Tijdelijke evenementenverbod vee en pluimvee MKZ 2001
dd. 07-03-2001 18:00 uur
7 maart 2001
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautair handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEg L 224) en gelet op de artikelen 18, eerste lid, 31 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT :
Artikel 1
* In aanvulling op het bepaalde in de Regeling verzamelverbod evenhoevigen mond- en klauwzeer 2001 , worden ook de markten, verkopingen, veilingen, shows en andere evenementen, met het oog waarop pluimvee en ander vee dan evenhoevigen, afkomstig van verschillende plaatsen, worden verzameld op één plaats, verboden.
* Indien daardoor geen gevaar voor verspreiding van het mond- en klauwzeervirus ontstaat, kan de directeur of de plaatsvervangend directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, op schriftelijk verzoek van de belanghebbende, ontheffing van het bepaalde in het eerste lid verlenen. Een dergelijke ontheffing wordt onder de nodig geachte beperkingen en voorschriften verleend.
* Bij het verzoek om ontheffing worden in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:
* per diersoort het aantal bij het evenement aanwezige dieren;
* de datum waarop het evenement plaatsvindt;
* de locatie waar het evenement plaatsvindt;
* de mogelijkheden van reiniging en ontsmetting ter plaatse.
Artikel 2
Deze regeling wordt op 7 maart 2001 om 18.00 uur bekend gemaakt aan de media en treedt onmiddellijk daarna in werking.
Artikel 3
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling evenementenverbod vee en pluimvee mond- en klauwzeer 2001.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
Toelichting voor de Staatscourant
In verband met het risico van verspreiding van mond- en klauwzeer (MKZ) vanuit het Verenigd Koninkrijk is het noodzakelijk geacht preventieve maatregelen te treffen. Zo is een verzamelverbod voor evenhoevigen ingesteld en zijn markten, verkopingen en veilingen waarop evenhoevigen worden verzameld, verboden. Deze maatregelen strekten zich alleen uit tot evenhoevigen, omdat evenhoevigen vatbaar zijn voor mond- en klauwzeer. Verspreiding van het mond- en klauwzeervirus kan echter ondermeer ook plaatsvinden via dieren die voor het virus zelf niet vatbaar zijn en via transportmiddelen. Met name transportmiddelen, waarin zowel evenhoevigen als ander vee worden vervoerd, vormen in dat verband een risico. Om het risico van besmetting via transportmiddelen en vee zoveel mogelijk te beperken, wordt het thans noodzakelijk geacht ook alle evenementen met het oog waarop pluimvee en ander vee dan evenhoevigen afkomstig van verschillende plaatsen worden verzameld op één plaats, tijdelijk te verbieden. De onderhavige regeling strekt daartoe. Ingevolge deze regeling moeten alle paarden-evenementen, zoals markten, wedstrijden, shows, demonstraties en keuringen, behoudens ontheffing, worden afgelast en kunnen ook tentoonstellingen van pluimvee in beginsel geen doorgang vinden. Circussen vallen in beginsel niet onder het verbod, aangezien daarvoor geen vee afkomstig van verschillende plaatsen, wordt verzameld op één plaats. Het criterium bij het verlenen van een ontheffing is of er geen gevaar voor verspreiding van het mond- en klauwzeervirus ontstaat. Aan zo´n ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de volgende voorschriften:
* Verplichtingen op het punt van reiniging en ontsmetting van schoeisel ter plaatse;
* Verplichtingen op het punt van reiniging en ontsmetting van transportmiddelen;
* Voorschriften ten aanzien van de te voeren administratie.
Een schriftelijk verzoek om voor ontheffing in aanmerking te komen wordt gericht aan de directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,