de gelegenheid geven voor zichzelf en elkaar te kunnen zorgen. In dat kader past ook het Handvest voor Mantelzorgers dat mijn fractie gisteren heeft gepresenteerd. De PvdA vindt dat mantelzorgers waardevol en onmisbaar zijn. Zij geven vorm aan het sociale cement van de samenleving. Hun zorg kan nooit door professionele organisaties worden overgenomen. Maar de vrijwillige solidariteit van mantelzorgers dient wel te worden ondersteund door geïnstitutionaliseerde solidariteit. Dat moet tot uitdrukking komen in de professionele zorg: de aanwezigheid van goede professionele zorg is een voorwaarde om het vrijwillige karakter van mantelzorg te behouden. Die solidariteit moet ook tot uitdrukking komen in het arbeidsbestel: de PvdA streeft een ontspannen arbeidsbestel na waarin arbeidsparticipatie goed te combineren is met onbetaalde activiteiten en maatschappelijke verantwoordelijkheden, zoals mantelzorg. Daarbij geldt als een van de uitgangspunten dat mantelzorg te combineren moet zijn met betaalde arbeid. Door gebrek aan voorzieningen zien veel mantelzorgers zich thans genoodzaakt hun baan op te zeggen, of minder te gaan werken. Een recht op langer durend verlof om voor ernstig zieke naasten te zorgen alsmede erkenning van de competenties van mantelzorgers bij (her)intreding tot de arbeidsmarkt. In Ierland en het Verenigd Koninkrijk zijn de rechten van mantelzorgers vastgelegd in respectievelijk de Carers Charter en de Carers Act. Zo ver zijn we hier nog niet. Wij stellen voor om te komen tot een Handvest voor Mantelzorgers. Ik ben benieuwd wat de staatssecretaris van dit plan vindt en of ze bereid is, samen met haar collega van VWS, een en ander uit te werken.

Een visie over de toekomst van betaalde arbeid en onbetaalde en informele zorg mis ik in de stukken van de regering. Coherentie ontbreekt. Ook in termen van financiering. De regering kiest er voor diverse verlofvormen op steeds andere manieren te financieren: kortdurend zorgverlof door een generieke lastenverlichting voor werkgevers, loopbaanonderbreking door een bijdrage uit het Algemeen Werkloosheidsfonds, kraamverlof door de kosten door werkgevers te laten betalen en ouderschapsverlof via een fiscale afdrachtkorting. Mijn fractie ziet veel in een financieringssysteem waarin overheid, werkgevers en werknemers geld storten; zo ontstaat een arbeid en zorg fonds (vgl. het AWF). Dat zou passen in een volksverzekering, een zorgverzekering. De basisuitkering die de wet biedt kan via cao's worden aangevuld. Daarbij zouden, behalve het kortdurend verlof, op termijn ook het ouderschapsverlof, het kraamverlof, het langerdurend verlof en de loopbaanonderbreking onder kunnen worden gebracht. Een dergelijk systeem sluit aan bij risicospreiding en combineert individuele met collectieve verantwoordelijkheid. Ik weet dat de staatssecretaris niet overtuigd is van dit idee als het om kortdurend verlof gaat. Maar ik zou haar willen vragen bij de beantwoording in te gaan op de uitgangspunten van deze gedachte.

Dat ik de wet weliswaar een stap vooruit, maar tegelijkertijd een gemiste kans vindt, blijkt uit verschillende amendementen die ik samen met mevrouw Schimmel heb ingediend. De uitgangspunten, die ik daarbij gehanteerd heb, zijn het uitbreiden van verlofmogelijkheden, het bevorderen van flexibilisering bij het opnemen en zoeken van vervanging en het toepassen van een financieringssystematiek die rekening houdt met risicospreiding.

Tot zover de algemene uitgangspunten van de wet. Ik kom bij de afzonderlijke regelingen.

Zwangerschaps- en bevallingsverlof
Er verandert feitelijk niet veel maar essentieel is wel dat nu voor het eerst een verlofrecht telt bij zwangerschap en bevalling. Zwangerschapsverlof telt niet langer mee bij het wachtjaar voor de WAO. Zeer terecht.


- Blijft over dat zwangerschapsverlof voor zelfstandigen nog steeds niet goed is geregeld in de WAZ-systematiek. Die zou wat ons betreft niet afhankelijk moeten zijn van winstinkomen van de jaren daarvoor. Mijn fractie hecht aan een voor alle beroepsgroepen dekkend stelsel.


- Dat betekent dat ook politieke ambtsdragers recht moeten hebben. Wanneer komt de regering met een voorstel? Anders dien ik alsnog een deels al voorbereid initiatiefvoorstel in.


- De regering wil de uitkering bij ziekte, veroorzaakt door zwangerschap blijven regelen in de Ziektewet. Deze opsplitsing compliceert de uitvoering. Hoe gaat dat geregeld worden?


- Vrouwen moeten nu uiterlijk 4 weken voor de uitgerekende datum verlof opnemen. Waarom zou dat eigenlijk niet 2 weken kunnen zijn, op nadrukkelijk verzoek van de werknemer. Immers, sommige vrouwen willen misschien juist langer verlof na de bevalling. Ik overweeg een amendement te dienen.

Adoptieverlof
Ouders die een kind adopteren hebben nu geen enkel recht op verlof. Terwijl zowel de organisatie (ophalen van een kind) als de gewenning van kind aan nieuwe ouders veel tijd vraagt. Na jaren aandringen komt er nu betaald (100 % loon) verlof van drie weken per ouder. Wij hebben al eerder aangegeven dat vier weken wat ons betreft logischer zou zijn. Samen hebben ze dan 8 weken: dat is nog steeds maar de helft van zwangerschapsverlof. De overgangsbepaling vind ik nog steeds erg zuinig. Juist omdat we al zo lang hebben moeten wachten op adoptieverlof, had dat nu wel iets genereuzer gekund.

Kraamverlof
Kraamverlof is met name van belang om mannen bij de zorg te betrekken. Dat heeft dus onze steun. Maar bijna alle cao's kennen al een verlof van 2 dagen met 100% doorbetaling op kosten van de werkgever. De regering kiest voor 2 aaneengesloten dagen, en niet voor werkdagen. Dit werkt nadelig uit voor deeltijder; mijn fractie pleit voor 5 werkdagen. Volgens de huidige wet zou dat betaald moeten worden door werkgevers. Dat is wel erg gemakkelijk afschuiven van de kosten. Mijn fractie ziet hier mogelijkheden voor het genoemde Arbeid en Zorgfonds om de kosten te delen. Ik verzoek de staatssecretaris hier bij de beantwoording nadrukkelijk op in te gaan, omdat ik overweeg in tweede termijn over de wijze van financiering een motie in te dienen.

Zorgverlof
Mijn fractie is blij met het 10-daags zorgverlof, maar heeft nog steeds kritiek op onderdelen, die ook in de beantwoording door de regering niet is weggenomen.


- De beperking van de kring van rechthebbenden is nogal traditioneel. Ik zie nog steeds niet in wat de ratio is om het verlof te beperken tot inwonende kinderen en partner. Wat als je oude moeder haar heup breekt of je vader ernstige longontsteking krijgt? Zeker zolang er nog geen andere vormen van verlof bestaan vinden wij dat de kring van rechthebbenden moet worden uitgebreid naar uitwonende kinderen en (schoon)ouders. De kosten daarvan zijn beperkt ( fl. 25 miljoen) de maatschappelijke betekenis is groot.


- De positie van alleenstaande ouders: die zie ik mede in het licht van de discussie over arbeidsplicht (liever wat ons betreft: het recht op arbeid en de combinatie van arbeid en zorg) voor alleenstaande ouders. Wij hebben toen al aangegeven dat wij vinden dat ze extra verlofrechten moeten hebben. Dat past wat ons betreft bij een beleid waarin obstakels voor betaalde arbeid worden weggenomen en condities voor arbeid en zorg worden gecreëerd. Twee ouders met een kind kunnen samen maximaal 20 dagen opnemen. Een alleenstaande ouder met drie kinderen heeft maximaal recht op 10 dagen. Samen met D66 hebben we een amendement ingediend dat alleenstaande ouders 15 dagen zorgverlof toekent, onder voorwaarde dat er geen andere (co)ouder is die verlof op kan nemen. De uitbreiding van 15 dagen komt tegemoet aan rekening houden met hun positie, zonder hun arbeidsmarktpositie al te veel te verslechteren.


- De financiële compensatie voor het zorgverlof loopt in de regeringsvoorstellen via de werkgever. Probleem is alleen dat dit gaat via een generieke lastenverlichting. Werkgevers krijgen dus evenveel compensatie ongeacht de mate waarin er gebruik wordt gemaakt van zorgverlof. De bedoeling van die lastenverlichting zijn ze snel vergeten. Dat blijkt nu al: ze hebben de lastenverlichting al per 1 januari gekregen, maar het aantal cao-afspraken over zorgverlof is voor zover ik weet niet toegenomen. Of heeft de staatssecretaris positievere informatie? Wat gaat ze doen als de lastenverlichting niet het gewenste effect heeft? Het beleid omgooien? De lastenverlichting die nu aan werkgevers wordt gegeven is hoog ingeschat (de helft van het maximumbedrag, dat is 185 miljoen gulden). De lastenverlichting krijgen ze bovendien vooraf; er is geen enkele garantie dat het maximale te verwachten verlof ook zal worden opgenomen. De gekozen financiering levert voor ons ook op andere gronden zeer ongewenste effecten op; zolang vrouwen meer van dit verlof gebruik maken dan mannen worden werkgevers die veel vrouwen in dienst hebben gestraft. Dat geldt b.v. voor het onderwijs, de zorg en de kinderopvang, bij uitstek sectoren waar nu juist extra in moet worden geïnvesteerd. Het zou wel erg wrang zijn, juist nu het rapport van de commissie van Rijn er ligt dat aangeeft dat meer moet worden geïnvesteerd in zorg en onderwijs ook juist in relatie tot arbeid en zorg, wij de werkgevers hier op extra lasten zouden jagen?


- Elk alternatief levert echter veel administratieve rompslomp voor de werkgevers op (165 miljoen gulden bij de AWF, 135 miljoen gulden bij de fiscale variant). Toch lijkt de constructie die thans bestaat voor andere wetten (zoals loopbaanonderbreking) wenselijker, boven het regeringsvoorstel. In alle eerdere debatten zijn twee alternatieven naar voren gebracht; één die door financiering via het AWF wordt geregeld, en één via fiscaliteit. Volgens de regering zijn hier extra (uitvoerings)kosten aan verbonden. Maar die moeten we dan maar voor lief nemen. Ik vind dat beleid zoveel mogelijk gericht moet zijn op een combinatie van rechtvaardigheid en doelmatigheid, maar doelmatigheid mag niet ten koste gaan van rechtvaardigheid. Een derde mogelijkheid is via premieafdracht achteraf bij verwachting van bovengemiddeld gebruik.

Relatie met calamiteitenverlof
Het is van belang dat calamiteitenverlof blijft bestaan. Vreemd is wel dat de regering aan een mogelijke calamiteit nu een tijdsduur verbindt van maximaal 1 dag. Ik begrijp dat dat nodig is om verlofrechten op elkaar af te stemmen. Je kunt niet eerst vier dagen calamiteitenverlof opnemen bij een ziek kind en vervolgens zorgverlof. Maar bij andere vormen van calamiteit, daar waar geen specifiek verlof volgt, zou toch vermeden moeten worden dat er een directe grens van 1 dag wordt getrokken. Ik denk b.v. aan een overstroming of brand. Kan de staatssecretaris bevestigen dat het calamiteitenverlof dezelfde flexibiliteit houdt die het nu heeft?

Wet op de loopbaanonderbreking (FINLO)
Wij hebben al eerder onze zorg uitgesproken dat deze wet, door teveel restricties en bepalingen niet voldoet aan het gestelde doel. Het doel is verlof voor zorg en onderwijs te stimuleren. Mijn fractie is nog steeds geïnspireerd door de goede ervaringen in België en Denemarken met deze wet. Daar is het een groot succes, maar daar is de wet dan ook veel flexibeler en het verlof gemakkelijker op te nemen Terwijl de behoefte aan een dergelijke regeling groot is, werden in 1999 slechts 205 aanvragen toegekend. In de meeste gevallen ging het om palliatief verlof, omdat hiervoor niet de eis geldt dat de verlofganger vervangen moet worden. Op al de voorstellen van mijn fractie, al vorig jaar tijdens een algemeen overleg, en ook bij de schriftelijke vragen over deze wet, stelt de regering geen aanpassingen te willen doen omdat de wet kostenneutraal moet blijven. De nota van wijziging bevat slechts enkele zeer summiere wijzigingen. Maar ondertussen is er nu sprake van een zeer forse onderbesteding. Van de gereserveerde 50 miljoen gulden wordt nog geen 10 miljoen opgemaakt. Kortom, om de wet te kunnen laten functioneren moet het voor verlofgangers makkelijker worden om verlof op te nemen en voor werkgevers om verlofgangers te vinden. Daarom heb ik de volgende amendementen ingediend:


- De vervangingseis vervalt als het om de verzorging van een ernstige zieke gaat. Zolang er geen goed verlofrecht voor mantelzorg is, dient de wet op de loopbaanonderbreking te worden aangepast. In Denemarken en België zijn goede ervaringen opgedaan met deze vorm van verlof. Overigens, ook het regeerakkoord stelt dat tijdens de eerste evaluatie nagegaan zal worden in hoeverre de gronden voor financiering zonder het vereiste van vervanging kunnen worden uitgebreid.


- Het aantal herintreders dat als vervanging aangesteld mag worden is nu aan een maximum gebonden en het aantal uren dat vervangers mogen werken is minimaal 18 uur. Wij willen dat versoepelen door de eerste bepaling te schrappen (geen minimum voor herintreders meer) en het minimaal aantal uren dat een verlofganger moet worden aangesteld op 12 uur te bepalen, gangbaar aan de huidige regels bij beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt. De staatssecretaris heeft vorig jaar uitgesproken dat de positie van herintreders haar zeer ter harte gaat en zij er veel aan wil doen om hun positie te verbeteren. Ik kan me daarom nauwelijks voorstellen dat deze amendementen op bezwaren van de kant van de regering stuiten.


- Tijdens het kamerdebat bij de invoering van de wet is toegezegd dat de uitkering de looninflatie zou volgen. Naar mijn idee is dat nog nooit gebeurd. Kan de staatssecretaris aangeven of dit juist is en, zo ja, waarom eigenlijk niet?

Ouderschapsverlof
De mogelijkheid het verlof te splitsen in drie delen (3 x drie maanden) heeft onze instemming. Grootste bezwaar tegen de huidige regeling is dat deze onbetaald blijft. De fiscale afdrachtkorting die onlangs is geïntroduceerd verhelpt daar vooralsnog weinig aan. In de cao's die na introductie van deze korting zijn afgesloten, is vooralsnog geen sprake van uitbreiding, voor zover ik weet. Wat weet de staatssecretaris daarover? Komt dit thema op het komende voorjaarsoverleg, om na te gaan of de afdrachtskorting het gewenste effect heeft?
Het had wat ons betreft meer voor de hand gelegen de wet op de loopbaanonderbreking aan te passen door de eis van vervanging te laten vallen en de uitkering te verhogen. Nog beter zou het zijn op termijn een zorgverzekering te creëren waaronder ook ouderschapsverlof een plek krijgt. Wil de regering de Kamer informeren over de mogelijkheden daartoe en de kosten ermee verbonden, uitgaande van twee varianten: doorbetaling van 80% WML en doorbetaling van 70% salaris?

Langdurend (mantel)zorgverlof
In de discussienota over Arbeid en Zorg was nog sprake van een recht op onbetaald langdurig verlof. Dat recht vinden we in de wet niet terug. Maar gelukkig is er nu de SCP-verkenning over de behoefte aan betaald langdurig verlof. Dat onderzoek sterkt mij in de gedachte dat een langdurend verlof nodig is. Bijna 100.000 mensen hebben behoefte aan betaald verlof. Met kunst en vliegwerk, en soms met overspannenheid als gevolg, lukt het hen nu om voor dierbaren te zorgen. De helft van de opnames in verpleeghuizen heeft te maken met ziekte of overspannenheid van de verzorger, en niet met die van de zieke. Veel mantelzorgers geven aan dat ze gestopt zijn met werken of niet in zijn gegaan op verzoeken om meer te werken. Veel landen om ons heen kennen ondertussen een vorm van langer durend verlof.

Ik noemde al eerder het arbeid en zorg fonds in de vorm van een (volks)verzekering. Ook voor betaald ouderschapsverlof, kraamverlof e.d. zou zo'n regeling nut kunnen hebben. Er is veel maatschappelijk steun voor zo'n regeling. Het zou moeten gaan om een individueel recht. Te denken valt aan een doorbetaling van 80 of 100 % WML. Opvallend in de SCP-studie is dat met name laagbetaalden behoeften hebben aan een dergelijke regeling. Mensen met hoge inkomens kunnen het zo nodig makkelijk aanvullen via het sparen van verlof. Ik weet dat de regering nog voor de zomer met een standpunt komt, en het CPPB doorrekeningen wil laten maken. Maar wat voor doorrekeningen? Kan de staatssecretaris iets duidelijker maken in welke richting zij denkt? Ik heb daar wel behoefte aan, ook omdat ik overweeg in tweede termijn de regering een motie voor te leggen over hoe zo'n langer durend verlof er naar ons idee uit zou kunnen zien.

Politiek verlof
Dit is een vreemde eend in de bijt. De relatie met arbeid en zorg is niet duidelijk, en bovendien selectief. Alleen de bepaling om in werktijd vergaderingen van vertegenwoordigende organen bij te wonen is in de wet opgenomen, de terugkeerregeling niet. Het is niet erg overtuigend maar nu dit toch is gebeurd, is er nog meer sprake van een gemiste kans om ook voor politici iets te regelen op het terrein van arbeid en zorg (zwangerschapsverlof!). Met name voor gemeenteraadsleden zou dit, gezien het lage en weer dalende percentage vrouwen, geen kwaad kunnen.

Overig

- Welke ondersteuning komt er voor scholingsverlof, behalve via de bestaande wet op de loopbaanonderbreking? Een en ander wordt wel erg gemakkelijk op de tafel van sociale partners gelegd. Is de regering bereid de Wet loopbaanonderbreking aan te passen op scholingsverlof en dit in cao-onderhandelingen te bevorderen? In België werkt dit goed.


- Verlof creëert voor werkgevers soms problemen. Creatieve oplossingen zijn noodzakelijk (zie het onderzoek over MKB en verlof). Soms werken arbeidspools, soms initiatieven tot cultuurverandering. Zie b.v. ook organisaties als bureaus verlofsparen en wisselwerk. Het is belangrijk 'good practices' in kaart te brengen en te verspreiden door de regering.