Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=410933



De Voorzitter van de Vaste Commissie Voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Mensenrechten en Vredesopbouw (DMV) Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 7 maart 2001 Auteur Kanta Adhin

Kenmerk DMV/MR- 153/01 Telefoon 070-3485346

Blad /2 Fax 070-3485049

Bijlage(n) één E-mail dmv-mr@.minbuza.nl

Betreft Richtlijnen 57-ste zitting van de VN- Mensenrechtencommissie

Zeer geachte Voorzitter,

Naar aanleiding van het verzoek van uw commissie, gedaan bij brief Buza 2001/10 van 6 februari jl. van de griffier, gaan hierbij de richtlijnen voor de Nederlandse delegatie naar de 57-ste zitting van de VN-Commissie voor de Rechten van de Mens die van 19 maart tot en met 27 april a.s. zal plaatsvinden.

Nederland is momenteel geen lid van de Commissie en zal als waarnemer dan ook voornamelijk via de EU een actieve inbreng leveren op verschillende punten van de agenda.

De agenda van de Mensenrechtencommissie betreft landen, thema's alsmede procedurele zaken. De richtlijnen hebben betrekking op landen en thema's, waarvan de voorbereiding in EU-verband geschiedt. De EU zal initiatieven ontplooien op de volgende landen: Colombia, Israëlische nederzettingen, Iran, Irak, Birma, Oost-Timor, Soedan, DR Congo en de Russische Federatie (Tsjetsjenië). Daarnaast wordt co-sponsoring van een aantal resoluties door de EU voorzien, waaronder die over Voormalig Joegoslavië, Burundi en Rwanda. De initiatieven betreffen indiening van een resolutie dan wel het aansturen op een voorzittersverklaring. Dit laatste vereist de medewerking van het betrokken land, waardoor er aan die zijde sprake is van een grotere gebondenheid met betrekking tot het totstandbrengen van verbeteringen in de mensenrechtensituatie.

Daarnaast zal de EU een verklaring afleggen inzake schending van mensenrechten en fundamentele vrijheden in alle delen van de wereld. Hierin zal onder meer aandacht worden besteed aan de situatie in Indonesië, Algerije, Nigeria, Mexico en Saudi Arabië. Deze verklaring is een onmisbaar en nuttig instrument voor de EU om zorg te kunnen uiten over de mensenrechtensituatie in bepaalde landen zonder meteen naar het zware instrument van een resolutie te grijpen, hetgeen in het gepolitiseerde krachtenveld van de Mensenrechtencommissie soms contraproductief is.

Ten aanzien van China zal de VS een resolutie indienen. In EU-kader zal de komende periode overleg worden gevoerd over de te volgen strategie. Van Nederlandse kant zal wederom tenminste worden gestreefd naar een tegenstem van de EU-leden van de Commissie op een eventuele "no-action" motie van China en, indien deze zou worden verworpen en de resolutie in stemming wordt gebracht, een voorstem op de resolutie. In ieder geval zal in de EU-landenspeech uitgebreid aandacht worden besteed aan de situatie in China.

Op thematische terreinen zal de EU resoluties indienen inzake de rechten van het kind en de doodstraf, waarbij Nederland een actieve inbreng zal hebben. Een aantal andere resoluties wordt mede ingediend al dan niet door alle EU-partners. De Nederlandse aandacht zal hierbij in het bijzonder uitgaan naar de uitbanning van racisme, godsdienstvrijheid, economische, sociale en culturele rechten, de strijd tegen foltering, de mensenrechten van vrouwen en bescherming van mensenrechtenactivisten.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Kenmerk DMV/MR - 153/01
Blad /2

===