Gemeente Ede

Beleidsplan algemene bijstandswet: nadruk op zelfredzaamheid

Begeleiding naar zelfredzaamheid is het motto voor de uitvoering van de Algemene bijstandswet. Dit is te lezen in het beleidsplan 2001 van de afdeling Werk, Inkomen en Zorg van de gemeente Ede. Op 14 december 2000 heeft de gemeenteraad ingestemd met de plannen. Het beleidsplan ligt nu ter inzage voor het publiek bij het Infocentrum bij de hoofdingang van het gemeentehuis aan de Bergstraat 4.

Noodzakelijke kosten
De Algemene bijstandswet is bedoeld voor mensen die zelf niet over de middelen beschikken om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. De gemeente voert de bijstandswet uit voor haar inwoners. Dit betekent dat de gemeente beslist op een aanvraag om bijstand. In de gemeente Ede gebeurt dit door de hoofdafdeling Werk, Inkomen en Zorg. De gemeente als inkomensverstrekker zorgt ervoor dat mensen die daar recht op hebben tijdig en correct de (aanvullende) uitkering krijgen. Maar de gemeente doet meer. Hoofddoelstelling van het beleid is dat iedereen binnen de eigen mogelijkheden en beperkingen een zelfstandig bestaan kan leiden.

Extra inspanningen
Door de gunstige economische ontwikkeling en de inspanning van de gemeente zijn veel mensen erin geslaagd werk te vinden. Voor de mensen voor wie dat nog niet gelukt is wil de gemeente extra inspanningen verrichten. De toeleiding naar werk staat centraal in het nieuwe beleid. De gemeente gaat reïntegratietrajecten uitzetten voor mensen die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt. De trajecten worden op maat aangeboden, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met ieders sterke en zwakke kanten. De gemeente beschikt over veel instrumenten om uitkeringsgerechtigden te ondersteunen bij het vinden van een baan. Er is onder andere kinderopvang voor alleenstaande ouders met een uitkering die willen werken en er zijn werkervaringsplaatsen of dienstbetrekkingen in het kader van de WIW (Wet inschakeling werkzoekenden.)De gemeente werkt nauw samen met andere instellingen die ervaring hebben met het toeleiden van werkzoekenden naar werk. De inrichting van een Centrum voor Werk en Inkomen met één loket voor de klant is een concreet voorbeeld van deze samenwerking.

Zorgtaken
De gemeente heeft ook zorgtaken die gebaseerd zijn op de uitvoering van de algemene bijstandswet. Schuldhulpverlening is hier een voorbeeld van, omdat het hebben van schulden moeilijkheden geeft bij het vinden van werk. In 2001 wordt ervaring opgedaan met een centraal meldpunt schuldhulpverlening. Een ander voorbeeld is de opvang van vluchtelingen en nieuwkomers in de gemeente Ede. De gemeente voert de wet inburgering nieuwkomers uit. Deze wet is bedoeld om nieuwkomers zelfredzaam te maken, zodat zij zelfstandig kunnen deelnemen aan de Nederlandse samenleving. Het leren van de Nederlandse taal en toeleiding naar werk zijn belangrijke instrumenten. Voor mensen die langdurig werkloos zijn wordt ingezet op sociale activering. Sociale activering is ook bedoeld om sociaal isolement te voorkomen en mensen te stimuleren weer deel te nemen aan de samenleving. Dit gebeurt onder andere in het vrijwilligerswerk of in speciale projecten zoals het weefatelier voor Marokkaanse vrouwen. Sociale activering kan het begin zijn van een traject dat leidt tot het verrichten van betaald werk.

Maatschappelijke dienstverlening
De gemeente voert ook zorgtaken uit die niet verwant zijn aan de uitvoering van de Algemene bijstandswet. De beleidsvoorbereiding van deze zorgtaken vindt plaats op de hoofdafdeling Werk, Inkomen en Zorg. Het gaat om maatschappelijke dienstverlening, het regionaal indicatieorgaan, ouderenzorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, gezondheidszorg, verslavingszorg en de Wet voorziening gehandicapten.

Inzien
Bent u geïnteresseerd in de plannen van de gemeente Ede dan kunt u het beleidsplan inzien bij het Infocentrum van de gemeente aan de Bergstraat 4 in Ede. Bij vragen of voor het bestellen van het beleidsplan kunt u contact opnemen met de hoofdafdeling Werk, Inkomen en Zorg. Het telefoonnummer is (0318) 68 04 73.



Ede, 7 maart 2001