Succes Gouden Eeuw te danken aan kapers
Piet Heyns verovering van de zilvervloot was niet het enige
Nederlandse kapersucces. Onderzoek van NWO-historici van de
Universiteit Leiden heeft aangetoond dat kaapvaart in de zeventiende
eeuw een veel belangrijkere tak van scheepvaart was dan tot dusverre
is aangenomen. Zo dankt de VOC haar bestaan aan een kapersverleden.
Bijna geen voorval uit de Nederlandse geschiedenis is zo bekend als het binnenhalen van de zilvervloot in 1628. Voor de eerste en enige maal in de geschiedenis veroverden kapers de Spaanse handelsvloot die jaarlijks tussen Spanje en de Nieuwe Wereld voer. Leidse historici stellen dat dit Nederlandse kapersucces geen incident was. De basis voor Nederland als centrum van de wereldhandel blijkt tot stand te zijn gekomen dankzij kaapvaart en oorlogsvoering.
De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) was, volgens de historici,
als gevolg van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) in de eerste dertig
jaar van haar bestaan overwegend een kaapvaartorganisatie in plaats
van de succesvolle handelsonderneming waartoe zij later zou
uitgroeien. De West-Indische Compagnie op haar beurt bracht via
grootschalige kaperactiviteiten in het met Spanje verbonden Atlantisch
Gebied enorme schade toe aan Spanje en Portugal. Door middel van
kaapvaart en oorlogsvoering doorbraken de Nederlanders het Spaanse
monopolie op de vaart op de beide Indiën.
De actiefste kapers kwamen uit Zeeland. In deze calvinistische en
strijdlustige provincie was de kaapvaart een buitengewoon belangrijke
economische bedrijfstak. De Zeeuwen richtten hun aanvallen vooral op
de Portugese suikervloten uit Brazilië.
De Zeeuwen verzetten zich heftig tegen de vrede met Spanje in 1648.
Oorzaak was een algehele economische teruggang en niet, zoals de
geschiedenisboeken vermelden, het mogelijk wegvallen van inkomsten uit
kaapvaart. Voor Zeeland eindigde de kaapvaart en de Tachtigjarige
Oorlog namelijk niet met de Vrede van Munster maar dertien jaar later
met de Vrede met Portugal in 1661.
Kaapvaart was een vorm van oorlogvoering ter zee waarbij de staat
particulieren machtigde tot het veroveren van vijandelijke schepen en
goederen. Kaapvaart onderscheidde zich van piraterij doordat kapers
zich aan de regels van het zeeoorlogsrecht hielden. Daarnaast ontving
de kaper een officieel document, de kaperbrief genaamd. Een van de
opmerkelijke vondsten van het NWO-onderzoek was de ontdekking van een
originele kaperbrief op perkament compleet met zegel van de Prins van
Oranje. Kaperbrieven toonden aan dat de kaper namens de Nederlandse
staat handelde. Gekaapte schepen werden opgebracht in een Nederlandse
haven alwaar de rechter vaststelde of de verovering rechtmatig was
geschied. Was dit het geval dan werden schip en lading bij opbod
verkocht.
Nadere informatie bij:
* drs. Ivo van Loo (UL, Rechtsgeleerdheid)
* tel. (0118) 641628 (privé)
* e-mail ivovanloo@hotmail.com
* Promotie eind 2001