Bert Anciaux tegen dreigende verengelsing hoger onderwijs
(07/03/01)
Het Vlaams hoger onderwijs is aan een herschikking toe. Dit is het
gevolg van de Bologna-verklaring, goedgekeurd door de EU-ministers van
Onderwijs. Volgens deze verklaring dient het hoger onderwijs omgevormd
te worden tot een eerste fase, Bachelor genaamd, waarop een Masterfase
zou volgen.
In deze laatste fase wil men de internationale mobiliteit van
studenten versterken. Deze doelstelling wordt door vele Vlaamse
instellingen van hoger onderwijs omgezet in een vraag om hun onderwijs
in deze fase in een andere taal dan het Nederlands, bij voorkeur het
Engels, te mogen aanbieden.
Als Vlaams minister van Cultuur en tevens voorzitter van de
Nederlandse Taalunie zet Bert Anciaux zich ten stelligste af tegen
deze trend. Er is hier immers meer aan de hand dan enkel het
verengelsen van wat benamingen (bachelor in plaats van kandidaat,
master in plaats van licentiaat). De sociale functie van het onderwijs
en de rijkdom van een Europese 'eenheid in verscheidenheid' komen
immers in het gedrang. Anciaux uit zijn bekommernissen in de aanloop
naar een seminarie dat de Vlaamse Vereniging van Studenten vrijdag
organiseert over de Bologna-verklaring.
1) Jarenlang heeft men aan Vlaamse zijde moeten strijden voor
onderwijs, ook hoger onderwijs, in de eigen taal. Nederlandstalig
onderwijs is immers een belangrijk instrument om alle
bevolkingsgroepen op een actieve en democratische manier aan het
maatschappelijk bestel te kunnen laten deelnemen.
2) Onderzoek heeft uitgewezen dat onderwijs in de eigen taal
belangrijk is om kansarmere groepen te laten participeren aan het
(hoger) onderwijs. Het aanbieden van de hoogste jaren van het hoger
onderwijs in een andere taal is bijgevolg een maatregel die anti-
sociaal is en die zal leiden tot een versterking van de tweedeling in
onze maatschappij.
3) Het argument dat een ombuiging van het onderwijs in een andere taal
noodzakelijk is om Vlaanderen actief te kunnen laten deelnemen aan de
internationale mobiliteit blijkt nauwelijks gefundeerd in
cijfergegevens. Vlaanderen is vandaag een voorloper wat betreft het
uitzenden van studenten bij studentenuitwisselingsprogramma's. Onze
studenten doen het heel goed in alle mogelijke taalgebieden, niet
enkel Engelstalige. Omgekeerd is Vlaanderen effectief slechts
gesitueerd in de middengroep van landen op het vlak van het aantrekken
van buitenlandse uitwisselingsstudenten. Toch betekent dit dus niet
dat (zelfs met onderwijs in het Nederlands) Vlaanderen totaal uit de
boot valt. Men kan zich overigens de vraag stellen of buitenlandse
studenten terdege contact kunnen hebben met onze cultuurgemeenschap
(wat toch de bedoeling is van een uitwisselingsprogramma) als zij niet
eens een minimum aan Nederlands machtig zijn.
4) Het aanbieden van een groot deel van het onderwijs in een andere
taal leidt onvermijdelijk tot een verschraling van de taal en een
verlies aan mogelijkheden voor onze cultuur.
5) Onvermijdelijk zal het aanbieden van een deel van het onderwijs in
een andere taal ertoe leiden dat de druk toeneemt om ook op andere
niveaus van het onderwijs meer voorbereiding op die andere taal te
geven of zelfs op diezelfde taal over te schakelen. De ervaring leert
dat secundaire scholen zich in het verleden ook specifiek gingen
toeleggen op het voorbereiden op bepaalde vereisten van het hoger
onderwijs (b.v. toelatingsproeven). Op lange termijn zijn de gevolgen
dus vermoedelijk nog nefaster dan op korte termijn.
6) Ten slotte kan men nog wijzen op het kwaliteitsverlies dat
ongetwijfeld gepaard zal gaan met het onderwijs in een andere taal.
Het is niet elke academicus gegeven om zich vloeiend uit te drukken in
een andere taal. De communicatie tussen docent en student, en zeer
specifiek op het vlak van vaktermen, zal er zeker niet door
verbeteren.
Deze argumenten wegen zwaar genoeg opdat minister Anciaux in de nabije
toekomst de Nederlandstalige invulling van het hoger onderwijs sterk
zal blijven verdedigen.
Auteur:
Kabinet van de Vlaams minister van Cultuur
Bert Anciaux, VU&ID-minister
Meer informatie:
Contactpersoon: Koen T'Sijen
Telefoon: (02) 553 28 11
E-post: koen.tsijen@vlaanderen.be