Ministerie van Algemene Zaken

Alleen het gesproken woord geldt

Toespraak van Minister-President Kok t.g.v. de uitreiking van de Geuzenpenning 2001 aan de Landelijke Sinti Organisatie en het European Roma Rights Center op dinsdag 13 maart 2001

Koninklijke Hoogheid, zeer gewaardeerde heer Minco, geachte aanwezigen, dames en heren.

Het is voor mij een eer en een genoegen om bij de uitreiking van de Geuzenpenning 2001 aanwezig te zijn en kort het woord te mogen voeren.

De keuze van de laureaten dit jaar, te weten:

* de Landelijke Sinti Organisatie en

* het European Roma Rights Center
geeft aan deze uitreiking van de Geuzenpenning een bijzonder karakter.

In de Europese geschiedenis van Sinti en Roma nemen vervolging, onderdrukking en verdrijving door de jaren heen helaas een centrale plaats in.

Ook in ons land zijn Sinti en Roma niet zelden geconfronteerd met negatieve vooroordelen, afwerende reacties en vormen van maatschappelijke uitsluiting of achterstelling.

Van de gewelddaden van het nationaal-socialistische regime voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn ook Sinti en Roma op buitensporige wijze het slachtoffer geworden.
Velen van hen zijn vanuit bezet Europa getransporteerd naar de vernietigingskampen. Slechts weinigen hebben dit overleefd.

De heer Minco heeft zojuist in zijn toespraak de razzia van 16 mei 1944 op Nederlandse Sinti en Roma gememoreerd:
een inktzwarte bladzijde in het boek van onze gezamenlijke geschiedenis.




2
Dat bij de arrestatie ook Nederlandse autoriteiten aanwezig waren stemt tot nadenken, ook bij het hanteren van de begrippen 'goed' en 'fout'.

De weinigen die de kampen wisten te overleven, moesten bij terugkeer in Nederland een nieuw bestaan opbouwen.
Dat was ook voor de Sinti en Roma geen eenvoudige opgave. Zij kwamen terug in een geruïneerd land waarin iedereen zijn of haar eigen zorgen en sores had.
Alle energie in Nederland werd gericht op herstel, wederopbouw en een nieuwe toekomst.

De handen moesten uit de mouwen.
Voor omzien en emoties gunde men zichzelf en anderen weinig tijd. Nú beseffen wij dat hun opvang en begeleiding in onze samenleving beter had gekund.

Vandaag de dag kennen wij in ons land een bloeiende Sinti- en Roma-gemeenschap. De onverminderde overlevingsdrang, de innerlijke kracht en de hechte sociale banden die deze gemeenschap kenmerken, komen mede tot uitdrukking in de doeltreffendheid waarmee Sinti en Roma hun belangenbehartiging weten te organiseren.

Daaraan is door enkele voorlieden op bijzondere wijze vorm en invulling gegeven. Ik noem er twee.

De Nederlandse gemeenschap van Sinti en Roma vond een voortreffelijk pleitbezorger in Hannes Weiss die aan de wieg stond van de landelijke Sinti organisatie.

Lalla Weis heeft deze organisatie verder ontwikkeld. Met een team van enthousiaste vrijwilligers werden de hoofdopgaven van de Sinti en Roma-beweging aangepakt, te weten:

* het bestrijden van vooroordelen en discriminatie door burgers en instellingen,

* het ondersteunen en begeleiden van de leden van de jongere generatie bij het vinden van hun plaats in de samenleving en




3

* de zorg en aandacht voor de slachtoffers met oorlogstrauma's en de doorwerking daarvan naar de na-oorlogse generatie.

In samenwerking tussen de regering en de Landelijke Sinti Organisatie is een regeling tot stand gebracht, gericht op rechtsherstel van oorlogsslachtoffers en hun nakomelingen.
Zelf heb ik samen met enkele collega-bewindslieden met vertegenwoordigers van Sinti en Roma enkele malen hierover mogen spreken.

Mede in dit kader zijn met materiële steun van gemeenten projecten op het gebied van onderwijs en beroepenoriëntatie opgezet en zijn werkgelegenheidsmogelijkheden ontwikkeld met het oog op de toekomst van de jonge generatie.

Deze initiatieven zullen ook in de komende jaren onze volle ondersteuning houden. Zo maakt het maatschappelijk isolement van weleer plaats voor gelijkwaardigheid en saamhorigheid.

De Landelijke Sinti Organisatie heeft op het internationale vlak haar sporen verdiend:
* als adviseur van vergelijkbare organisaties in andere Europese landen,
* als toelichter van "good practices" op conferenties en
* als pleitbezorger bij multilaterale organisaties.
Het ongedeelde Europa waaraan wij bouwen, heeft ook voor Sinti en Roma een bijzondere betekenis.
Zij zijn immers al eeuwen lang burgers van diverse huidige en nieuwe lidstaten van de Europese Unie.

Binnen kandidaat-lidstaten vormen Sinti en Roma-gemeenschappen niet zelden omvangrijke minderheidsgroepen en in Roemenië bijvoorbeeld vertegenwoordigen zij 10% van de totale bevolking.

In het proces van voorbereiding op toetreding tot de Europese Unie letten Europese Commissie en regeringen van de lidstaten scherp op de kwaliteit van de rechtsstaat in




4
de kandidaat-lidstaten.

De criteria, vastgesteld door de Europese Raad te Kopenhagen, gelden daarbij als maatstaf.

Over de positie van minderheden in die landen wordt bij voortduring en met grote nauwgezetheid gesproken.
De voortgang die hierbij wordt geboekt is immers een belangrijke graadmeter voor het democratisch gehalte van de betreffende landen.

De Nederlandse regering steunt NGO's die zich in kandidaat-lidstaten inzetten voor het verbeteren van de positie van Sinti en Roma.
Tijdens recente bezoeken aan Roemenië en Hongarije heb ik ook zelf aandacht mogen besteden aan de positie van deze bevolkingsgroepen, onder meer door het bezoeken van projecten.

Het is in het bijzonder te danken aan het European Roma Rights Center dat misstanden direct worden gesignaleerd, zodat daar snelle en adequate reacties kunnen volgen.

Al vele jaren zet het European Roma Rights Center zich op voortreffelijke wijze in voor de mensenrechten van Roma:
door middel van publiciteit, actieve pleitbezorging, juridische ondersteuning en monitoring van landen en regio's.

Van de resultaten van deze monitoring wordt door lidstaten en instellingen van de Europese Unie actief gebruik gemaakt.
De Raad van Europa heeft aan het Center de consultatieve status verleend.

Bescherming van mensenrechten is een groot goed dat wij in Europa moeten koesteren.
De kwaliteit van een samenleving valt af te lezen aan de wijze waarop zij met haar minderheden omgaat.




5

Dat geldt ook voor de positie en rechten van Sinti en van Roma.

Dames en heren,

De beide laureaten van vandaag zijn onze partners in het streven om de kwaliteit van de Nederlandse en Europese samenleving op een hoog peil te brengen en te houden.

Graag sluit ik deze korte toespraak af met een hartelijke felicitatie aan de beide laureaten:
bij de toekenning van de Geuzenpenning 2001 had men waarlijk geen betere keus kunnen maken!