Gewijzigde procedure Handhaving Drank- en Horecawet.
Het college van burgemeester en wethouders heeft een gewijzigde
procedure voor de handhaving van de Drank- en Horecawet vastgesteld.
Deze nieuwe procedure is van belang voor horecaondernemers, die
wijzigingen in hun onderneming doorvoeren. Voor personen die op een
rechtsgeldige Drank- en Horecavergunning staan vermeld, heeft deze
nieuwe procedure geen consequenties, zolang zij geen wijzigingen
doorvoeren.
Alle horecaondernemers en andere personen die een Drank- en
horecavergunning hebben op grond van de Drank- en Horecawet zijn
hierover op 5 maart 2001 per brief geïnformeerd.
De gewijzigde procedure is vooral in de volgende drie situaties van
belang:
Een nieuwe horeca-inrichting.
Indien sprake is van een nieuwe horeca-inrichting mag een exploitant
geen alcoholhoudende drank schenken zonder te beschikken over de
vereiste vergunning op grond van de Drank-en Horecawet.
De horeca-inrichting blijft gesloten, totdat de exploitant over de
vereiste vergunning beschikt.
Een nieuwe ondernemer neemt een bestaande horeca-inrichting over.
Indien een nieuwe ondernemer een bestaande horeca-inrichting overneemt
mag de exploitant geen alcoholhoudende drank schenken (zie artikel 3
van de Drank en Horecawet). Er dient namelijk een nieuwe Drank- en
Horecavergunning te worden aangevraagd.
Echter wanneer de aanvraag voor de vergunning in orde is, kan de
ondernemer een gedoogverklaring (onder voorwaarden) krijgen voor de
duur van drie maanden, waarin wel alcoholhoudende drank verkocht mag
worden. Deze gedoogverklaring moet ondertekend worden teruggestuurd.
De ondernemer mag in die periode geen speelautomaten plaatsen en er
wordt in deze periode geen ontheffing sluitingstijd verleend.
De rechtsvorm van een horeca-inrichting wordt omgezet/een wijziging
van leidinggevende
Indien de rechtsvorm van een horeca-inrichting wordt gewijzigd, mag de
exploitant geen alcoholhoudende drank schenken (zie artikel 3 van de
Drank en Horecawet). Er dient namelijk een nieuwe Drank- en
Horecavergunning te worden aangevraagd.
Echter wanneer de aanvraag voor de vergunning in orde is, kan de
ondernemer een gedoogverklaring (onder voorwaarden) krijgen voor de
duur van drie maanden, waarin wel alcoholhoudende drank verkocht mag
worden. Deze gedoogverklaring moet ondertekend worden teruggestuurd.
Indien blijkt dat de horeca-inrichting zich in het verleden al heeft
bewezen mogen in de gedoogperiode wel speelautomaten worden geplaatst.
Tevens kan eventueel een ontheffing sluitingstijden worden verleend.
Nadrukkelijk wijzen wij u er op, dat een vergunningaanvraag niet in behandeling wordt genomen, indien een horecaondernemer niet voldoet aan de eisen van sociale hygiëne en niet is ingeschreven als ondernemer bij de Kamer van Koophandel. Ook dient een horecaondernemer in beginsel te voldoen aan de gestelde zedelijkheidseisen.
De gevolgen van het niet in behandeling nemen van een
vergunningaanvraag zijn gelijk aan de hierboven beschreven situaties.
D.w.z. in het geval van een nieuwe ondernemer en een nieuwe
inrichting, blijft de inrichting dicht!
Mocht u nog vragen hebben over de gewijzigde handhavingprocedure dan
kunt u voor nadere informatie contact opnemen met de afdeling Algemene
Juridische Zaken/Buro Vergunningen. Buro Vergunningen is tijdens
werkdagen bereikbaar van 9.00- 12.00 uur onder telefoonnummer (0318)
68 08 61.
Ook indien u van plan bent een wijziging in uw horecabedrijf door te
voeren of een horecabedrijf over te nemen, is het van belang om van
tevoren contact met het Buro Vergunningen op te nemen.
Ede, 7 maart 2001